2.4Werkelijke contante uitgaven inclusief bankstortingen
Contante uitgaven die niet ter discussie staan
Conform de standpunten van het openbaar ministerie en de verdediging acht het Gerecht het aannemelijk dat in de onderzoeksperiode sprake was van een bedrag van Afl. 654.178,69 aan bankstortingen, en dat betrokkene in ieder geval de navolgende, in het ontnemingsrapport genoemde, contante uitgaven heeft gedaan:
- Hotelkosten Afl. 66.625,25
- Crystal Pool Afl. 13.484,45
- Euro Kitchen Afl. 35.250,00
- Katra Afl. 1.588,45
- Retraco Afl. 6.448,15
- Union Caribe Afl. 16.834,54
- Lening familie Afl. 8.050,00
- Western Union Afl. 360,37
- Elliptical machine Afl. 4.729,21
Totaal Afl. 153.370,42
Utilities
Uit de ontnemingsrapportage kan worden opgemaakt dat betrokkene in de onderzoeksperiode een bedrag van in totaal Afl. 86.850,83 contant heeft betaald voor door WEB, ELMAR en SETAR voor het adres [adres 1] geleverde diensten op basis van contracten op naam van betrokkene.
De verdediging heeft aangevoerd dat een deel van dit bedrag betrekking heeft op een ander adres, te weten: [adres 2], en dat de desbetreffende kosten niet door betrokkene zijn betaald. Gelet hierop moeten volgens de verdediging de contante uitgaven dienovereenkomstig – met een door de verdediging geschat bedrag van Afl. 21.600,00 – worden verminderd.
Het Gerecht verwerpt dit betoog. Uit niets blijkt dat de in de ontnemingsrapportage genoemde bedragen geheel of ten dele betrekking zouden hebben op het adres [adres2]. Gelet op het voorgaande acht het Gerecht het aannemelijk dat betrokkene contante uitgaven heeft gedaan voor utilities ter hoogte van in totaal Afl. 86.850,83.
Reizen
Uit de ontnemingsrapportage volgt dat door betrokkene en/of [betrokkene 3] in de onderzoeksperiode aan verschillende reisorganisaties contante bedragen zijn betaald voor vliegtickets, bestemd voor betrokkene, [betrokkene 3] en/of zijn kinderen. Zo is aan Avianca in totaal contant een bedrag van Afl. 4.487,00 betaald, aan Discovery Travel Afl. 1.962,00, aan Maduro Travel Afl. 2.319,00 en aan Nautilus Travel
Afl. 65.695,78. In totaal gaat het om een bedrag van Afl. 74.463,78.
Dat een of meer van deze vliegtickets door de dochter van betrokkene zijn betaald, zoals door de verdediging is aangevoerd, is naar het oordeel van het Gerecht niet aannemelijk omdat daarvoor geen onderbouwing is gegeven. Het door de verdediging in dit verband overgelegde stuk, waaruit slechts kan worden opgemaakt dat aan de dochter van betrokkene een studielening was verstrekt, kan niet onderbouwen dat zij voor vliegtickets zou hebben betaald.
Wel wordt de verdediging gevolgd in de stelling dat betrokkene en/of [betrokkene 3] geen contante uitgaven hebben gedaan voor de in de ontnemingsrapportage onder
#93 en #95 opgenomen vliegtickets van Nautilus Travel voor een totaalbedrag van Afl. 3.550,00. De factuur voor deze tickets is immers gesteld op naam van
[betrokkene 4], zodat niet zonder meer aannemelijk is dat deze voor rekening zijn gekomen van betrokkene. Het openbaar ministerie stelt dat door betrokkene of [betrokkene 3] de dag na de dienstreis een contante opname is gedaan van Afl. 4.500,00 en dat hiermee de door [betrokkene 4] aan Nautilus Travel betaalde bedragen contant zijn (terug)betaald, maar dat is niet aannemelijk geworden. Het opgenomen bedrag is immers niet gelijk aan de door [betrokkene 4] betaalde bedragen en ook overigens ontbreekt iedere onderbouwing dat het opgenomen bedrag voor terugbetaling van de door [betrokkene 4] geboekte tickets is gebruikt. Het bedrag van Afl. 3.550,00 zal door het Gerecht derhalve niet worden meegenomen als contante uitgave van betrokkene.
Gelet op het voorgaande acht het Gerecht het aannemelijk dat betrokkene contante uitgaven heeft gedaan voor reizen ter hoogte van in totaal
(Afl. 74.463,78 -/- Afl. 3.550,00 =) Afl. 70.913,78.
Daggeld, dienstreis, representatiekosten
Uit de ontnemingsrapportage kan worden opgemaakt dat betrokkene in de onderzoeksperiode tijdens zijn dienstreizen een contant totaalbedrag van
Afl. 64.751,08 heeft uitgegeven. Dit komt neer op de helft van alle in dit verband aan betrokkene verstrekte daggeld- en representatiekostenvergoedingen.
Het Gerecht acht het aannemelijk dat betrokkene voor dit totaalbedrag aan contante uitgaven heeft gedaan. Dat tijdens de dienstreizen ‘vrijwel alles’ voor betrokkene zou zijn betaald en dat er ‘nauwelijks’ geld nodig was, zoals de verdediging heeft aangevoerd, acht het Gerecht niet aannemelijk. Daarvoor heeft de verdediging ook geen onderbouwing gegeven. Bovendien heeft betrokkene ter terechtzitting bevestigd dat hij tijdens dienstreizen wel degelijk zelf contante uitgaven heeft gedaan.
Aankoop grond
Gelet op de bevindingen in de ontnemingsrapportageen de verklaring van betrokkene ter terechtzittingis het naar het oordeel van het Gerecht aannemelijk dat betrokkene in de onderzoeksperiode contante uitgaven heeft gedaan voor de aankoop van grond, dit voor een bedrag van Afl. 18.000,00.
(Overige) Uitgaven in verband met woning
Atco
Uit de ontnemingsrapportage leidt het Gerecht af dat betrokkene in de onderzoeksperiode een bedrag van Afl. 10.601,50 contant heeft uitgegeven voor bouwmaterialen van ATCO Concrete Products N.V.De daartegenover door de verdediging ingebrachte – andersluidende – berekening wordt door het Gerecht niet gevolgd, omdat daarin credit-memo’s en girale betalingen zijn meegenomen, terwijl die buiten de eenvoudige kasopstelling vallen. Het Gerecht acht het dan ook aannemelijk dat betrokkene Afl. 10.601,50 contant heeft uitgegeven.
Banjo Lux
Uit de ontnemingsrapportage kan worden opgemaakt dat betrokkene een bedrag van Afl. 31.268,59 contant heeft betaald voor onder andere badkamermeubels, tegels en cementproducten van Van Oort On-Shore N.V. (Banjo-Lux).De daartegenover door de verdediging ingebrachte – andersluidende – berekening wordt door het Gerecht niet gevolgd, omdat daarin bank- en creditcardbetalingen worden meegenomen die ook na onderzoek niet gerelateerd konden worden aan uitgeleverde facturen op naam van betrokkene, zodat in zoverre niet aannemelijk is geworden dat het gaat om bestedingen van betrokkene zelf. Het Gerecht acht het gelet op het voorgaande aannemelijk dat betrokkene een bedrag van Afl. 31.268,59 contant heeft uitgegeven.
Overige resterende contante uitgaven woning en contante arbeidskosten woning
Bij de ontnemingsrapportage is een Taxatierapport gevoegd, opgemaakt door bouwkundig ingenieur en taxateur A.S. Rosenstand. In dit rapport is uitgebreid en gedetailleerd ingegaan op de markt- en herbouwwaarde van de woning van betrokkene aan de [adres 1], in het bijzonder met het oog op de waarderingen voor de gebruikte materialen en bestede werkuren voor de aangebrachte verbouwingen en uitbreidingen aan de woning, tuinaanleg en tuinmuren sinds 2012.Aan de hand van dit rapport en (overige) onderzoeksinformatie zijn de contante uitgaven van betrokkene voor de verbouwing van zijn woning in de ontnemingsrapportage geschat op een totaalbedrag van Afl. 225.642,02. De contante uitgaven van betrokkene ter zake van arbeidskosten voor de bouwkundige aanpassingen aan zijn woning zijn - onder meer rekening houdende met ‘eigen werk’ van betrokkene – geschat op
Afl. 229.605,00.Het gerecht acht deze beide schattingen en de daaraan ten grondslag gelegde berekening en onderbouwing duidelijk, gedetailleerd, inzichtelijk en logisch.
De verdediging heeft in zijn reactie d.d. 2 december 2024 op de ontnemingsrapportage een rapport overgelegd, getiteld ‘Augustus 2022 Reële bouwkosten Uitbreiding [adres 1]’. In dit (door betrokkene zelf opgesteld) rapport worden de totale reële bouwkosten begroot op Afl. 191.279,00.
Gebleken is echter dat de verdediging in de strafzaak (een grotendeels) hetzelfde rapport van dezelfde datum heeft ingediend, waarbij de totale reële bouwkosten zijn begroot op een bedrag van Afl. 218.630,00. Daarmee ter zitting geconfronteerd, heeft betrokkene geen duidelijkheid kunnen geven over het hoe en waarom van dit verschil. Daarbij komt dat de verdediging in zijn dupliek d.d. 17 februari 2025 opnieuw een rapport in het geding heeft gebracht (Evaluatie-rapport d.d.
14 februari 2025, opgemaakt door Joe Fernandes Architects & Appraisers).
De daarin begrote kosten zijn in totaal Afl. 67.000,00. Betrokkene heeft ook hierover geen helderheid kunnen verschaffen, anders dan dat dit laatste rapport een evaluatie zou inhouden van de door betrokkene zelf begrote reële bouwkosten.
De door de verdediging in het geding gebrachte rapporten hebben dus verschillende uitkomsten en het is onvoldoende duidelijk waarom dit zo is.
Gelet hierop acht het Gerecht de betwisting door de verdediging van de in de ontnemingsrapportage geschatte bedragen onduidelijk, althans onvoldoende gemotiveerd.
Het Gerecht acht, gelet op het voorgaande, de in de ontnemingsrapportage geschatte bedragen aannemelijk en gaat ervan uit dat betrokkene in de onderzoeksperiode ter zake van verbouwingen aan zijn woning een bedrag van Afl. 225.642,02 aan overige uitgaven, en een bedrag van Afl. 229.605,00 aan arbeidskosten contant heeft uitgegeven.
Restant aankoop woning Colombia
Uit de ontnemingsrapportage blijkt dat uit onderzoek naar voren is gekomen dat [betrokkene 3] aan haar drie zussen in totaal $ 8.000,00 heeft betaald voor de aankoop van haar ouderlijk huis in Colombia. Vanaf 2016 is $ 4.925,00 naar haar vermoedelijk familieleden overgeboekt. Onbekend is hoe het resterende deel ad ($ 3.074,67 =)
Afl. 5.380,67 is betaald: dit is niet in giraal betalingsverkeer aangetroffen. Gelet hierop is het aannemelijk dat dit (restant)bedrag contant is betaald.De stelling van de verdediging dat [betrokkene 3] nog geld schuldig was aan haar zusters, doet hieraan niets af. Het Gerecht acht aannemelijk dat in de onderzoeksperiode een bedrag van Afl. 5.380,67 contant is uitgegeven.
Aankoop Aandelen SHS
Gelet op de bevindingen in de ontnemingsrapportageen de verklaring van betrokkene ter terechtzittingis het naar het oordeel van het Gerecht aannemelijk dat betrokkene in de onderzoeksperiode contante uitgaven heeft gedaan voor de aankoop van aandelen in SHS, dit voor een bedrag van Afl. 2.000,00.
Huur appartement dochter
Uit de ontnemingsrapportage kan worden afgeleid dat betrokkene in de onderzoeksperiode in totaal een bedrag van Afl. 39.462,50 contant heeft uitgegeven voor de huur van het appartement van zijn dochter in de VS.De verdediging heeft aangevoerd dat de dochter van betrokkene zelf een deel van de kosten van dit appartement voor haar rekening heeft genomen. De verdediging heeft dit echter niet onderbouwd. Het door de verdediging in dit verband overgelegde stuk, waaruit slechts kan worden opgemaakt dat aan de dochter van betrokkene een studielening was verstrekt, kan in ieder geval niet onderbouwen dat zij (een deel van) de huur van het appartement in de VS zou hebben betaald. Het Gerecht acht aannemelijk dat betrokkene in de onderzoeksperiode contante uitgaven heeft gedaan voor een bedrag van Afl. 39.462,50.
Island’s Best
Uit de ontnemingsrapportage volgt dat betrokkene in de onderzoeksperiode contante uitgaven heeft gedaan voor een bedrag van Afl. 39.640,70. Het betreft contante betalingen die door dhr. [betrokkene 2] zijn gedaan nadat hij dit geld van betrokkene had ontvangen.De verdediging heeft niet weersproken dat hij deze contante uitgaven heeft gedaan. Het Gerecht acht aannemelijk dat
betrokkene voor een bedrag van Afl. 39.640,70 contante uitgaven heeft gedaan.
Conclusie werkelijke contante uitgaven inclusief bankstortingen
Gelet op het voorgaande concludeert het Gerecht dat het totaal aan werkelijke contante uitgaven inclusief bankstortingen
Afl. 1.606.439,65bedraagt.