In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is op 29 januari 2025 een vonnis gewezen in een incident. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.M. Wildeman, had een civiele procedure aangespannen tegen gedaagden, die in persoon procedeerden. In de procedure hebben twee verzoekers, MAS REAL ESTATE B.V. en een andere partij, verzocht om tussenkomst en/of voeging. De verzoekers stelden dat zij ook een betaling hadden gedaan voor de aankoop van een nieuwbouw appartement, dat nooit is gebouwd, en dat zij recht hadden op terugbetaling van hun aanbetalingen.
De rechter heeft de verzoeken tot tussenkomst en voeging afgewezen. De maatstaf voor toelating als tussenkomende partij is dat de vorderingen van die partij voldoende samenhang vertonen met het onderwerp van de hoofdzaak. De rechter oordeelde dat de vorderingen van de verzoekers niet voldoende samenhangen met die van de eiseres, en dat hun belangen niet in het geding waren bij de beoordeling van de hoofdzaak. De verzoekers hebben niet onderbouwd waarom een gezamenlijke beoordeling noodzakelijk zou zijn. Daarom werd geconcludeerd dat de verzoekers geen belang hadden bij tussenkomst of voeging.
De rechter heeft de verzoekers als in het ongelijk gestelde partijen veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot. De hoofdzaak is doorverwezen naar de rol voor een conclusie van antwoord door de gedaagden, met verdere beslissingen aangehouden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.R. Veerman in aanwezigheid van de griffier.