ECLI:NL:OGEAA:2025:235

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 augustus 2025
Publicatiedatum
22 augustus 2025
Zaaknummer
51 van 2025
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot informatie en vervolgingsbeslissing in strafvorderlijk kort geding

Op 12 augustus 2025 heeft verzoeker een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op grond van artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba. Het verzoek was gericht aan het Openbaar Ministerie van het Land Aruba en vroeg om gedetailleerde informatie over de beschuldigingen tegen verzoeker, evenals een tijdige vervolgingsbeslissing. De beschikking is op 15 augustus 2025 gegeven.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat verzoeker eerder op 15 juli 2025 soortgelijke verzoeken had ingediend, die op 17 juli 2025 waren afgewezen. Dit eerdere verzoek was door het Hof op 8 augustus 2025 niet-ontvankelijk verklaard, waardoor de beschikking van 17 juli 2025 onherroepelijk was geworden. Het Gerecht concludeert dat het verzoek van verzoeker opnieuw is ingediend zonder nieuwe gronden en dat het in feite een verkapt appel is tegen de eerdere afwijzing.

Gelet op het belang van een goede strafrechtsbedeling en de onherroepelijke beslissing van het Gerecht, oordeelt de rechter dat de verzoeken van verzoeker elke redelijke grond ontberen. De rechter wijst de verzoeken af zonder nader onderzoek, zoals voorgeschreven in artikel 43 lid 4 Sv. De beschikking is gegeven in raadkamer op 15 augustus 2025 door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit Gerecht, in aanwezigheid van mr. J. van der Vegte, griffier.

Uitspraak

Zaaknummer: 51 van 2025
Datum beschikking: 15 augustus 2025
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING IN STRAFVORDERLIJK KORT GEDING
gegeven op het verzoek op grond van artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (Sv) van:
[Verzoeker],
te [woonplaats],
hierna ook te noemen: verzoeker,
gemachtigden: de raadslieden mrs. D.G. Croes en D.L. Emerencia,
tegen:
het Openbaar Ministerie van het Land Aruba,
zetelende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Op 12 augustus 2025 is namens verzoeker bij het Gerecht een verzoek op grond
van artikel 43 Sv ingediend. Dit verzoek strekt ertoe het openbaar ministerie te gebieden:
1. verzoeker in detail te informeren over de aard en oorzaak van de beschuldigingen tegen hem, inclusief de concrete beschuldigingen waarop het vermeende strafbare handelen is gebaseerd;
2) niet later dan 23 augustus 2025, dan wel binnen een goede justitie te bepalen termijn, ten aanzien van verzoeker een vervolgingsbeslissing te nemen.
1.2.
De beschikking is bepaald op heden.

2.BEOORDELING

2.1.
Ingevolge artikel 43 lid 1 Sv kan in alle gevallen waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt en daaromtrent in geen wettelijke regeling is voorzien, een verzoek om zodanige voorziening in een strafvorderlijk kort geding worden gedaan door de verdachte of degene die daarbij een rechtstreeks hem bepaaldelijk aangaand belang heeft. Ingevolge artikel 43 lid 4 Sv wijst de rechter, indien hij aanstonds van oordeel is dat degene die het verzoek of de vordering heeft gedaan niet-ontvankelijk is of dat elke redelijke grond aan het verzoek of de vordering ontbreekt, zonder nader onderzoek en met eenvoudige redengeving de gevraagde voorziening af. In dit kader overweegt het Gerecht het volgende.
2.2.
Verzoeker heeft op 15 juli 2025 (nagenoeg) gelijkluidende verzoeken met dezelfde strekking bij het Gerecht ingediend, welke verzoeken het Gerecht bij beschikking van
17 juli 2025 met toepassing van het bepaalde in artikel 43 lid 4 Sv heeft afgewezen.
2.3.
Het door verzoeker tegen deze beschikking ingestelde hoger beroep is door het Hof bij beschikking van 8 augustus 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Hiermee is de beschikking van het Gerecht van 17 juli 2025 onherroepelijk geworden.
2.4.
Het voorgaande betekent dat het Gerecht reeds onherroepelijk heeft beslist op de verzoeken die verzoeker thans opnieuw voorlegt. Het Gerecht is bij die stand van zaken van oordeel dat de door verzoeker gevraagde voorziening gelet op het belang van een goede strafrechtsbedeling niet dringend noodzakelijk is. Het betreft in feite een verkapt appel tegen de eerdere afwijzing daarvan en daarvoor is artikel 43 Sv niet bedoeld.
2.5.
Gelet op het voorgaande is de rechter aanstonds van oordeel dat aan de verzoeken elke redelijke grond ontbreekt. Gelet hierop zal de rechter de verzoeken zonder nader onderzoek afwijzen, zoals voorgeschreven in artikel 43 lid 4 Sv.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 15 augustus door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit Gerecht, in aanwezigheid van mr. J. van der Vegte, griffier.