Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE
Uitspraak
het Bestuurscollege van het Openbaar Lichaam Bonaire,
Inleiding
Beoordeling door het Gerecht
12 maart 2016 als vakantieadres is aangeprezen. Hiermee hebben eisers niet aannemelijk gemaakt dat hun woning ten tijde van het van kracht worden van het ROB verblijfsrecreatief werd gebruikt.
nahet opleggen van de last onder dwangsom, zijn de uitlatingen ook onvoldoende concreet om te concluderen dat er ten tijde van het opleggen van de last onder dwangsom sprake was van concreet zicht op legalisatie.
[naam beleidsadviseur] (destijds Beleidsadviseur Ruimtelijke Ordening bij OLB) staat:
Conclusie en gevolgen
19 september 2024.
Eisers krijgen ook een vergoeding van hun proceskosten voor zover het gaat om de beroepen tegen het afwijzingsbesluit. Omdat de gemachtigde van eisers een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen (1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor de zitting, waarde per punt USD 391,-) bedraagt de vergoeding USD 782,- per zaak. Het Gerecht merkt de beroepen van eisers 2 (BON202400205), eisers 3 (BON202400208) en eisers 4 (BON202400211) aan als samenhangende zaken als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht BES. Deze zaken worden op grond van het eerste lid van dit artikel beschouwd als één zaak. Vanwege de afwijkende beroepsgrond over het vertrouwensbeginsel in het beroep van eisers 1 merkt het Gerecht dit beroep aan als een aparte zaak. Er zijn dus in zoverre twee zaken waarvoor het Bestuurscollege het bedrag van USD 782.- moet betalen. De vergoeding voor proceskosten bedraagt daarom USD 1.564,-.
Beslissing
- verklaarthet beroep van eisers gericht tegen het afwijzingsbesluit van
10 april 2024
gegrond; - vernietigthet afwijzingsbesluit van 10 april 2024;
- bepaaltdat de rechtsgevolgen van het vernietigde afwijzingsbesluit van
10 april 2024 in stand blijven; - verklaarthet beroep van eisers gericht tegen de last onder dwangsom van
24 april 2024
ongegrond; - veroordeelthet Bestuurscollege tot betaling aan eisers van hun proceskosten tot een bedrag van USD 1.564,-;
- bepaaltdat het Bestuurscollege aan eisers 1, eisers 2, eisers 3 en eisers 4 afzonderlijk het door hen betaalde griffierecht van
USD 84,- vergoedt.
Informatie over hoger beroep
binnen zes wekenna de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
- het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
- een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
- vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).