Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
11.55-/-
1
500-/-
26.453,64-/-
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van kosten die een belanghebbende heeft gemaakt voor de voorbereiding van lessen die hij geeft aan het Curaçaos Avondlyceum. De belanghebbende heeft een aanslag inkomstenbelasting ontvangen over het jaar 2012, waarbij de Inspecteur de kosten voor de voorbereiding van lessen niet heeft geaccepteerd. De belanghebbende heeft bezwaar aangetekend, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Tijdens de zitting heeft de belanghebbende zijn kosten toegelicht, maar het Gerecht oordeelt dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd om de kosten als aftrekbaar te kwalificeren. Het Gerecht stelt dat alleen daadwerkelijk gemaakte kosten in aanmerking komen voor aftrek en dat de fictieve vergoeding die de belanghebbende heeft berekend niet kan leiden tot aftrek. De belanghebbende heeft ook gesteld dat de vergoeding die hij ontvangt van het Curaçaos Avondlyceum een onbelaste onkostenvergoeding is, maar ook deze stelling wordt verworpen. Het Gerecht concludeert dat de vergoeding een beloning is voor de verrichte werkzaamheden en dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De uitspraak van het Gerecht is gedaan op 11 november 2016 en het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.