Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
“SPF Z en SPF W, p/a X t.a.v. dhr. B”. Hierin wordt verzocht om
“ten tweeden malen de gehele administratie over te leggen”en om een groot aantal gevraagde gegevens in het kader van de uitwisseling van internationale inlichtingen te verstrekken. Het betreffen met name documenten die zien op de relatie tussen N.J. en M.J. enerzijds en de SPF’s anderzijds. Onderaan de brief is de volgende passage opgenomen:
“niet nader te noemen in Nederland woonachtige belastingplichtigen”.In het vervolg van de bijlagen zijn de namen van N.J. en M.J. genoemd.
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET GESCHIL
“niemand zich beroepen op de omstandigheid dat hij uit enigerlei hoofde tot geheimhouding verplicht is, zelfs niet indien deze hem bij een landsverordening is opgelegd.”Het Gerecht leidt uit de wijze waarop deze bepaling is geformuleerd af dat artikel 46 ALL een lex specialis vormt die voorrang heeft op de in andere wetten neergelegde geheimhoudingsbepalingen, zoals die in de LTT. Dat betekent dat de Inspecteur wettelijk bezien de gegevens mocht opvragen en daarmee aldus niet onrechtmatig heeft gehandeld.