ECLI:NL:OGEAA:2024:55

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
AUA202202115AR en AUA2023I00005AR
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling wegens tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst voor de vernieuwing en uitbreiding van een elektrische installatie

In deze zaak vorderde Kulture Café betaling van B.B. Electrical wegens toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst voor de vernieuwing en uitbreiding van de elektrische installatie. Kulture Café had in oktober 2021 een offerte aangevraagd bij een gepensioneerd medewerker van het elektriciteitsbedrijf, die op naam van B.B. Electrical een prijsopgave deed. Kulture Café heeft een deel van de kosten betaald, maar de overeenkomst werd ontbonden omdat de werkzaamheden niet waren voltooid. Kulture Café stelde B.B. Electrical aansprakelijk voor de schade die zij had geleden door het niet afmaken van het werk. B.B. Electrical verweerde zich door te stellen dat er geen overeenkomst met Kulture Café bestond, en dat zij niet verantwoordelijk was voor de tekortkomingen van de gepensioneerde medewerker. Het Gerecht oordeelde dat Kulture Café niet voldoende had aangetoond dat er een overeenkomst was gesloten met B.B. Electrical, en wees de vordering af. Kulture Café werd veroordeeld in de proceskosten van B.B. Electrical. In de vrijwaringszaak werd de vordering tegen de gepensioneerde medewerker eveneens afgewezen, en werd B.B. Electrical veroordeeld in de proceskosten van de gepensioneerde medewerker.

Uitspraak

Vonnis van 27 maart 2024
Behorend bij AUA202202115AR (hoofdzaak)
AUA2023I00005AR (vrijwaringszaak)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de hoofdzaak van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GVH GORDON VENTURES HORECA VBAh.o.d.n. Kulture Café Aruba,
te Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Kulture Café,
gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch,
tegen:
de vennootschap onder firma
B. B. ELECTRICAL & GENERAL CONSTRUCTION SERVICE V.O.F.,
te Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: B.B. Electrical,
gemachtigde: mr. C.B.A.. Coffie,
en in de vrijwaringszaak van:
de vennootschap onder firma
B. B. ELECTRICAL & GENERAL CONSTRUCTION SERVICE V.O.F.,
te Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: B.B. Electrical,
gemachtigde: mr. C.B.A. Coffie,
tegen:
[Gedaagde in vrijwaring],
te Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: [gedaagde in vrijwaring],
gemachtigde: mr. R. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
in de hoofdzaak:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring;
- de conclusie van antwoord in het incident;
- het vonnis in het incident, waarbij de oproeping van [gedaagde in vrijwaring] is bevolen;
- de akte van niet dienen van repliek door Kulture Café;
in de vrijwaringszaak:
- de incidentele vordering in de hoofdzaak, tevens conclusie van eis tot vrijwaring;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating producties van B.B. Electrical.
1.2
De zaken zijn daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Kulture Café exploiteert horeca-ondernemingen. Haar directeur heeft in oktober 2021 aan [gedaagde in vrijwaring] - een gepensioneerd medewerker van het elektriciteitsbedrijf - offerte gevraagd voor de vernieuwing en uitbreiding van de elektrische installatie in een van haar bedrijfspanden, waar Kulture Café is gevestigd. [Gedaagde in vrijwaring] heeft op briefpapier van B.B. Electrical een prijsopgave van AWG 8.990,19 gedaan. Op deze offerte staat: “Mr. [gedaagde in vrijwaring] appointed Project Leader”.
2.2
Kulture Café heeft aan [gedaagde in vrijwaring], deels contant en deels op diens privérekening, voor de offerte AWG 477,27 betaald. Vervolgens heeft Kulture Café als voorschot op de uitvoeringskosten AWG 6.066,51 aan [gedaagde in vrijwaring] betaald, en tot slot nog een nader voorschot van AWG 602,50. [Gedaagde in vrijwaring] heeft aan de directeur van Kulture Café op briefpapier van B.B. Electrical voor beide eerste bedragen facturen overhandigd. [Gedaagde in vrijwaring] heeft een begin gemaakt met de uitvoering van de werkzaamheden maar voordat hij deze had voltooid heeft Kulture Café de overeenkomst, bij brief van 26 februari 2022, ontbonden wegens een tekortkoming in de nakoming door [gedaagde in vrijwaring].
2.3
Kulture Café heeft vervolgens B.B. Electrical erop aangesproken dat zij het werk af dient te maken. Toen weigerde dit voor eigen rekening te doen, heeft Kulture Café haar bij brief van maart 2022 aansprakelijk gesteld voor de schade, die volgens Kulture Café AWG 3.098,15 bedraagt. B.B. Electrical heeft aan de sommatie tot betaling niet voldaan.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1
Kulture Café vordert de veroordeling van B.B. Electrical om aan haar een hoofdsom van AWG 3.098,15 te betalen, te vermeerderen met incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De hoofdsom wordt gevormd door de kosten die Kulture Café heeft moeten maken om het door [gedaagde in vrijwaring] verlaten werk af te maken, AWG 5.419,43, verminderd met het bedrag dat Kulture Café nog aan B.B. Electrical had moeten betalen als het werk wél was afgemaakt, AWG 2.321,18 (de overeengekomen aanneemsom volgens de offerte verminderd met de aanbetalingen). Grondslag van de vordering is dat B.B. Electrical toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis uit de overeenkomst die zij met Kulture Café heeft om de volledige vernieuwing en uitbreiding van de elektrische installatie voor het geoffreerde bedrag te verrichten.
3.2
B.B. Electrical voert als verweer dat [gedaagde in vrijwaring] haar heeft benaderd om op naam van B.B. Electrical, als erkend installateur, de werkzaamheden voor Kulture Café te verrichten. Daarmee heeft B.B. Electrical ingestemd op voorwaarde dat de betalingen via haar zouden verlopen. Vervolgens heeft B.B. Electrical niets meer vernomen, niet van [gedaagde in vrijwaring] noch van Kulture Café, totdat zij er veel later op werd aangesproken om het werk af te maken. Betalingen heeft zij nooit ontvangen. Tussen haar en Kulture Café bestaat geen overeenkomst die voor haar een verplichting heeft geschapen. Zo’n overeenkomst bestaat kennelijk wel - en slechts - tussen Kulture Café en [gedaagde in vrijwaring], aldus B.B. Electrical.
3.3
Als niettemin wordt geoordeeld dat tussen B.B. Electrical en Kulture Café een overeenkomst bestaat die voor B.B. Electrical de verplichting heeft geschapen om het werk (af) te maken, dan is dat het gevolg van onrechtmatig handelen van [gedaagde in vrijwaring] jegens B.B. Electrical. Hij heeft onrechtmatig in haar naam afspraken gemaakt, facturen gestuurd en betalingen ontvangen, aldus B.B. Electrical. In dat geval is [gedaagde in vrijwaring] gehouden aan B.B. Electrical haar schade te vergoeden, dat wil zeggen te betalen hetgeen B.B. Electrical mocht worden veroordeeld aan Kulture Café te betalen. Zo luidt de vordering in vrijwaring.
3.4 [
Gedaagde in vrijwaring] voert als verweer dat hij met toestemming van B.B. Electrical op haar naam de offerte en de facturen aan Kulture Café heeft overhandigd. Dat maakte het voor hem mogelijk om het werk ‘erkend’ te verrichten, zoals Kulture Café wenste. [Gedaagde in vrijwaring] heeft zich niet tot enige (door)betaling aan B.B. Electrical verplicht; voor zover Kulture Café aan hem heeft betaald was dat terecht. Hij is overigens jegens Kulture Café niet tekortgeschoten en voor de ontbinding van hun overeenkomst door Kulture Café bestond geen grond, aldus [gedaagde in vrijwaring].

4.DE BEOORDELING

In de hoofdzaak
4.1
Volgens de hoofdregel van bewijsrecht, artikel 149 Rv, moet de rechter feiten of rechten die door de ene partij zijn gesteld en door de wederpartij niet (voldoende) zijn betwist, als vaststaand beschouwen, behoudens zijn bevoegdheid bewijs te verlangen zo vaak aanvaarding van de stellingen zou leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat. Deze laatste situatie doet zich niet voor. Sprake is van de eerste situatie. B.B. Electrical heeft gemotiveerd gesteld dat zij de toestemming aan [gedaagde in vrijwaring] om haar bedrijfsnaam te gebruiken teneinde met Kulture Café een ‘erkende’ elektrische- installatieovereenkomst te kunnen sluiten, heeft gegeven onder de voorwaarde dat de uitvoering van die te sluiten overeenkomst waaronder de betalingen via haar zou lopen, terwijl zij nadien niets meer heeft vernomen. Kulture Café heeft voor zover B.B. Electrical weet geen offerte geaccepteerd en B.B. Electrical heeft geen werkzaamheden verricht of aan [gedaagde in vrijwaring] opgedragen, noch betalingen ontvangen. Nu Kulture Café deze stellingen niet heeft betwist - aan haar is immers akte van niet dienen van repliek verleend - moet het Gerecht ze als vaststaand beschouwen. Dit betekent dat niet vaststaat dat een overeenkomst is gesloten tussen Kulture Café en B.B. Electrical die B.B. Electrical verplichtte voor een bepaalde prijs bepaalde werkzaamheden aan de elektrische installatie van Kulture Café te verrichten en die haar thans verplicht die werkzaamheden af te maken.
4.2
Een overeenkomst kan, behalve direct tussen de beide contractspartijen, ook aldus tot stand komen dat een partij wordt vertegenwoordigd door een derde. Denkbaar is dat [gedaagde in vrijwaring] B.B. Electrical bij het sluiten van de overeenkomst met Kulture Café heeft vertegenwoordigd, althans dat de schijn is gewekt dat hij daartoe gemachtigd was, aan welke schijn B.B. Electrical op grond van art. 3:61 lid 2 BW jegens Kulture Café gebonden zou kunnen zijn. Kulture Café heeft echter onvoldoende feiten gesteld en te bewijzen aangeboden die dit oordeel zouden kunnen dragen. Kulture Café heeft bijvoorbeeld - omdat zij de gelegenheid voor het nemen van een conclusie van repliek voorbij heeft laten gaan - niet gemotiveerd waarom zij de verklaring waarbij de overeenkomst wordt ontbonden heeft gericht aan [gedaagde in vrijwaring], als zij meende dat zij een overeenkomst had met B.B. Electrical. Kulture Café heeft ook niet uitgelegd waarom zij meende te moeten en bevrijdend te kunnen betalen aan [gedaagde in vrijwaring], terwijl zij volgens haar eigen stelling dat zij een overeenkomst heeft met B.B. Electrical een verplichting had tot betaling aan B.B. Electrical, die een daar tegenover staande verplichting tot uitvoering aan haar had.
4.3
Het voorgaande betekent dat de vordering in de hoofdzaak moet worden afgewezen. Kulture Café wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van B.B. Electrical. Deze worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op AWG 500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
In de vrijwaringszaak
4.4
De vordering strekt ertoe dat [gedaagde in vrijwaring] wordt veroordeeld om aan B.B. Electrical het bedrag te betalen dat B.B. Electrical wordt veroordeeld om aan Kulture Café te betalen. Nu deze laatste veroordeling in de hoofdzaak niet wordt uitgesproken, behoeft de vordering in de vrijwaringszaak geen inhoudelijke beoordeling alvorens zij kan worden afgewezen.
4.5
Hiermee is B.B. Electrical jegens [gedaagde in vrijwaring] de in het ongelijk gestelde partij, zodat zij wordt veroordeeld om zijn proceskosten te betalen. Deze worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op AWG 500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht,
in de hoofdzaak:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Kulture Café in de kosten van de procedure, die tot de datum van deze uitspraak aan de kant van B.B. Electrical worden begroot op AWG 500,-- aan salaris van de gemachtigde, en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de vrijwaringszaak:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt B.B. Electrical in de kosten van de procedure, die tot de datum van deze uitspraak aan de kant van [gedaagde in vrijwaring] worden begroot op AWG 500,-- aan salaris van de gemachtigde, en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 27 maart 2024 in aanwezigheid van de griffier.