ECLI:NL:OGEAC:2016:154
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van belastingaanslagen door de Inspecteur
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van belastingaanslagen door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, die inmiddels is overleden, had bezwaar aangetekend tegen aanslagen in de inkomstenbelasting en premies AVBZ voor het jaar 2012, maar dit bezwaar was door de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard. De belanghebbende had de aanslagen ontvangen op 27 juni 2014 en had op 16 september 2014 bezwaar gemaakt. De Inspecteur verklaarde de bezwaren op 5 december 2014 niet-ontvankelijk, waarna de belanghebbende op 2 februari 2015 in beroep ging.
Tijdens de zitting op 14 juni 2016 werd door de gemachtigde van de belanghebbende verklaard dat de belanghebbende leed aan een ernstige ziekte, wat als reden voor de te late indiening van het bezwaar werd opgevoerd. Het Gerecht oordeelde echter dat niet aannemelijk was gemaakt dat de belanghebbende door zijn ziekte niet in staat was om tijdig bezwaar aan te tekenen. De overschrijding van de termijn werd niet verschoonbaar geacht, waardoor de Inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. Het Gerecht merkte op dat de aanslagen in de beroepsfase waren verminderd naar een belastbaar/premie inkomen van Naf. 23.969. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en werd de uitspraak gedaan door de voorzitter en twee leden van het Gerecht, met de griffier aanwezig.