ECLI:NL:OGEAC:2016:148
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het bezwaar tegen de aanslag winstbelasting en de niet-ontvankelijkheid daarvan
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 22 juli 2016 uitspraak gedaan in het beroep van X B.V. tegen de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een bezwaar tegen een naheffingsaanslag winstbelasting die aan X B.V. was opgelegd op 25 juni 2013 voor het jaar 2011, samen met een verzuimboete van Naf. 505. X B.V. heeft op 30 september 2013 bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur heeft op 9 september 2014 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. X B.V. is vervolgens op 9 oktober 2014 in beroep gegaan tegen deze uitspraak op bezwaar.
Tijdens de procedure zijn beide partijen opgeroepen om inlichtingen te verstrekken. De Inspecteur werd vertegenwoordigd door A LLM, terwijl B optrad namens X B.V. Partijen hebben schriftelijk toestemming gegeven om de mondelinge behandeling achterwege te laten. Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het bezwaar van X B.V. buiten de wettelijke termijn van twee maanden was ingediend, zoals voorgeschreven in artikel 29, lid 1, van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (ALL). X B.V. heeft niet kunnen aantonen dat zij redelijkerwijs niet in staat was om de termijn in acht te nemen.
Het Gerecht heeft geconcludeerd dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar is en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee leden van het Gerecht en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen twee maanden na de toezending van de uitspraak moet worden ingesteld.