ECLI:NL:OGEAC:2011:BQ4464
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht voortgezette dienstbetrekking en opzegging arbeidsovereenkomst korpschef
In deze zaak verzoekt eiser, een voormalig korpschef van de Politie Curaçao, om een verklaring voor recht dat er sprake is van een voortgezette dienstbetrekking tussen hem en het Land Curaçao. De achtergrond van de zaak ligt in de opzegging van een civielrechtelijke overeenkomst door het Land, waarbij eiser na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nog twee jaar in dienst zou blijven. De Minister van Justitie heeft de overeenkomst opgezegd, met als voornaamste reden dat het juridisch niet mogelijk is om de korpschef via een civielrechtelijke overeenkomst in dienst te nemen. Eiser betwist deze opzegging en stelt dat deze onterecht is, en vordert betaling van zijn loon tot aan een rechtsgeldige beëindiging van het dienstverband.
De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 18 februari 2011 is ingediend. Eiser heeft zijn standpunt toegelicht tijdens de zitting op 29 maart 2011, waar hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Het Land heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van eiser, met verwijzing in de proceskosten. De rechter heeft vastgesteld dat de civielrechtelijke bepalingen over arbeidsovereenkomsten in beginsel niet van toepassing zijn op personen in dienst van de overheid, en dat de opzegging door het Land terecht was.
De rechter heeft geoordeeld dat het Land geen misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt bij de opzegging van de overeenkomst. Eiser heeft recht op betaling van zijn beloning gedurende de opzegtermijn van drie maanden, en de rechter heeft het Land veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn verrekend, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Beukenhorst op 5 april 2011.