3.1. [eiser] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. De VvE te veroordelen om aan [eiser] te betalen het achterstallige (netto)loon over de periode van 1 oktober 2022 tot en met 31 mei 2023, waarbij het gaat om een bedrag van USD 8.320,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift tot en met de dag van betaling, althans zodanige veroordeling uit spreken in lijn met het voorgaande als het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren.
2. De VvE te veroordelen om aan [eiser] te betalen de wettelijke verhoging ex artikel 7a:1614q BW BES over het achterstallige loon over de periode van 1 oktober 2022 tot en met 31 mei 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van dit verzoekschrift tot en met de dag van betaling, althans zodanige veroordeling uit te spreken in lijn met het voorgaande al het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren.
3. De VvE te veroordelen om aan [eiser] te betalen het (netto)loon van
USD 1.040,00 per maand vanaf 1 juni 2023 tot en met de datum waarop de arbeidsovereenkomst tussen de VvE en [eiser] rechtsgeldig zal zijn beëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente over de maandelijkse loonbedragen vanaf het moment van opeisbaarheid tot en met de dag van betaling, althans zodanige veroordeling uit te spreken in lijn met het voorgaande al het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren.
4. De VvE te verbieden om zonder voor uitvoering vatbare gerechtelijke titel over te gaan tot ontruiming van de conciërgewoning op het terrein van appartementencomplex Blue Water Residence aan de [adres], op straffe van een dwangsom van USD 100.000,00 in geval van overtreding van het verbod, althans zodanige veroordeling uit te spreken in lijn met het voorgaande als het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren.
5. De VvE te veroordelen om uiterlijk binnen vier weken na betekening van het vonnis in deze zaak in de conciërgewoning op het terrein van het appartementencomplex Blue Water Residence aan de [adres]:
a. a) de condenswaterafvoeren in de houten gevelkozijnen te vervangen of te herstellen;
b) de verrotte hardhouten ramen en deuren te herstellen;
c) het houten kozijn in de slaapkamer aan de noordgevel van de conciërgewoning aan de binnen- en buitenzijde af te kitten en aan de binnenzijde te schilderen;
d) de aluminium kozijnen in de oost- en zuidgevel van de conciërgewoning aan de binnenzijde af te kitten en de dagkanten te schilderen;
e) de gastoevoer te hebben hersteld, waarbij de gastoevoer niet langer door de ruimte met het dieselaggregaat gaat;
f) de afzuigkap in de keuken te hebben hersteld;
g) ervoor te zorgen dat de buitenramen behoorlijk kunnen worden afgesloten;
h) de horren op de buitenramen en op de voordeur te vervangen;
i. i) de boiler te vervangen;
j) de airconditioning op het dak te vervangen,
op straffe van een dwangsom van USD 250,00 per dag of dagdeel dat de VvE hiermee in gebreke blijft, althans zodanige veroordeling uit te spreken in lijn met het voorgaande als het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren.
6. De VvE te veroordelen om uiterlijk binnen één week na betekening van het vonnis in deze zaak opdracht te geven aan een elektricien om de elektrische installatie in de conciërgewoning te herstellen, zodanig dat de elektrische installatie veilig is, de schakelaars, wandcontactdozen en lichtpunten behoorlijk functioneren, er geen sprake meer is van flikkerende lampen en geen kortsluiting meer optreedt, een en ander met inachtneming van het bouwkundig rapport, op straffe van een dwangsom van USD 250,00 per dag of dagdeel dat de VvE hiermee in gebreke blijft, althans zodanige veroordeling uit te spreken in lijn met het voorgaande als het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren.
7. De VvE te veroordelen om aan [eiser] een huurprijsvermindering van 50% per maand toe te kennen vanaf 1 maart 2023 tot de dag waarop de in sub 5 en 6 van het petitum genoemde gebreken aan de conciërgewoning volledig en adequaat zijn verholpen.
8. De VvE te veroordelen in de kosten van de procedure, met bepaling dat als de proceskosten niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag wettelijke rente is verschuldigd.