In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gaat het om de ontvankelijkheid van beroepen van X N.V. tegen naheffingsaanslagen winstbelasting en verzuimboetes voor de jaren 2008 tot en met 2012. De belanghebbende, gevestigd in Sint Maarten, heeft geen aangiften ingediend voor de betreffende jaren, wat leidde tot de oplegging van naheffingsaanslagen en verzuimboetes door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen deze aanslagen en boetes, maar de Inspecteur heeft de aanslagen en boetes gehandhaafd in zijn uitspraken op bezwaar.
De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld, maar de Inspecteur betwistte de ontvankelijkheid van de beroepen, stellende dat deze te laat waren ingediend. De belanghebbende voerde aan dat de te late indiening het gevolg was van ziekte van de indiener. Het Gerecht oordeelde dat de overschrijding van de termijn voor het indienen van beroep niet verschoonbaar was, omdat de belanghebbende niet voldoende had aangetoond dat bijzondere omstandigheden de te late indiening rechtvaardigden. Hierdoor werden de beroepen over de jaren 2008 tot en met 2011 niet-ontvankelijk verklaard.
Voor het belastingjaar 2012 was de aanslag inmiddels verminderd tot nihil, waardoor de belanghebbende geen belang meer had bij het beroep tegen deze aanslag. Wat betreft de verzuimboete over 2012 oordeelde het Gerecht dat de Inspecteur niet had aangetoond dat aan de belanghebbende een aangiftebiljet was uitgereikt, waardoor de belanghebbende niet gehouden was om aangifte te doen. De boete werd daarom vernietigd. De uitspraak werd gedaan op 29 november 2016.