ECLI:NL:OGEABES:2025:101

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 november 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
BON202500533
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor uitschrijving en inschrijving van een minderjarige bij de Burgerlijke Stand

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. E.J. Winkel, vervangende toestemming om hun minderjarige zoon, geboren in 2017, uit te schrijven bij de Burgerlijke Stand te Bonaire en in te schrijven bij de Burgerlijke Stand in Aruba. De minderjarige woont al drie jaar bij eiser in Aruba, terwijl de twee dochters van partijen bij gedaagde in Bonaire wonen. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. S.O.R.’G. Faarup, verzocht om afwijzing van de vordering en stelde dat zij zich zorgen maakte over het welzijn van de zoon, mocht hij op het adres van de nieuwe partner van eiser worden ingeschreven.

De mondelinge behandeling vond plaats op 10 november 2025, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. Het gerecht oordeelde dat het bevoegd was om te beslissen op de vordering van eiser, en dat op basis van artikel 1:253a lid 1 BW BES, geschillen over de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag aan de rechter kunnen worden voorgelegd. Het gerecht concludeerde dat de zoon ingeschreven moest worden op de plek waar hij daadwerkelijk woont, namelijk Aruba, en verleende eiser de gevraagde vervangende toestemming. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 26 november 2025.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer : BON202500533
datum beslissing : 26 november 2025
VONNIS IN KORT GEDING
In de zaak van:
[eiser],
wonende in Aruba,
eiser, hierna te noemen:
[eiser],
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Bonaire,
gedaagde, hierna te noemen:
[gedaagde],
gemachtigde: mr. S.O.R.’G. Faarup.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 14 oktober 2025, met producties
  • de voorafgaand aan de zitting door partijen toegestuurde producties; producties 6 t/m 10 van [eiser] en producties 1 t/m 10 van [gedaagde]
1.2.
Na een verleend uitstel op verzoek van [gedaagde] heeft de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 november 2025. Op de mondelinge behandeling zijn partijen en hun gemachtigden verschenen, [eiser] via een videoverbinding. De gemachtigde van [gedaagde] heeft mede aan de hand van een pleitnota het woord gevoerd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Uit de inmiddels verbroken affectieve relatie van partijen zijn drie kinderen geboren, waaronder hun thans nog minderjarige zoon [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 te Bonaire (hierna ook: de zoon of de minderjarige). De zoon woont sinds drie jaar bij [eiser] in Aruba. De twee dochters van partijen wonen bij [gedaagde] in Bonaire.
2.2.
Partijen hebben het gezamenlijk gezag over hun drie kinderen.

3.Het geschil

3.1. [
eiser] vordert in dit kort geding, zakelijk weergegeven, dat het gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. aan [eiser] vervangende toestemming dan wel machtiging verleent om namens [gedaagde] de minderjarig [minderjarige] bij de Burgerlijke Stand te Bonaire uit te schrijven en op Aruba bij de Burgerlijke Stand in te schrijven;
2. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de vereiste toestemming en medewerking van [gedaagde] voor het uitschrijven van de minderjarige te Bonaire en het inschrijven te Aruba;
Subsidiair
(versterkt met een dwangsom) [gedaagde] veroordeelt om uiterlijk binnen een week na betekening van deze uitspraak mee te werken aan de uitschrijving van de minderjarige bij de Burgerlijke Stand te Bonaire en aan de inschrijving te Aruba bij de Burgerlijke Stand;
Zowel primair als subsidiair[gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
3.2. [
gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser], met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het erover eens dat dit gerecht bevoegd is om te beslissen op de onderhavige vordering van [eiser].
4.2.
Op grond van artikel 1:253a lid 1 BW BES kunnen geschillen over de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag aan de rechter worden voorgesteld. De gezamenlijke gezagsuitoefening van partijen brengt mee dat [eiser] voor de inschrijving van de zoon bij de Burgerlijke Stand in Aruba toestemming van [gedaagde] nodig heeft. Het gerecht zal een zodanige beslissing nemen als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
4.3.
Het gerecht zal aan [eiser] vervangende toestemming verlenen om de zoon namens [gedaagde] uit te schrijven bij de Burgerlijke Stand in Bonaire en in te schrijven bij de Burgerlijke Stand in Aruba. Deze toestemming is nodig omdat partijen het gezamenlijk gezag over de zoon hebben.
4.4.
Op partijen rust namelijk een wettelijke plicht om de zoon in te schrijven daar waar zijn werkelijke woonplaats is. De zoon woont al jaren bij zijn vader in Aruba. Op de zitting heeft [eiser] verklaard dat de zoon in Aruba naar school gaat, op voetbal zit en zijn vriendjes heeft. Daarmee is duidelijk is dat de gewone woon- of verblijfplaats van de zoon in Aruba is.
4.5. [
gedaagde] maakt bezwaar tegen de vordering van [eiser] omdat zij vreest dat hij zal worden ingeschreven op het adres van ook de nieuwe partner van [eiser] en zij zich daarom zorgen maakt over het welzijn van haar zoon. Ondanks de zorgen van [gedaagde] over de zoon, staat dit los van waar de zoon ingeschreven moet staan. De zoon moet worden ingeschreven in het land van zijn woon- of verblijfplaats. Dit is een administratieve handeling die de werkelijke situatie volgt. Het niet meewerken aan die administratieve handeling verandert de werkelijke situatie niet.
4.6.
Omdat de zoon inmiddels jaren in Aruba woonachtig is, zal de primaire vordering onder 1 van [eiser] worden toegewezen. Voor het daarnaast toewijzen van de primaire vordering onder 2 is geen grond.
4.7.
Omdat partijen in een familierechtelijke betrekking tot elkaar staan zullen de proceskosten worden gecompenseerd als na te melden.

5.De beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding:
5.1.
verleent [eiser] vervangende toestemming – ter vervanging van de toestemming van [gedaagde] – om de minderjarige [minderjarige] bij de Burgerlijke Stand te Bonaire uit te schrijven en op Aruba bij de Burgerlijke Stand in te schrijven;
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en uitgesproken op 26 november 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.