Op 22 januari 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een vonnis gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1972 in Aruba. De zaak betreft passieve ambtelijke omkoping, oplichting, en misbruik van functie, ook wel aangeduid als de Flamingozaak. In het oorspronkelijke vonnis is de verdachte vrijgesproken van passieve omkoping, maar is hij wel veroordeeld voor poging tot oplichting, oplichting en misbruik van functie. Echter, in het dictum van het vonnis is een kennelijke fout gemaakt met betrekking tot de bijkomende straf van ontzetting van het passieve kiesrecht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat deze bijkomende straf niet kan worden opgelegd voor de bewezenverklaarde feiten, zoals bepaald in de artikelen 1:64 en 2:364 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
In het herstelvonnis, dat op 27 januari 2025 is ondertekend, wordt deze fout hersteld. Het Gerecht oordeelt dat het herstel van deze fout geen nadelige gevolgen heeft voor de veroordeelde of het Openbaar Ministerie. Het herstelvonnis laat het oorspronkelijke vonnis, voor zover niet gewijzigd, volledig in stand en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke vonnis. De griffier zal het herstelvonnis aan het oorspronkelijke vonnis hechten en aan de betrokken partijen toezenden. Dit herstelvonnis is een belangrijke stap in het proces om juridische fouten te corrigeren en de rechtszekerheid te waarborgen.