ECLI:NL:OGEAA:2024:59
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van executie in kort geding met betrekking tot erfpacht en beslaglegging
In deze zaak heeft [eiseres], de moeder en enige erfgename van wijlen [zoon van eiseres], een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] met als doel de schorsing van de executie van een vonnis uit 2009, waarbij haar zoon was veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [gedaagde]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 13 februari 2024 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 maart 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. [Eiseres] stelt dat er nieuwe betalingsbewijzen zijn opgedoken die de hoogte van de schuld aan [gedaagde] substantieel verlagen. Tevens is er een beroep gedaan op verjaring van de vordering van [gedaagde] op basis van artikel 3:324 BWA.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de executie van het vonnis van 26 augustus 2009 misbruik van bevoegdheid oplevert, omdat [eiseres] pas eind 2023 op de hoogte is geraakt van het vonnis en de betekening daarvan. De belangenafweging valt in het voordeel van [eiseres] uit, aangezien de executie haar woning bedreigt. Het gerecht heeft besloten de executie te schorsen, maar het beslag niet op te heffen. [Gedaagde] is in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op Afl. 450,-- aan griffierecht, Afl. 258,-- aan explootkosten en Afl. 1.500,-- aan salaris van de gemachtigde.