In deze zaak is in geschil of de aanslag inkomstenbelasting en premies voor het jaar 2020, opgelegd aan de belanghebbende, naar het juiste bedrag is vastgesteld. De belanghebbende, woonachtig op Bonaire, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag die door de Inspecteur der Belastingen is opgelegd. De Inspecteur heeft de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting toegepast, maar de belanghebbende betwist dit. De belanghebbende stelt dat zijn ABP-pensioen in Nederland belast is en daarom niet in de Bonairiaanse belastingheffing betrokken mag worden. De Inspecteur daarentegen stelt dat het pensioen wel degelijk in de belastingheffing van Bonaire moet worden betrokken en dat de aftrek correct is berekend.
Het Gerecht heeft op 9 maart 2023 uitspraak gedaan en geoordeeld dat de Inspecteur de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting juist heeft berekend. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het ABP-pensioen, dat ook in Nederland belast is, tot het wereldinkomen van de belanghebbende behoort. De berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is uitgevoerd volgens de geldende wetgeving, en de belanghebbende heeft geen steun gevonden voor zijn stelling dat de berekening onjuist was. Het Gerecht heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.