In deze zaak heeft de vader verzocht om gezamenlijk met de moeder belast te worden met het gezag over hun minderjarige kinderen. De moeder woont in Aruba, terwijl de vader in Nederland verblijft. De Voogdijraad heeft in een rapport geadviseerd om het verzoek van de vader te honoreren, maar het gerecht heeft dit verzoek afgewezen. De rechter oordeelde dat de vader onvoldoende betrokken is bij het leven van de minderjarigen, wat blijkt uit het gebrek aan communicatie en contact sinds zijn vertrek naar Nederland in februari 2023. De vader heeft geen initiatieven genomen om de band met de kinderen te onderhouden of te versterken, en zijn betrokkenheid wordt bemoeilijkt door de fysieke afstand en het tijdsverschil.
De moeder heeft verzocht om het advies van de Voogdijraad niet op te volgen en het eenhoofdig gezag te behouden. Het gerecht heeft vastgesteld dat de slechte verhouding tussen de ouders en het gebrek aan communicatie in het belang van de minderjarigen niet wenselijk is om gezamenlijk gezag toe te kennen. De vader is niet in staat om goede besluiten te nemen over de minderjarigen en heeft geen concrete plannen gepresenteerd om zijn rol als ouder te vervullen. Het verzoek om een omgangsregeling is eveneens afgewezen. De rechter heeft de vader aangespoord om contact te blijven houden met de minderjarigen en te werken aan de communicatie met de moeder, met het oog op het welzijn van de kinderen.