Uitspraak
.
- Voor de feiten 1 tot en met 3: tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van voorarrest en als bijzondere voorwaarde dat verdachte meewerkt aan begeleiding door de reclassering, ook als dat inhoudt dat hij een behandeling bij MHC moet ondergaan;
- Voor feit 4: tot een geldboete van USD 250,- ;
- Voor feit 5 primair: tot twee weken hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van USD 350,-;
- Voor feit 6: tot een geldboete van USD 225,-.
:
6.De verdachte heeft ter terechtzitting het volgende verklaard:
4.De verdachte heeft ter terechtzitting het volgende verklaard:
- Voor feit 4: tot een geldboete van USD 250,= ;
- Voor feit 5: tot twee weken hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van USD 350,= ;
- Voor feit 6: tot een geldboete van USD 225,=.
misdragenin de zin van artikel 17h Wetboek van Strafrecht BES, nu is gebleken dat hij zijn partner op 17 maart 2024 opnieuw heeft mishandeld.
misdragingen die wegens een
onherroepelijke veroordelingnaast elkaar bestaan, en dat een misdraging wel degelijk ook een in de proeftijd gepleegd strafbaar feit kan betreffen. Ook als de veroordeling voor dat feit nog niet onherroepelijk is.
- als de voorwaarden niet worden nageleefd;
- als de veroordeelde zich misdraagt; of
- als de veroordeelde onherroepelijk is veroordeeld voor een nieuw strafbaar feit (artikel 17h).
enals de veroordeelde zich had misdragen.
Juist bij wangedrag is het nodig, dat de veroordeelde snel de gevolgen bemerkt. Daarom is het wenselijk, dat last tot tenuitvoerlegging reeds kan worden gegeven, indien de veroordeelde zich aan wangedrag schuldig maakt: zulks ter beoordeling van de rechter en zonder dat van dit wangedrag uit een onherroepelijke uitspraak behoeft te blijken”.
veroordelingvoor een nieuw strafbaar feit, maar op het ontstaan van een nieuwe
verdenkingdat de verdachte zich aan enig strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. De Hoge Raad beoordeelt deze uitleg als niet onbegrijpelijk, in aansluiting op een gelijkluidend oordeel uit 2015.
aan de rechter die het in artikel 17a bedoelde bevel heeft gegeven’. Oftewel: aan de rechter die de voorwaardelijke straf heeft opgelegd. Anders dan in Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt de bevoegdheid van de rechter die een nieuw, tijdens de proeftijd gepleegd, strafbaar feit berecht nergens genoemd.
misdragingook het plegen van een nieuw strafbaar feit te verstaan. Taalkundig lijkt dat ook logisch. Anderzijds zou toewijzing van de vordering van de officier van justitie leiden tot een tot nu toe niet gebruikelijke interpretatie van de wet, die in strijd lijkt te zijn met de wetssystematiek. Die nieuwe interpretatie zou bovendien een (grote) verruiming meebrengen van de mogelijkheden om een last tot tenuitvoerlegging te geven.
misdragenin de zin van artikel 17h Sr.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken;
11 (elf) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
geldboetevan
$ 250,--(tweehonderdvijftig Amerikaanse dollar), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis;
5 (v
ijf)maandelijkse termijnen van
$ 50,00(vijftig Amerikaanse dollar),
2 (twee) weken,geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van
2 (twee) jaren,
2(twee)
jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
geldboetevan
$ 350,--(driehonderdvijftig Amerikaanse dollar), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12(twaalf)
dagen hechtenis;
7(zeven) maandelijkse termijnen van
$ 50,00(vijftig Amerikaanse dollar),
geldboetevan $
225,--(tweehonderdvijfentwintig Amerikaanse dollar), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8(acht)
dagen hechtenis;
4(vier) maandelijkse termijnen, van 3x $
50,00(vijftig Amerikaanse dollar) en 1x $
75,00(vijfenzeventig Amerikaanse dollar),