Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
“Deze Overeenkomst wordt geacht te zijn ontbonden, indien de desbetreffende notariële akte van erfpachtverlening niet binnen zes (6) maanden na dagtekening van deze Overeenkomst is verleden.”
“Tijdens het overleg van 30 juni jl. waarbij cliënte, Bucuti en de DIP aanwezig waren, heeft u aangegeven, dat het Land Aruba zijn medewerking tot het verlijden van de notariële akte van erfpachtverlening conform de Overeenkomst zal verlenen, mits de notaris in de notariële akte melding maakt van de Uitspraak en het door Bucuti op 23 juni 2025 ten laste van het Land Aruba gelegde conservatoire beslag op Perceel A. Cliënte heeft aangegeven daartegen geen bezwaar te hebben. (…) Cliënte heeft het Land Aruba bij e-mail van 7 juli 2025 opnieuw verzocht om tot het verlijden van de notariële akte van erfpachtverlening over te gaan. Opnieuw bleef een reactie van het Land Aruba uit.“Manchebo sommeert het Land in deze brief om uiterlijk 16 juli 2025 te bevestigen dat zij bij notaris [notaris], die wel bereid is gebleken, haar medewerking zal verlenen aan het verlijden van de akte. De e-mail van het Land aan de advocaat van Manchebo van 16 juli 2025:
“Hierbij bevestig ik dat het benodigde advies met betrekking tot de verlenging van de erfpachtperiode voor het perceel van Manchebo is ingewonnen en dat er geen verdere bezwaren zijn. Conform de eerdere communicatie en de bereidheid van de Directie Infrastructuur en Planning (DIP) om de akte te passeren bij de eerstvolgende geplande afspraak van de betrokken notaris, verzoek ik u vriendelijk om de nodige stappen te ondernemen voor het passeren van de akte.”Uit de e-mail van 31 juli 2025 van de advocaat van Manchebo aan het Land:
“Heeft de DIP inmiddels de gelegenheid gehad om met de minister in gesprek te gaan? Houd er rekening mee dat cliente zich in een uiterst moeilijke positie bevindt met betrekking tot haar lening: de bank oefent aanzienlijke druk op haar uit. Zowel de notaris als DWJZ hebben inmiddels bevestigd dat de belangen van Bucuti op geen enkele wijze worden geschaad door de verlenging van de erfpacht. De uitspraak van Bucuti verschaft op geen enkele manier een zakelijk recht aan Bucuti. Bovendien heeft de notaris verklaard dat hij de uitspraak van het Gerecht in Eerste Aanleg in de akte zal incorporeren.”Per e-mail van 8 augustus 2025 bericht het Land aan de advocaat van Manchebo:
“Bij deze wil ik u informeren dat de minister additioneel spoedadvies heeft gevraagd met betrekking tot het dispuut tussen Manchebo en Bucuti. U zult hierover binnen korte tijd nadere feedback ontvangen.”
“mogelijke schade”begroot op
“in ieder geval”Afl. 18.000.000,00 waarop haar vordering door de beslagrechter voorlopig is begroot. In het beslagverzoek komen onder andere de volgende passages voor:
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
“De opheffing wordt onder meer uitgesproken bij verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslag blijkt, (…).”
(“onder meer”)geeft de kortgedingrechter de nodige beslissingsruimte. Het Gerecht overweegt het volgende. Voorop staat dat onderhavig beslag een zogenaamde verhaalsbeslag is. Bucuti stelt immers een vordering op het Land te hebben en legt daarom beslag op Perceel A. Duidelijk is echter dat Bucuti er ook voor had kunnen kiezen een ander vermogensbestanddeel van het Land te beslaan. Voor het verhaal van haar mogelijke vordering is beslaglegging op het Perceel A dus niet noodzakelijk. Zelfs had Bucuti ervoor kunnen kiezen helemaal geen conservatoir beslag te leggen; er is namelijk geen reden om aan te nemen dat het Land uiteindelijk geen verhaal zou bieden. En dat zegt Bucuti ook met zoveel woorden in haar beslagrekest onder 26.