ECLI:NL:OGEABES:2020:33

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
BBZ nr. BON202000407
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid belastingrechter bij erfpachtcanon geschil

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 12 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van het openbaar lichaam Bonaire. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de in rekening gebrachte erfpachtcanon, welke door de heffingsambtenaar op 28 februari 2020 was opgelegd. De belanghebbende heeft op 8 april 2020 bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard op 10 juli 2020. Hierop heeft de belanghebbende op 9 september 2020 beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

Het Gerecht heeft overwogen dat het in rekening brengen van erfpachtcanon een rechtshandeling is naar burgerlijk recht en dat er derhalve geen sprake is van een beschikking van een bestuursorgaan. Dit betekent dat de belastingrechter, noch een andere administratieve rechter, bevoegd is om kennis te nemen van dit geschil. De belanghebbende dient zich te wenden tot de burgerlijke rechter indien zij het in rekening brengen van de canon in rechte wenst aan te vechten.

De belastingrechter heeft zich kennelijk onbevoegd verklaard, ondanks dat de tekst van artikel 8.106a van de Belastingwet BES deze mogelijkheid niet expliciet voorziet. De rechter heeft echter aangegeven dat in andere Caribische jurisdicties binnen het Koninkrijk wel wettelijk is geregeld dat de belastingrechter zich in een onmiddellijke uitspraak kennelijk onbevoegd kan verklaren. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Jansen en is in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc. uitgesproken.

Uitspraak

Uitspraak van 12 november 2020
BBZ nr. BON202000407
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Zittingsplaats Bonaire
UITSPRAAK
Op het beroep in de zin van
hoofdstuk VIII, titel acht, afdeling drie van de Belastingwet BES van:
[Belanghebbende], gevestigd te Bonaire,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE HEFFINGSAMBTENAAR VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE,
de heffingsambtenaar.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 28 februari 2020 door de heffingsambtenaar erfpachtcanon (aanslagnummer 399726035) in rekening gebracht ten bedrage van $ 30.742,05.
1.2
Belanghebbende heeft op 8 april 2020 daartegen 2020 bezwaar gemaakt.
1.3
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak van 10 juli 2020 het bezwaar ongegrond verklaard.
1.4
Belanghebbende heeft op 9 september 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 8.106a Belastingwet BES kan het Gerecht onmiddellijk uitspraak doen. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.
2.2
Het in rekening brengen van erfpachtcanon is een rechtshandeling naar burgerlijk recht (vgl. GHvJ (LAR) 21 november 2013, ECLI:NL:OGHACMB:2013:72). Van een beschikking van een bestuursorgaan is derhalve geen sprake. Daarom is de belastingrechter noch een andere administratieve rechter bevoegd kennis te nemen van dit geschil. Indien belanghebbende het in rekening brengen van de canon in rechte wenst aan te vechten, dient zij zich te wenden tot de burgerlijke rechter.
2.3
Blijkens de tekst van artikel 8.106a Belastingwet BES kan niet onmiddellijk uitspraak worden gedaan als de belastingrechter zich onbevoegd acht. Een onbevoegdverklaring kan echter wel worden uitgesproken in zaken die niet vereenvoudigd worden afgedaan. Daarom valt niet in te zien dat de belastingrechter in een geval als deze, waarin sprake is van kennelijk onbevoegdheid, niet onmiddellijk uitspraak kan doen. Met een onderzoek ter zitting zal de conclusie van de belastingrechter immers ook zijn dat hij niet bevoegd is kennis te nemen van de zaak.
2.4
Overigens is in de andere Caribische jurisdicties binnen het Koninkrijk wel wettelijk geregeld dat de belastingrechter zich in een onmiddellijke uitspraak kennelijk onbevoegd verklaard (zie artikel 7a van de Landsverordening beroep in belastingzaken Aruba, Curaçao en Sint Maarten).
2.5
Gelet op het vorenstaande zal de belastingrechter zich kennelijk onbevoegd verklaren.

3.BESLISSING

De belastingrechter:
- verklaart zich kennelijk onbevoegd.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter, en uitgesproken op 12 november 2020, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op …………………… aan partijen verzonden.
VERZET
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
Het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (belastingkamer)
Plasa Reina Wilhelmina (Fort Oranje)
Kralendijk
Bonaire
Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.
U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg:
belastinggriffieBES@caribjustitia.org.
Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.