ECLI:NL:OGEAA:2025:56

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
AUA202303111
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontheffing van ouderlijk gezag door grootmoeder afgewezen

In deze zaak heeft de grootmoeder verzocht om ontheffing van de moeder uit haar ouderlijk gezag over de minderjarigen [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2]. De grootmoeder stelt dat de moeder ongeschikt is om voor de kinderen te zorgen, terwijl de moeder betoogt dat zij in staat is om een stabiele en liefdevolle omgeving te bieden. De procedure omvat verschillende ingediende stukken, waaronder verzoekschriften en rapporten van de Voogdijraad. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 en 26 september 2024, waarbij de grootmoeder en de moeder aanwezig waren. De Voogdijraad concludeert dat er geen indicaties zijn dat de moeder haar gezag niet naar behoren kan uitoefenen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de grootmoeder niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar verzoek en dat de moeder in staat is om voor de kinderen te zorgen. De grootmoeder's verzoek is afgewezen, en de moeder behoudt haar ouderlijk gezag. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarigen, waarbij het gerecht benadrukt dat de moeder de mogelijkheid moet hebben om haar gezag volledig uit te oefenen en dat de kinderen in een veilige en stabiele omgeving moeten opgroeien.

Uitspraak

Beschikking van 28 januari 2025
Behorend bij EJ nr. AUA202303111
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
wonende in [woonplaats 1],
VERZOEKSTER, hierna: de grootmoeder,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Croes,
tegen
[Verweerster],
wonende in [woonplaats 2],
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: mr. A.E.A. Hernandez.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[Belanghebbende 1],geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats 1],
[Belanghebbende 2],geboren op [geboortedatum] 2021 in [geboorteplaats 2],
hierna: de minderjarigen,
en
[Vader van belanghebbende 1],de vader van sub 1,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
[Vader van belanghebbende 2], de vader van sub 2,
niet verschenen.
Directie Voogdijraad.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 6 september 2023,
  • het verweerschrift van [vader van belanghebbende 1], ingediend op 11 december 2023,
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 12 september 2024,
  • de producties zijdens de moeder, ingediend op 16 september 2024,
  • de mailberichten met bijlagen van de moeder d.d. 16 september 2024, 9 september 2024 en 12 juni 2024,
  • de producties zijdens de moeder, ingediend via e-mail op 16 september 2024,
  • de mondelinge behandeling van 17 september 2024, in aanwezigheid van de grootmoeder in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde, de moeder via videoverbinding in de zittingszaal, bijgestaan door haar gemachtigde en de Voogdijraad bij mevrouw [raadsonderzoeker 1],
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 17 september 2024,
  • het mailbericht van de gemachtigde van moeder d.d. 19 november 2024,
  • het mailbericht van de gemachtigde van [vader van belanghebbende 1] d.d. 20 november 2024,
  • de producties zijdens de moeder, ingediend via e-mail op 22 november 2024,
  • de producties zijdens [vader van belanghebbende 1], ingediend via e-mail op 25 november 2024,
  • reactie van de grootmoeder op het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 25 november 2024,
  • een ongedateerde brief van [belanghebbende 1], overgelegd bij de mondelinge behandeling van 26 november 2024,
  • de voortzetting van de mondelinge behandeling op 26 november 2024, in aanwezigheid van de grootmoeder in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde, de moeder via videoverbinding aanwezig in de zittingszaal, bijgestaan door haar gemachtigde, [vader van belanghebbende 1] in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw [raadsonderzoeker 2],
  • het mailbericht zijdens de grootmoeder, d.d. 12 december 2024.
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige [belanghebbende 1] is geboren uit het huwelijk tussen de moeder en dhr. [vader van belanghebbende 1] (hierna: [vader van belanghebbende 1]). [Vader van belanghebbende 1] heeft [belanghebbende 1] erkend.
2.2
Bij beschikking van 28 september 2015 (behorend bij EJ nr. 1378 van 2015) is de echtscheiding tussen de moeder en [vader van belanghebbende 1] uitgesproken en is bepaald dat het ouderlijk gezag over [belanghebbende 1] voortaan alleen aan de moeder zal toekomen.
2.3
De minderjarige [belanghebbende 2] is geboren uit de affectieve relatie tussen de moeder en dhr. [vader van belanghebbende 2] (hierna: [vader van belanghebbende 2]).
2.4
Bij vordering in het kort geding van dit gerecht van 13 september 2023 (behorend bij KG nr. AUA202303112) is de moeder verboden om op grond van het aan de grootmoeder toekomende blokkaderecht de plaats van verzorging en opvoeding van [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] naar Groot-Brittannië te wijzigen en is bepaald dat dit vonnis van kracht blijft gedurende zes maanden (tot 13 maart 2024), tenzij voor het einde van deze termijn een verzoek als bedoeld in artikel 1:299a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) aanhangig is gemaakt, in welk geval dit vonnis blijft gelden totdat op het verzoek is beslist.
2.5
Het verzoek van de grootmoeder tot ontheffing van de moeder uit haar ouderlijk gezag is op 6 september 2023 ter griffie ingediend.
2.6
Bij e-mailbericht van 6 december 2023 heeft het gerecht – onder verwijzing naar voornoemde vonnis – de Voogdijraad verzocht om een onderzoek in te stellen naar de toekomstige voogdij, ontheffing en woonplaats van de minderjarigen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek

3.1
Het verzoek strekt om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. de moeder van het ouderlijk gezag over [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] te ontheffen en de grootmoeder met de voogdij te belasten, althans dat de minderjarigen voorlopig aan grootmoeder worden toevertrouwd, hangende een beslissing op dit verzoek en gedurende een in te lasten onderzoek naar de feiten, althans,
b. iedere ander beslissing dat het gerecht in goede justitie behoort te vernemen,
c. kosten rechtens.
Het zelfstandige tegenverzoek
3.2 [
Vader van belanghebbende 1] heeft verweer gevoerd inhoudende de volgende (zelfstandige) tegenverzoeken:
a. in afwachting van het door de Voogdijraad te verrichten onderzoek in deze zaak een voorlopige omgangsregeling tussen [vader van belanghebbende 1] en [belanghebbende 1] vast te stellen waarbij [vader van belanghebbende 1] [belanghebbende 1] op de woensdagen vanuit school tot donderdag na school en in de weekenden, alternerend op de vrijdag op zaterdag, de volgende op de zaterdag op zondag, bij zich zal hebben,
b. dat voorwaardelijk [vader van belanghebbende 1] samen met moeder het gezag over [belanghebbende 1] zal uitoefenen,
c. dat het hoofdverblijf van [belanghebbende 1] bij [vader van belanghebbende 1] zal worden bepaald,
d. subsidiair de onder punt 8 van het verweerschrift voorgestelde omgangsregeling tussen [vader van belanghebbende 1] en [belanghebbende 1] vast te stellen,
e. dan wel elke andere beslissing te nemen welke het gerecht in goede justitie behoort te vernemen,
f. kosten rechtens.

4.DE BEOORDELING

Tegenverzoek van [vader van belanghebbende 1]

4.1 [
Vader van belanghebbende 1] heeft een verweerschrift ingediend inhoudende zelfstandige verzoeken tot het bepalen van een omgangsregeling tussen hem en [belanghebbende 1] en hem samen met de moeder te belasten met het ouderlijk gezag over [belanghebbende 1]. Dit verzoek heeft naar het oordeel van het gerecht onvoldoende betrekking met het onderwerp van het verzoek, zodat het gerecht gelet op artikel 429h, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in deze procedure aan deze verzoeken zal voorbijgaan en [vader van belanghebbende 1] daarin niet-ontvankelijk zal verklaren.
Ontheffing
4.2
Ingevolge artikel 1:266 BWA kan de rechter - op verzoek van de Voogdijraad of op vordering van het Openbaar Ministerie - een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet.
Ingevolge het tweede lid van artikel 1:267 BWA kan in het geval, bedoeld in artikel 1:268, tweede lid, onderdeel d, indien de rechter in eerste aanleg een verzoek van de ouders om toestemming tot wijziging in het verblijf van hun kind heeft afgewezen, de ontheffing bovendien verzocht worden door degene die het kind op het tijdstip van het verzoek ten minste een jaar verzorgd en opgevoed heeft.
4.3
Ingevolge artikel 1:268, lid 1 BWA wordt ontheffing niet uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet. Deze regel leidt slechts uitzondering indien er sprake is van een van de situaties als bedoeld in lid 2, onder a tot en met d, van dit artikel.
4.4
De moeder is het niet eens met de verzochte ontheffing. Ter zitting heeft zij verklaard dat zij in staat is om voor de minderjarigen te zorgen, nu zij nodige hulp heeft gezocht voor de verwerking haar verleden. Zij is stabiel, heeft ook een stabiele en rustige relatie en heeft een eigen bedrijf waardoor zij ruim in haar eigen onderhoud kan voorzien en voor de opvoeding en verzorging van de minderjarigen kan zorgen. Zij heeft goede woning met voldoende ruimte voor alle kinderen en ook heeft zij afspraken met goede scholen voor beide minderjarigen in England. De moeder heeft haar psychologische behandeling succesvol afgerond. De grootmoeder heeft geen aanwijzingen naar voren gebracht die duiden op een ongeschiktheid of onmacht van de moeder, op grond waarvan zij uit haar gezag ontheven zou moeten worden. Moeder kan een stabiele en liefdevolle omgeving aan de minderjarigen bieden. Zij heeft een groot belang dat de minderjarigen weer bij haar komen wonen. De moeder verzoekt dan ook om het blokkaderecht van grootmoeder te beëindigen en haar toestemming te geven zodat de minderjarigen voortaan hun woonplaats zullen hebben bij moeder in Engeland.
4.5
De grootmoeder vindt dat de moeder uit haar gezag over de minderjarigen moet worden ontheven. Volgens de grootmoeder maakt de moeder steeds slechte keuzes in haar relaties, waardoor de minderjarigen vaker worden blootgesteld aan huiselijk geweld. [Belanghebbende 1] woont sinds zijn geboorte bij de grootmoeder en wil – volgens de grootmoeder – niet naar de moeder. Moeder is inmiddels bevallen van haar derde kind. Bovendien heeft zij slechts enkele keren geld overgemaakt voor de verzorging van de minderjarigen. De grootmoeder stelt dat zij, vanwege de familieband, de plicht heeft om de minderjarigen bij te staan in hun opvoeding en ervoor te zorgen dat de minderjarigen veilig zijn. Door de houding en gedrag van moeder lopen de minderjarigen gevaar op bij haar, aldus de grootmoeder.
4.6
De Voogdijraad heeft zijn standpunten kenbaar gemaakt in een rapport d.d. 11 september 2024. Volgens de Voogdijraad zijn er geen indicaties dat moeder haar gezag niet naar behoren zou kunnen uitoefenen. Zij heeft huisvestiging, een baan die haar financiële zekerheid biedt, en zij toont, ondanks de fysieke afstand, affectie en betrokkenheid naar de minderjarigen toe. Daarnaast heeft moeder concrete stappen ondernomen voor de opvoeding en zorg van de minderjarigen, waaronder het regelen van naschoolse opvang en steun voor hun ontwikkeling.
De grootste zorg die de Voogdijraad heeft, is de beperkte contactmogelijkheden tussen moeder en de minderjarigen en de negatieve invloed van grootmoeder, die de omgang met zowel de moeder als [vader van belanghebbende 1] belemmert. Hoewel moeder zo veel mogelijk probeert om actief betrokken te blijven in het leven van de minderjarigen, wordt haar gezag door de grootmoeder ondermijnd. Dit heeft (negatieve) gevolgen voor de emotionele en psychologische ontwikkeling van de minderjarigen. Een voorbeeld hiervan is de stress die [belanghebbende 1] ervaart, de verwarring en het loyaliteitsconflict door de negatieve invloed van de grootmoeder. Voor de minderjarigen is het van belang dat hun veiligheid wordt gewaarborgd en dat zij een stabiele en veilige opvoedingsomgeving hebben waarin zij zich vrij kunnen ontwikkelen zonder emotionele druk of conflict. Daarnaast is het essentieel dat moeder haar gezag volledig kan uitoefenen en dat de minderjarigen met haar worden herenigd. Dan kunnen zij in een harmonieuze en veilige omgeving opgroeien, met de nodige steun en zorg voor hun emotionele en psychologische welzijn. De Voogdijraad concludeert dat er geen sprake is van onveiligheid in de situatie bij moeder in Engeland, die de ontwikkeling van de minderjarigen kan verstoren.
4.7
Het onderzoeksrapport is met partijen ter zitting besproken. De grootmoeder heeft bezwaren geuit tegen het onderzoeksrapport, inhoudende – kort gezegd – dat het onderzoek niet zorgvuldig heeft plaatsgevonden en dat er sprake is van inconsistenties in het rapport van de Voogdijraad.
4.8
Naar het oordeel van het gerecht is, gelet op het rapport en het verhandelde ter zitting, niet voldaan aan het wettelijke criterium voor ontheffing, daar onvoldoende is gebleken dat de moeder ongeschikt of onmachtig is haar plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen. Het voogdijrapport is voldoende zorgvuldig en consistent. De moeder heeft de nodige hulp gezocht voor haar verleden en voor de opvoeding van de minderjarigen. Inmiddels heeft moeder een eigen bedrijf, een nieuwe partner die haar ondersteunt, een baby en huisvestiging. Het gerecht is bovendien van oordeel dat de grootmoeder het niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de moeder ongeschikt dan wel onmachtig zal zijn tot haar plicht tot verzorging en opvoeding van de minderjarigen te vervullen. Niet is gebleken dat de moeder haar eigen belangen vooropstelt en de belangen van de minderjarigen verwaarloost, waardoor zij bedreigd worden in hun ontwikkelingen. Voorts zijn er geen voldoende concrete feiten gesteld waaruit blijkt dat de minderjarigen bij de moeder zullen worden verwaarloosd. Dat de grootmoeder met instemming van de moeder de verzorging en opvoeding van de minderjarigen op zich heeft genomen, is destijds in het belang van de minderjarigen geweest toen moeder in een crisissituatie(s) verkeerde, maar daarvan is allang geen sprake meer. De grootmoeder verdient waardering voor haar bereidheid om op dat moment voor [belanghebbende 1] te zorgen maar dat legitimeert niet dat zij haar alleen op die grond haar toestemming kan blijven weigeren aan de gezaghebbende ouder om de plaats van verzorging en opvoeding van de minderjarigen te wijzigen. Daarmee zou worden afgestapt van het – ook in de wet verankerde – uitgangspunt dat het gezag bij (een van) de ouder(s) berust en deze ouder daarmee ook het recht behoudt om voor haar kinderen te zorgen. Voor het gerecht is dit aanleiding om te concluderen dat de moeder de veiligheid en stabiliteit van de minderjarigen voldoende kan waarborgen en hun thans een stabiele en veilige opvoedingsomgeving kan bieden. Daarnaast is het van belang dat de minderjarigen met hun moeder worden herenigd en kennismaken met hun nieuwe broertje. De moeder moet de mogelijkheid hebben om haar ouderlijk gezag volledig uit te kunnen oefenen en de minderjarigen moeten de mogelijkheid krijgen om samen met de moeder in een harmonieuze en veilige omgeving op te groeien, waar zij de nodige zorg en affectie voor hun emotionele welzijn zullen ontvangen van hun eigen moeder.
4.9
Nu gelet op het voorgaande aan de voorwaarden tot ontheffing genoemd in artikel 1:266 juncto 1:268 BWA niet is voldaan, zal het gerecht de verzochte ontheffing in het belang van de minderjarigen afwijzen.
4.1
Dit alles betekent dat de moeder haar ouderlijk gezag over beide minderjarigen behoudt en dat grootmoeder zich niet meer moet beroepen op haar blokkaderecht. De moeder is dan ook als eenhoofdig gezaghebbend ouder gerechtigd de minderjarigen te verhuizen naar haar woonplaats in England. Het gerecht beseft zich dat dit een bittere pil voor grootmoeder is en dat dit met name voor [belanghebbende 1] in het begin een verwarrende situatie kan opleveren. Daarom zal grootmoeder in het belang van [belanghebbende 1] maar ook van [belanghebbende 2] mee moeten werken aan een spoedig aanstaande verhuizing van de minderjarigen naar England. De moeder zal in het belang van de minderjarigen ervoor moeten blijven zorgen dat er genoeg goede contactmomenten tussen grootmoeder en de minderjarigen blijven alsook tussen [belanghebbende 1] en [vader van belanghebbende 1].

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart [vader van belanghebbende 1] niet ontvankelijk in zijn tegenverzoeken,
wijst het verzoek van de grootmoeder af,
Deze beslissing is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, bijgestaan door mr. K.M. Geerman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 januari 2025, in tegenwoordigheid van de griffier.