ECLI:NL:OGEABES:2025:45

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 oktober 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
BON202500485
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor ondertekening verdelingsakte in kort geding na echtscheiding

In deze zaak, die op 20 oktober 2025 is behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.J. Winkel, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een verzoekschrift van eiseres op 17 september 2025, gevolgd door een oproeping van de deurwaarder op 22 september 2025. Tijdens de zitting op 13 oktober 2025 is verstek verleend tegen gedaagde, die een uitstelverzoek indiende, maar dit niet tijdig op het juiste adres heeft verzonden.

De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen waren in gemeenschap van goederen gehuwd, maar hun huwelijk is op 16 augustus 2022 ontbonden. Op 6 november 2023 hebben zij een vaststellingsovereenkomst gesloten over de verdeling van onroerend goed. Eiseres heeft een financiering geregeld en een notaris ingeschakeld om een verdelingsakte op te stellen, maar gedaagde is niet verschenen om deze te ondertekenen.

Eiseres vordert vervangende toestemming om namens gedaagde de verdelingsakte te ondertekenen, omdat gedaagde weigert mee te werken aan de afwikkeling van de overeengekomen verdeling. Het gerecht oordeelt dat de oproeping op de juiste wijze is betekend en dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Het gerecht wijst de vorderingen van eiseres toe en veroordeelt gedaagde in de proceskosten, die zijn begroot op USD 969,-. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer : BON202500485
datum beslissing : 20 oktober 2025
VONNIS IN KORT GEDING
In de zaak van:
[eiseres],
wonend te Bonaire,
eiseres,
hierna te noemen:
[eiseres],
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen:
[gedaagde],
wonend te Bonaire,
gedaagde,
hierna te noemen:
[gedaagde],
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van [eiseres] van 17 september 2025, met producties
  • het exploot van oproeping van de deurwaarder van [gedaagde] van 22 september 2025 voor de zitting van 13 oktober 2025;
  • de zitting van 13 oktober 2025 waar [eiseres] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde
1.2.
Op de zitting is tegen [gedaagde] verstek verleend.
1.3.
Na de zitting is bij het gerecht binnengekomen een verzoek tot uitstel van [gedaagde]. Dit uitstelverzoek heeft hij aanvankelijk op 6 oktober 2025 naar een onjuist e-mailadres verzonden en pas op 17 oktober 2025 naar het juiste adres. Met dit uitstelverzoek kon daarom geen rekening mee worden gehouden.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen waren in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Het huwelijk van partijen is op 16 augustus 2022 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
In een procedure bij dit gerecht hebben partijen op 6 november 2023 ten overstaan van de rechter een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin zij onder meer afspraken hebben gemaakt over de verdeling van de percelen [adres 6] en 6a in Bonaire.
2.3. [
eiseres] heeft vervolgens een financiering bij een bank geregeld en een notaris ingeschakeld. De notaris heeft een concept verdelingsakte opgesteld en ook [gedaagde] uitgenodigd om tot ondertekening over te gaan. [gedaagde] is toen niet verschenen.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de oproeping zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek op de zitting is verleend. Het verzoekschrift met de oproeping is betekend op het adres waar [gedaagde] ingeschreven staat bij de burgerlijke stand. [gedaagde] verblijft feitelijk op een ander adres. [eiseres] heeft verklaard dat [gedaagde] zijn oude adres aanhoudt voor zijn post en voor zijn bedrijfsgereedschappen. [eiseres] stelt dat [gedaagde] daar ook zijn post ophaalt. [eiseres] heeft toegelicht dat [gedaagde] toegang heeft tot de brievenbus. Uit het betekeningsexploot en de verklaring van de deurwaarder – waar de rechter tijdens een schorsing van de zitting telefonisch contact mee heeft opgenomen – blijkt het volgende. De deurwaarder is op het adres waar [gedaagde] feitelijk zou verblijven langs geweest en heeft daar een bewoner aangetroffen die heeft verklaard dat [gedaagde] uitlandig is, maar dat zij het stuk van de deurwaarder op het adres waar [gedaagde] ingeschreven staat en waar het door de deurwaarder was achtergelaten, op zou halen. Hiermee in lijn is dat [eiseres] heeft verklaard dat zij het exploot niet in de brievenbus op het inschrijvingsadres heeft aangetroffen. Het gerecht houdt het er daarom voor dat het exploot [gedaagde] heeft bereikt, althans redelijkerwijs had kunnen bereiken. Uit het uitstelverzoek van [gedaagde] blijkt dat hij de oproeping heeft ontvangen.
3.2. [
eiseres] heeft een spoedeisend belang bij de door haar gevorderde voorlopige voorzieningen. [eiseres] heeft financiering bij een bank geregeld. Het geld staat geparkeerd bij een bank om te worden overgemaakt naar de derdengelden rekening van de notaris. Intussen blijft [eiseres] de volledige hypothecaire verplichtingen betalen. [eiseres] wil de afgesproken verdeling afwikkelen. [gedaagde] weigert mee te werken aan de afwikkeling van de overeengekomen verdeling. Niemand kan gedwongen worden in een onverdeelde gemeenschap te blijven.
3.3. [
eiseres] vordert primair vervangende toestemming om namens [gedaagde] over te gaan tot ondertekening van de verdelingsakte zoals opgesteld door de notaris. Dit door [eiseres] primair gevorderde komt het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen.
3.4.
Daarnaast vordert [eiseres] (primair) te bepalen dat deze uitspraak in de plaats komt van de vereiste toestemming en medewerking van [gedaagde] voor de (notariële) verdeling van de registergoederen. Het gerecht begrijpt dat deze vordering van [eiseres] aldus dat [eiseres] vordert dat het vonnis in de plaats komt van dat deel van de akte van levering (strekkende tot eigendomsoverdracht van de in de akte van verdeling opgenomen registergoederen) waarin anders de medewerking van [gedaagde] zou zijn opgenomen. Ook deze vordering komt het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom in dit kort geding worden toegewezen [1] .
3.5. [
gedaagde] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten worden aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op USD 969,-, zijnde USD 251,- aan griffierechten USD 159,- aan deurwaarderskosten en USD 559,- aan salaris van de gemachtigde.

4.De beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding:
4.1.
verleent aan [eiseres] vervangende toestemming om namens [gedaagde] over te gaan tot ondertekening van de verdelingsakte zoals opgesteld door de notaris;
4.2.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats komt van dat deel van de akte van levering (strekkende tot eigendomsoverdracht van de in de akte van verdeling opgenomen registergoederen) waarin anders de medewerking van [gedaagde] zou zijn opgenomen;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op USD 969,-.
4.4.
verklaart die vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst af het meer of anders gevorderde;
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, rechter, en uitgesproken op 20 oktober 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Hoge Raad 31 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:499