ECLI:NL:OGEABES:2016:4
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vastgoedbelasting en eigendom bij onroerende zaken in Bonaire
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om de vraag of de belanghebbende op 1 januari 2014 genothebbende was van een onroerende zaak voor de vastgoedbelasting. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak in 2013, had op 31 december 2013 een koopovereenkomst gesloten, maar de notariële overdracht vond pas op 1 april 2014 plaats. De Inspecteur der Belastingen legde een aanslag vastgoedbelasting op aan de belanghebbende, die hiertegen bezwaar maakte. Het Gerecht oordeelde dat de vastgoedbelasting geheven wordt van degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de onroerende zaak. Het Gerecht concludeerde dat de belanghebbende op de peildatum nog steeds juridisch eigenaar was, ondanks de economische eigendom die aan de koper was overgedragen. De uitspraak van de Inspecteur om de belanghebbende niet ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaar werd vernietigd, maar de aanslag vastgoedbelasting werd gehandhaafd. De belanghebbende had geen grieven tegen de hoogte van de aanslag ingebracht, waardoor het Gerecht de aanslag als terecht beschouwde. De uitspraak werd gedaan op 19 februari 2016, waarbij het Gerecht de belanghebbende in het gelijk stelde voor wat betreft de ontvankelijkheid van het bezwaar, maar het beroep voor het overige ongegrond verklaarde.