Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
CORDIAL N.V. (“Cordial”),
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak vorderen MHS en Cordial de uitkoop van de minderheidsaandeelhouder Bab in de vennootschappen Cordial N.V. en Turnham N.V. De vordering is gebaseerd op artikel 2:250 BW, dat de mogelijkheid biedt om aandelen van minderheidsaandeelhouders over te nemen wanneer de meerderheid van de aandelen in handen is van de eiser. MHS en Bab houden samen alle aandelen in Cordial, terwijl Bab slechts 0,004% van de aandelen in Cordial en 0,002% in Turnham bezit. MHS en Cordial hebben Bab in augustus 2014 een uitkoopaanbod gedaan, dat Bab heeft afgewezen. De waarde van Babs aandelen is door een extern bureau vastgesteld op EUR 213 voor Turnham en EUR 1.436 voor Cordial.
Bab heeft verweer gevoerd en betwist dat MHS en Cordial het vereiste percentage van 95% van de aandelen bezitten. Bab stelt dat de emissiebesluiten van 2009 nietig zijn en dat MHS en Cordial misbruik maken van hun bevoegdheid. Bab heeft ook een enquêteprocedure aangevraagd om het beleid van Cordial en Turnham te onderzoeken, met name de gang van zaken rondom de emissies van aandelen in 2010. Het gerecht heeft eerder het verzoek van Bab om een enquête te gelasten afgewezen, omdat Bab te lang gewacht heeft met het indienen van het verzoek.
Het gerecht heeft besloten de beslissing in deze uitkoopprocedure aan te houden in afwachting van de uitkomst van het cassatieberoep dat Bab heeft ingesteld tegen de beschikking van het hof. Het belang van MHS en Cordial bij de uitkoop weegt vooralsnog niet op tegen het belang van Bab bij aanhouding van de procedure. De zaak is verwezen naar de parkeerrol voor akte uitlating na uitspraak van de Hoge Raad.