ECLI:NL:OGEAC:2016:119

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
11 november 2016
Publicatiedatum
22 december 2016
Zaaknummer
BBZ nr. CUR201500073, voorheen 75900
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. drs. M.M. de Werd
  • mr. D.J. Jansen
  • mr. W.C.E. Winfield
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aftrekbaarheid van kosten van voorbereiding lessen in belastingzaken

In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van kosten die een belanghebbende heeft gemaakt voor de voorbereiding van lessen die hij geeft aan het Curaçaos Avondlyceum. De belanghebbende heeft een aanslag inkomstenbelasting ontvangen over het jaar 2012, waarbij de Inspecteur de kosten voor de voorbereiding van lessen niet heeft geaccepteerd. De belanghebbende heeft bezwaar aangetekend, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Tijdens de zitting heeft de belanghebbende zijn kosten toegelicht, maar het Gerecht oordeelt dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd om de kosten als aftrekbaar te kwalificeren. Het Gerecht stelt dat alleen daadwerkelijk gemaakte kosten in aanmerking komen voor aftrek en dat de fictieve vergoeding die de belanghebbende heeft berekend niet kan leiden tot aftrek. De belanghebbende heeft ook gesteld dat de vergoeding die hij ontvangt van het Curaçaos Avondlyceum een onbelaste onkostenvergoeding is, maar ook deze stelling wordt verworpen. Het Gerecht concludeert dat de vergoeding een beloning is voor de verrichte werkzaamheden en dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De uitspraak van het Gerecht is gedaan op 11 november 2016 en het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

Uitspraak van 11 november 2016
BBZ nr. CUR201500073, voorheen 75900
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
X,woonachtig in Curaçao,
belanghebbende
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN,
de Inspecteur,

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is met dagtekening 21 november 2014 een aanslag inkomstenbelasting opgelegd over het jaar 2012. Tegelijkertijd is een verzuimboete opgelegd voor het niet tijdig doen van aangifte.
1.2
Belanghebbende heeft op 8 december 2014 bezwaar aangetekend tegen de aanslag. Bij uitspraken op bezwaar van 31 juli 2015 heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd.
1.3
Belanghebbende is op 28 september 2015 tegen de uitspraak op bezwaar in beroep gekomen. De Inspecteur heeft op 21 april een verweerschrift ingediend.
1.4
Partijen zijn overeenkomstig artikel 10 Landsverordening op het beroep in belastingzaken (hierna: LBB) uitgenodigd tot het verstrekken van inlichtingen. In dat verband is op 30 augustus 2016 te Willemstad belanghebbende verschenen en namens de Inspecteur mr. A.
1.5
Partijen hebben overeenkomstig artikel 8b van de LBB schriftelijk toestemming gegeven om uitspraak te doen zonder mondelinge behandeling van de zaak.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende heeft zijn aangiftebiljet te laat ingediend. Volgens de aangifte bedraagt het belastbaar inkomen Naf. 65.114,35. Dit belastbaar inkomen is als volgt samengesteld (in Naf):
Inkomsten Eilandgebied Curaçao 109.399,80
Bijverdiensten Curaçaos Avondlyceum 7.310
Af: kosten voorbereiding lessen in ruime zin
11.55-/-
Inkomsten -/- kosten 4.240 -/-
Af: drempel artikel 9, lid 3 LIB 1943*
1
3.240 -/-
Af:
Pensioenpremies 8.193,60 -/-
Vaste aftrek
500-/-
Inkomen 97.466,20
Af:
Persoonlijke verminderingen 5.898,21
Persoonlijke lasten
26.453,64-/-
Belastbaar inkomen 65.114,35
* Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943
2.2
Belanghebbende heeft in zijn aangifte de “kosten voorbereiding lessen in ruime zin” als volgt toegelicht:
“1. gemiddeld aantal uren voorbereiding lessen per maand: 30 uren
2. aantal maanden: 11
3. kosten per uur: Naf. 35
Kosten voorbereiding lessen per jaar 2012: 30 x 11 x 35 = ANG. 11.550.
(…)
Onder kosten van voorbereiding wordt verstaan het copiëren, voorbereiden van de lessen, de overhoringen en de examens; het nakijken van de overhoringen en de examens; het surveilleren tijdens de examens en het bespreken van de resultaten van de overhoringen en de examens en het geven van extra lessen op zaterdag in de ochtend.”
2.3
Bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting is de Inspecteur van de aangifte afgeweken en heeft onder meer de “kosten voorbereiding lessen” niet in aftrek geaccepteerd. Het belastbaar inkomen is vastgesteld op Naf. 77.519.

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

Tussen partijen is in geschil of en zo ja in hoeverre de “kosten voorbereiding lessen” aftrekbaar zijn. Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de opgevoerde kosten aftrekbaar zijn. Hij bereidt de lessen bij het Curaçaos Avondlyceum in zijn vrije tijd voor en hij geeft ze ook in zijn vrije tijd. Indien het Gerecht oordeelt dat de kosten niet aftrekbaar zijn dan dient de vergoeding die hij van het Curaçaos Avondlyceum ontvangt volgens belanghebbende te worden aangemerkt als een onbelaste kostenvergoeding. Het is meer liefdadigheidswerk. De Inspecteur is van mening dat de kosten onredelijk hoog zijn en niet onderbouwd zijn met bewijsstukken zodat ze niet aftrekbaar zijn. De vergoeding die belanghebbende van het Curaçaos Avondlyceum heeft ontvangen kan niet gezien worden als vergoeding tot bestrijding van de kosten. Volgens de Inspecteur vormt die vergoeding belast inkomen.

4.BEOORDELING VAN HET GESCHIL

4.1
Ingevolge artikel 9, lid 1 LIB 1943 worden inkomsten verminderd met de kosten tot verwerving, inning en behoud en met de op de inkomsten rustende lasten, zoals de bedrijfs- en beroepskosten, waaronder worden verstaan de kosten nodig voor de uitoefening van een bedrijf of beroep. Op de belastingplichtige die stelt kosten gemaakt te hebben rust de plicht om die kosten nader te onderbouwen en aannemelijk te maken. Daarin is belanghebbende naar het oordeel van het Gerecht niet geslaagd. Het Gerecht stelt daarbij voorop dat slechts daadwerkelijk gemaakte kosten tot aftrek kunnen leiden. Dat betekent dat de “fictieve” vergoeding die belanghebbende heeft berekend voor de in zijn vrije tijd aan het docentschap bij het Curaçaos Avondlyceum bestede uren niet tot aftrek kan leiden. Belanghebbende heeft ter zitting nog wel gesteld dat hij daadwerkelijk kosten gemaakt heeft, maar hij heeft die kosten niet onderbouwd met bewijsstukken of anderszins aannemelijk gemaakt.
4.2
Belanghebbende heeft subsidiair gesteld dat de vergoeding die hij heeft ontvangen van het Curaçaos Avondlyceum een onbelaste onkostenvergoeding vormt. Het Gerecht verwerpt die stelling. Belanghebbende heeft immers niet aannemelijk gemaakt dat de vergoeding in redelijkheid bestemd is om er kosten mee te kunnen betalen. Het door het Curaçaos Avondlyceum betaalde bedrag vormt naar het oordeel van het Gerecht een (belaste) beloning voor door belanghebbende verrichte werkzaamheden. Het gelijk is aan de Inspecteur.
4.3
Het voorgaande leidt ertoe dat het beroep van belanghebbende ongegrond is.

5.BESLISSING

Het Gerecht verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. M.M. de Werd, voorzitter, mr. D.J. Jansen, en mr. W.C.E. Winfield, leden en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 november 2016, in tegenwoordigheid van de griffier, M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De voorzitter,
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 17a, eerste lid Landsverordening op het beroep in belastingzaken).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen twee maanden na de dag van de toezending van de uitspraak van het Gerecht overeenkomstig artikel 14, derde lid. De instelling van het hoger beroep geschiedt door persoonlijke indiening bij dan wel toezending aan de griffier van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 17b, tweede lid Landsverordening op het beroep in belastingzaken).