Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
zittingsplaats Bonaire
Uitspraak
[eiseres],
de minister van Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
14 maart 2019.
14 maart 2019 heeft kunnen indienen, omdat zij ziek is geworden en op 12 januari 2019 naar Brazilië is afgereisd voor een medische ingreep. Ook haar echtgenoot kon de aanvraag niet in een eerder stadium indienen. Hij is op 3 februari 2019 naar eiseres toe afgereisd vanwege haar verslechterde medische situatie. Daarvoor kon hij de aanvraag niet indienen, omdat eiseres toen nog niet in het bezit was van een nieuw paspoort. Op 11 maart 2019 zijn eiseres en haar echtgenoot teruggereisd naar Bonaire en hebben vrijwel meteen de aanvraag ingediend. De te late indiening kan haar gelet hierop niet worden toegerekend, zodat aan haar een verblijfsverguning had moeten worden toegekend met 25 februari 2019 als ingangsdatum. De bestreden beschikking kan daarom niet in stand blijven, aldus nog steeds eiseres.
14 maart 2019 op goede gronden geschied. Het Gerecht ziet daarom aanleiding om de rechtsgevolgen van de vernietigde beschikking in stand te laten.
Beslissing
- verklaarthet beroep
gegrond; - vernietigtde bestreden beschikking;
- bepaaltdat de rechtsgevolgen van de vernietigde bestreden beschikking in stand blijven;
- veroordeeltverweerder in de proceskosten bestaande uit gemachtigdensalaris zijdens eiseres tot een bedrag van USD 782,- (zegge: zevenhonderd tweeëntachtig Amerikaanse dollars);
- bepaaltdat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht ten bedrage USD 84,- (zegge: vierentachtig Amerikaanse dollars) vergoed.
zes wekenna de dag van bekendmaking van de uitspraak. Zie hoofdstuk 5 WarBES.