ECLI:NL:OGEABES:2024:44

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
SAB202400015
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van eigendom van een perceel aan het Openbaar Lichaam Saba op basis van artikel 3:200a BW

Op 5 juni 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een zaak waarbij het Openbaar Lichaam Saba (OLS) een verzoek indiende om eigendom van een perceel gelegen aan de Kerkstraat in The Bottom, Saba, toegekend te krijgen. Het perceel, groot 1.069 m2, is onbebouwd en bedoeld als parkeerterrein. Het verzoek is ingediend op basis van artikel 3:200a van het Burgerlijk Wetboek, dat een regeling biedt voor langdurig onverdeeld gebleven nalatenschappen. De rechter heeft vastgesteld dat het perceel langdurig onverdeeld is gebleven en dat het OLS als gebruiker kan worden aangemerkt. De erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaar, Charles Woods, zijn moeilijk te traceren, wat de noodzaak van de regeling onderstreept.

Tijdens de zitting op 29 mei 2024 zijn de gemachtigde van OLS en enkele belanghebbenden per videoverbinding verschenen. De rechter heeft geoordeeld dat het verzoek van OLS gegrond is en heeft besloten het perceel aan OLS toe te kennen zonder de verplichting om het perceel te ontwikkelen ten behoeve van de deelgenoten. OLS is verplicht om een bedrag van USD 96.210 te betalen aan de deelgenoten volgens de regels van erfrecht, met een verjaringstermijn van vijf jaar voor de uitbetaling. De beschikking is openbaar gemaakt en zal worden ingeschreven in de openbare registers in Saba.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Saba

Zaaknummer: SAB202400015
Datum uitspraak: 5 juni 2024
Beschikking op het verzoek op grond van artikel 3:200a Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het perceel gelegen te
THE BOTTOM, Kerkstraat, 1.069 m2
onbebouwd, beoogd parkeerterrein,
eigendom, groot 1.069 m2, omschreven in meetbrief 6 van 1999, register C deel 3 nummer 313, geregistreerd op naam van de erven Charles Woods, geboren te Bermuda op 17 januari 1901, overleden te Curaçao op 27 november 1928.
van:
HET OPENBAAR LICHAAM SABA,
verzoeker,
zetelend te Saba, hierna: OLS,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud,
en
[MEDE-VERZOEKSTERS],
beiden wonende in Curaçao,
kleinkinderen van wijlen […], zuster van Charles Woods op wiens naam het perceel staat,
en
andere
erfgenamen van Charles WOODS, aangeduid in het verzoekschrift onder 2-4.

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoeker heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend.
1.2.
De openbare oproeping van belanghebbenden als bedoeld in artikel 200f lid 5 BW heeft plaatsgevonden door publicaties in de Staatscourant, de National Gazette en The Daily Herald, en door berichten op het aankondigingenbord van het Courthouse Saba, op de website en de LinkedIn-pagina van het Hof en op de facebookpagina’s van Courthouse Sint Maarten, Courthouse Sint Eustatius, Courthouse Saba en Hof van Justitie Curaçao.
1.3.
De zaak is behandeld op de oude-boedel-zitting van 29 mei 2024 in het Courthouse Saba. Verschenen zijn de gemachtigde van het OLS en, per videoverbinding met Curaçao, Sarita Victoria en José Malin.

2.De beoordeling

Het verzoek
2.1.
Verzoeker verzoekt dat het gerecht beslist over de eigendom van het perceel.
2.2.
Het verzoek is gebaseerd op de wettelijke regeling voor langdurig onverdeeld gebleven nalatenschappen (artikel 3:200a Burgerlijk Wetboek). Deze regeling is bedoeld om een oplossing te bieden voor terreinen met een onduidelijke eigendomssituatie en geeft de rechter de mogelijkheid grond aan ‘gebruikers’ toe te wijzen. Ook afstammelingen van de oorspronkelijk eigenaar kunnen als ‘gebruiker’ worden aangemerkt. De rechter kan ook grond toewijzen aan de overheid, die het vervolgens aan ‘gebruikers’ moet uitgeven in koop, erfpacht of huur, alles voor zover dat redelijk is.
Het perceel
2.3.
Het verzoek ziet op het perceel omschreven in de kop van deze beschikking.
De grondslag van het verzoek
2.4.
Verzoeker (OLS) legt het volgende aan het verzoek ten grondslag. OLS doet beroep op 3:200a e.v. BW BES.
2.5.
Het perceel is onbebouwd, onbewoond en niet in gebruik. Het perceel is aan OLS aangeboden door […[ (geboren […] 1932), een van de deelgenoten. [Zij] is de dochter van wijlen […], de zuster van Charles Woods op wiens naam het perceel staat en die kinderloos is overleden. […] heeft haar dochter […] gemachtigd.
2.6.
OLS wenst het perceel te verkrijgen in het algemeen belang. Het perceel is zeer geschikt parkeerplaats te worden, waaraan grote behoefte is ter plaatse. De vraagprijs is USD 96.210 en OLS is bereid dit te betalen aan de deelgenoten.
Het standpunt van het OLS
2.7.
Artikel 3:200f BW bepaalt dat OLS in dit soort zaken belanghebbende is en moet worden opgeroepen. Artikel 3:200c lid 4 bepaalt dat de rechter het gevoelen inwint van het OLS over de eventueel noodzakelijke ontwikkeling van de onroerende zaak waarop het verzoek betrekking heeft. In deze zaak is OLS zelf de verzoeker.
Toepasselijkheid van de regeling inzake langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen
2.8.
Uit het [verzoekschrift] blijkt dat het niet doenlijk is met volledige zekerheid alle deelgenoten op te sporen. Het perceel is langdurig onverdeeld gebleven. De erfgenamen van Charles Woods, op wiens naam het perceel staat, kunnen op grond van hun verwantschap als gebruikers worden aangemerkt.
2.9.
In eerdere zaken heeft het Gerecht het niet onmogelijk geacht dat een bedrag wordt betaald door het Openbaar Lichaam ten behoeve van de gebruikers en dat de verplichting tot ontwikkeling ten behoeve van de gebruikers (artikel 3:200e BW BES) wegvalt (ECLI:NL:OGEABES:2022:21,
Tras di Montaña, en ECLI:NL:OGEABES:10,
Nikibiko).
2.10.
Het Gerecht houdt hieraan vast in deze zaak.
2.11.
Het perceel zal worden toebedeeld aan OLS zonder de verplichting het te ontwikkelen ten behoeve van de deelgenoten.
2.12.
OLS dient zelf aan de deelgenoten die zich melden het bedrag uit te betalen dat aan hen toekomt naar regels van erfrecht. Het Gerecht zal bepalen dat hier een verjaringstermijn van vijf jaren van toepassing is.
2.13.
Pas na vijf jaren zal dus zekerheid zijn omtrent de deelgenoten die aanspraak maken op een deel van de USD 96.210. Denkbaar is dat OLS begint met uitbetaling van voorschotten naar regels van erfrecht en na vijf jaren het restant naar regels van erfrecht uitbetaalt aan de deelgenoten die zich in die vijf jaren hebben gemeld.

3.De beslissing

Het Gerecht:
- deelt het perceel in eigendom toe aan OLS;
- bepaalt dat OLS niet de verplichting heeft het perceel ten behoeve van de deelgenoten te ontwikkelen;
- veroordeelt OLS om USD 96,210 te betalen aan de deelgenoten naar regels van erfrecht;
- bepaalt dat een verjaringstermijn van vijf jaren geldt nadat deze beschikking kracht van gewijsde heeft gekregen;
- bepaalt dat deze beschikking door toedoen van de griffier binnen twee weken na deze uitspraak openbaar bekend wordt gemaakt in de Staatscourant, de National Gazette en The Daily Herald en op de website van het Gemeenschappelijk Hof, door plaatsing van dit bericht:
BEKENDMAKING
Bij beschikking van het Gerecht in eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 5 juni 2024 is op grond van de wettelijke regeling voor langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen (artikel 3:200a BW BES) een onroerende zaak in eigendom toegekend aan de verzoeker het Openbaar Lichaam Saba. Het betreft de onroerende zaak:
THE BOTTOM, Kerkstraat, 1.069 m2
onbebouwd, beoogd parkeerterrein,
eigendom, groot 1.069 m2, omschreven in meetbrief 6 van 1999
De beschikking is met als zoekterm SAB202400015 te vinden onder Uitspraken op www.rechtspraak.nl
- bepaalt dat de griffier nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan een afschrift van deze beschikking zendt aan de bewaarder van de openbare registers in Saba ter inschrijving;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. de Boer, rechter, en ter openbare terechtzitting in Saba uitgesproken op 5 juni 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.