ECLI:NL:OGEAA:2024:239

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
AUA202100254
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijkse goederengemeenschap na echtscheiding met betrekking tot bezittingen en schulden

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het de verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. Partijen zijn op 9 september 2009 in gemeenschap van goederen gehuwd en zijn op 12 augustus 2019 gescheiden. De echtscheidingsbeschikking bevatte een bevel tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw heeft gevorderd om de gemeenschap naar redelijkheid te verdelen, terwijl de man een alternatieve verdeling heeft voorgesteld. Het gerecht heeft de verschillende bezittingen en schulden van de gemeenschap beoordeeld en toegewezen aan de respectieve partijen, waarbij het uitgangspunt was dat alle bezittingen en schulden die op de peildatum aan de partijen toebehoorden in de gemeenschap vallen.

De verdeling omvatte onder andere de toedeling van voertuigen, inboedel, bankrekeningen, en andere activa. De Chevrolet werd aan de vrouw toegewezen, terwijl de Volkswagen aan de man ging. De inboedel werd ook aan de vrouw toegewezen, met een geschatte waarde van Afl. 20.000. De bankrekeningen werden verdeeld op basis van de naam waaronder ze stonden geregistreerd. Daarnaast werden er afspraken gemaakt over de verdeling van belastingschulden en andere financiële verplichtingen. Het gerecht heeft ook de waarde van de aandelen in een vennootschap en andere activa beoordeeld, waarbij het aandeel van de vrouw in Fung Shun N.V. zonder nadere verrekening werd toegewezen.

Uiteindelijk heeft het gerecht bepaald dat de man aan de vrouw een bedrag van Afl. 39.186,11 plus € 22.238,14 moet betalen ter zake van overbedeling. De uitspraak is gedaan op 6 november 2024, waarbij elke partij zijn eigen proceskosten draagt.

Uitspraak

Vonnis van 6 november 2024
Behorend bij A.R. nr. AUA202100254
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiseres]te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
tegen:
[Gedaagde]te Aruba,
Gedaagde, hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. J. M.R.F. Scheper (gedesisteerd), thans mr. C.S. Edwards. .

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 26 mei 2021,
  • de zittingsaantekeningen d.d. 5 juli 2021,
  • de akte d.d. 16 februari 2022 van de man, met producties,
  • de antwoordconclusie d.d. 18 mei 2022 van de vrouw, met producties,
  • de akte uitlating producties.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Het volgende staat tussen partijen vast.
2.1
Partijen zijn op 9 september 2009 in Aruba in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Bij beschikking van dit gerecht van 1 juli 2019 is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. Het huwelijk van partijen is op 12 augustus 2019 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.
2.2
In de echtscheidingsbeschikking staat ook een bevel aan partijen om hun huwelijksgoederengemeenschap te verdelen.

3.HET GESCHIL

De vrouw heeft gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, naar redelijkheid de verdeling van de gemeenschap van goederen te bevelen. op de door haar aangegeven wijze, kosten rechtens. De man heeft als verweer tegen die vordering een alternatieve verdeling voorgesteld. Hieronder zal het gerecht de vermogensbestanddelen die tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren verdelen en de vordering vaststellen van de een op de ander wegens overbedeling.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uitgangspunt is dat alle bezittingen en schulden die op 12 augustus 2019 aan de vrouw en/of aan de man toebehoorden in de goederengemeenschap vallen en toedeling aan de een leidt tot vergoeding van de helft van de waarde daarvan aan de ander. Bij dit laatste geldt in beginsel volgens regelend recht een als peildatum de datum van de verdeling, dat is dus vandaag. Hierna zal het gerecht de verschillende goederen en schulden van de gemeenschap aan een van de echtgenoten toedelen. Daarbij stelt het gerecht voorop dat ten aanzien van geen van die goederen is gebleken dat zij op een bijzondere wijze aan de een of aan de ander verknocht zijn.
De Chevrolet en de Volkswagen
4.2
De Chevrolet zal aan de vrouw worden toegedeeld en de Volkswagen aan de man. De man heeft de waardes van deze auto’s onweersproken getaxeerd op Afl. 40.342,25 respectievelijk Afl. 16.140,76, zodat het gerecht zal uitgaan van verrekeningen van die bedragen.
De Mitsubishi Lancer en KIA Sportage
4.3
De man heeft voor het eerst bij akte na de comparitie twee auto’s genoemd die onderdeel zouden uitmaken van de gemeenschap, een Mitsubishi Lancer uit het jaar 2000 en een KIA Sportage uit 2012. Volgens de vrouw is de man daarmee te laat, maar nu de vrouw inhoudelijk heeft kunnen reageren op wat de man in dit verband heeft gesteld verwerpt het gerecht dit bezwaar.
De vrouw heeft bij antwoordconclusie aangevoerd dat de man ermee heeft ingestemd om de Mitsubishi op naam van haar moeder te zetten, maar de man op deze stelling heeft nog niet op deze stelling kunnen reageren. De Mitsubishi heeft echter kennelijk te weinig waarde om daar nog afzonderlijk mee te rekenen, zodat het gerecht uit praktische overwegingen aan haar bewering voorbijgaat.
Volgens de vrouw is de KIA van haar moeder en wordt die auto (net als de Mitsubishi) al jaren door haar moeder gebruikt. Het is niet helemaal duidelijk of de vrouw hiermee bedoelt dat de KIA eigendom is van haar moeder, of aan haar moeder in gebruik is gegeven. Voor zover zij zich op het standpunt heeft gesteld dat de KIA buiten de gemeenschap valt, is dat standpunt tegenover de met producties 1 en 2 bij akte van de man aangetoonde tenaamstelling van de KIA (op naam van de vrouw) onvoldoende gemotiveerd. Het gerecht gaat er daarom vanuit dat man mede-eigenaar is en dat die auto’s aan de vrouw worden toegedeeld.
De vrouw heeft geen afzonderlijk verweer gevoerd tegen de door de man gemaakte begroting van de waarde van de KIA op Afl. 12.476,84. Dat de waarde van de Mitsubishi aanleiding geeft voor enige verrekening, is niet gebleken. Het gerecht zal de beide auto’s aan de vrouw toedelen, dit tegen verrekening van Afl. 12.476,84.
de inboedel
4.4
Partijen zijn het erover eens dat de inboedel/het huisraad aan de vrouw zal worden toegedeeld. De waarde van de inboedelgoederen wordt door de man op Afl. 80.000 gesteld en door de vrouw op hoogstens Afl. 10.000. Gelet op de invoerheffing die in 2015 is betaald voor wat partijen uit Miami hebben laten importeren en het feit dat er toen ook inboedelgoederen in Aruba zijn gekocht, heeft de man voldoende aannemelijk gemaakt dat de aanschafprijs van alle goederen samen redelijkerwijs op Afl. 80.000 kan worden gesteld. Partijen hebben de inboedel gebruikt om hun woning in te richten. Deze woning behoort in eigendom toe aan de moeder van de vrouw. Goederen die aard- en nagelvast met die woning zijn verbonden, zijn dus door natrekking eigendom van de moeder van de vrouw geworden. Dit laat onverlet dat de goederengemeenschap recht heeft om die goederen weer mee te nemen. Bij de verdeling tussen partijen en de taxatie van de waarde zal daarom rekening worden gehouden met alle in 2015 aangeschafte inboedelgoederen.
Sinds de man de woning voorgoed heeft verlaten gebruikt de vrouw deze inboedelgoederen, kennelijk zonder daarvoor een vergoeding te zijn verschuldigd. De man rekent kennelijk met de waarde van deze goederen (en/of het recht op medeneming) per de datum van de echtscheiding, in plaats van de waarde per vandaag, klaarblijkelijk. vanwege het feit dat de vrouw al die tijd gratis gebruik heeft gemaakt van de gezamenlijke eigendom. Zijn keuze voor een afwijkende peildatum voor de taxatie is daarom redelijk en billijk. Omdat inboedelgoederen in het algemeen zeer snel in waarde afnemen houdt het gerecht schattenderwijs rekening met 75% afschrijving over de periode 2015 – 2019 en begroot het de waarde van de inboedelgoederen in het kader van de verdeling op Afl. 20.000.
de banksaldi
4.5
De bankrekeningen worden toegedeeld aan de partij op wiens naam ze zijn gesteld. Bankrekeningen [bankrekening 1] en [bankrekening 2] bij Arubabank (saldi op de peildatum voor de omvang van de gemeenschap: Afl. 65,76, respectievelijk Afl. 32.524,83) worden aan de vrouw toegedeeld, evenals de twee Nederlandse rekeningen bij ABN-Amro bank die op haar naam staan (rekening [bankrekening 3] - € 971,20 en [bankrekening 4] - € 7.502,57).
Aan de man worden toegedeeld Arubabank rekeningen [bankrekening 5 (Afl. 2.977,96) en [bankrekening 6] (Afl. 229.000) en ABN-Amro rekeningen [bankrekening 7 (€ 52.512,59) en [bankrekening 8] (€ 437,45).
Dat er ook een bankrekening in Hong Kong is die op naam van de vrouw staat, is door de vrouw betwist. De man stelt dat partijen een contant bedrag van Afl. 18.000 op een bankrekening in Hong Kong hebben gestort, maar volgens de vrouw hebben uitsluitend haar ouders daar een HSBC-rekening. Nu de man te kennen heeft gegeven geen bewijs te kunnen leveren ter zake van een bankrekening in Hong Kong, gaat het gerecht aan zijn stelling voorbij.
vuurwerkcontainers
4.6
Van de containers die regelmatig worden verhuurd voor verkoop van vuurwerk zullen, zoals partijen zijn overeengekomen, containers C-1 en C-2 aan de man worden toegedeeld en container C-3 aan de vrouw. Partijen zijn het ook eens geworden over de waarde die in het kader van de verdeling moet worden gehanteerd: Afl. 6.000 per container. Het gerecht beslist dienovereenkomstig.
gereedschap
4.7
Een welder, boedelbak en compressor die in de gemeenschap vallen worden aan de man toegedeeld, onder verplichting van de man om ter zake daarvan Afl. 1.000 te verrekenen met de vrouw. Het enkele feit dat hij deze artikelen nodig heeft voor zijn werk, brengt niet mee dat hij daarvoor geen vergoeding aan de vrouw is verschuldigd.
belastingen en premies
4.8
De belastingdienst heeft vorderingen op de man en de vrouw. Blijkbaar gaat het grotendeels om belastingschulden ter zake van inkomsten die partijen ten tijde van het huwelijk hebben genoten, toen zij nog een gemeenschappelijke huishouding hadden. Uit de laatste processtukken maakt het gerecht op dat de man deze schulden voor zijn rekening zal nemen. Deze door partijen voorgestelde toedeling aan de man ziet kennelijk slechts op de schulden die stammen uit de periode waarin partijen met elkaar waren gehuwd. Het gerecht neemt aan dat partijen de eventuele schulden over het jaar 2019 (waarvan de hoogte nog onbekend is) slechts voor een gedeelte zullen verdelen, namelijk naar evenredigheid van de periode van dat jaar waarin zij nog met elkaar gehuwd waren.
Tot en met het belastingjaar 2018 gaat het om een totaalbedrag van Afl. 71.336,83 (Afl. 54.936,85 + Afl. 16.399,98 over 2018). Het verrekeningsbedrag over 2019 kan pas worden bepaald wanneer de hoogte van de aanslagen bekend is: de helft daarvan dient door de vrouw aan de man te worden vergoed, respectievelijk (bij teruggaven) door de man aan de vrouw te worden doorbetaald. Welke betekenis productie 5 bij antwoordconclusie heeft (een afkoopbedrag dat betrekking zou hebben op het jaar 2020) is het gerecht niet duidelijk geworden.
schilderijen
4.9
De zoon van partijen heeft schilderijen gemaakt. Op de vordering van de man om hem een aantal schilderijen toe te delen heeft de vrouw niet gereageerd. Het gerecht zal bepalen dat de helft van de in de boedel vallende schilderijen aan de man wordt toegedeeld.
pensioenrechten en nalatenschappen
4.1
Partijen zijn het hierover eens: de rechten en nalatenschappen worden toegedeeld aan de partij die de rechten heeft opgebouwd respectievelijk de erfgenaam is.
het aandeel in Fung Shun N.V.
4.11
Op naam van de vrouw staat een 40% aandeel in de vennootschap waarin zij en haar ouders een onderneming (supermarkten en een restaurant) drijven. In de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 veranderde het eigen vermogen (Equity) van de vennootschap volgens de balansen uitsluitend door winsten en verliezen. Dat vermogen was steeds negatief. De man zet vraagtekens bij de gepresenteerde cijfers en vindt ze niet maatgevend. De waarde van de onderneming moet in werkelijkheid veel hoger zijn, vindt de man. Hij wijst erop dat de onderneming een omzet boekt van ruim Afl. 700.000 per jaar, dat opmerkelijk is dat er op de laatste dag van het boekjaar geen of heel weinig geld op de bank en in kas was en dat het negatieve eigen vermogen grotendeels bestaat uit een schuld in rekening-courant aan de aandeelhouders. De man maakt aanspraak op verrekening van de rekening-courantschuld.
De vrouw heeft bij wijze van verweer een door de accountant van de onderneming opgestelde
reviewovergelegd van de stellingen van de man, waarmee productie 7 bij de akte van de man wordt aangevallen. Op basis van de review stelt de vrouw dat haar aandeel een waarde heeft van Afl. 255.840 negatief.
4.12
Op het rapport dat de vrouw als productie 2 bij haar antwoordconclusie heeft overgelegd heeft de man nog niet kunnen reageren, maar nu hij ondanks het overleggen van jaarstukken die hem aanknopingspunten voor bewijslevering hebben gegeven zijn bestrijding van de maatgevendheid daarvan onvoldoende heeft uitgewerkt, ziet het gerecht geen reden om in het kader van de verdeling enige waarde toe te kennen aan het aandeel van de vrouw in de vennootschap.
Van een negatieve waarde van het aandeel (mocht de vrouw die waarde al willen verrekenen) is evenmin gebleken. Aandeelhouders van een vennootschap hoeven in het algemeen geen vermogen bij te storten en dat dit hier anders is, is niet gebleken. Het gerecht deelt het aandeel van 40% daarom zonder nadere verrekening toe aan de vrouw.
H
de rekening-courant
4.13
De man eist – voor het eerst bij akte na comparitie dat een in rekening-courant geboekte vordering van de vrouw op de vennootschap aan haar wordt toegedeeld, tegen verrekening van de waarde daarvan. Die waarde stelt hij op 40% van de vordering van de gezamenlijke aandeelhouders. In productie 2 bij antwoordconclusie staat dat de rekening-courant schuld die op de balans van de onderneming staat een saldo is van vorderingen van de ouders van de vrouw op de onderneming en een schuld van de vrouw aan de onderneming.
merk-tassen
4.14
De vrouw beschikt over meerdere (20) damestassen van beroemde merken. De man heeft bij wijze van voorbeeld foto’s overgelegd van een tas die via internet kon worden gekocht voor US$ 3.315 (productie 17 bij akte). Op de foto’s is onder meer te zien dat de vrouw die tas draagt.
Of de vrouw de tassen als belegging heeft gekocht moet worden betwijfeld, maar doet er niet toe. Ter comparitie zijn partijen overeengekomen dat de helft van de 20 tassen aan de man zal worden toegedeeld, kennelijk zonder nadere verrekening. Het gerecht beslist dienovereenkomstig.
credit cards
4.15
De man heeft ontkend dat hij (op de peildatum 12 augustus 2019) een credit card had. Omdat de vrouw niet op die ontkenning heeft gereageerd, gaat het gerecht ervan uit dat uitsluitend de vrouw toen een credit card schuld had, die zij voor haar rekening heeft genomen. Toedeling van deze schuld aan haar zal volgen, en wel zonder verrekening.
ten slotte
4.16
Er zijn bewijsaanbiedingen gedaan, maar die zien niet of onvoldoende specifiek op feiten en/of omstandigheden die bestreden zijn en tot een andere verdeling kunnen leiden. Het gerecht passeert de bewijsaanbiedingen. Dit betekent dat de volgende verdeling wordt vastgesteld:
aan de vrouw tegen verrekening van
de Chevrolet Equinox 2017
Afl. 40.342,25
Mitsubishi Lancer 2000
--
KIA Sportage 2012
Afl. 12.476,84
de Inboedel/het huisraad
Afl. 20.000,00
tegoeden op de volgende bankrekeningen
[Bankrekening 1] bij Arubabank
Afl. 65,76
[Bankrekening 2] bij Aruba bank
Afl. 32.524,83
[bankrekening 3] bij ABN-Amro bank
€ 971,20
[bankrekening 4] bij ABN-Amro bank
€ 7.502,57
vuurwerkcontainer nr C-3
Afl. 6.000
de helft van de schilderijen van de zoon van partijen
---
de door de vrouw opgebouwde pensioenrechten en verworven (aandelen in) nalatenschappen
---
het 40% aandeel in Fung Shun N.V.
---
10 merktassen
---
de Credit card-schuld
---
totaal:
Afl. 111.409,68 + € 8.473,77
en aan
de man tegen verrekening van
Volkswagen Amarok 2011
Afl. 16.140,76
Banktegoeden:
Arubabank [bankrekening 5])
Arubabank [bankrekening 6]
ABN-Amro [bankrekening 7)
ABN-Amro [bankrekening 8).
Afl. 2.977,96
Afl. 229.000,00
€ 52.512,59
€ 437,45
vuurwerkcontainers nrs. C-1 en C-2
Afl. 12.000,00
Welder, boedelbak en compressor
Afl. 1.000,00
belasting teruggaaf/schuld
< Afl. 71.336,83>
de helft van de schilderijen van de zoon
de door de man opgebouwde pensioenrechten en verworven (aandelen in) nalatenschappen
10 merk tassen (belegging)
totaal:
Afl. 189.781,89 + € 52.950,04
4.17
Omdat de man wordt overbedeeld, dient hij ter zake daarvan aan de vrouw de helft van de bedragen van Afl. 78.372,21 en € 44.476,27 te betalen. De aanslagen over 2019 moeten nog worden vastgesteld, zodat et gedeelte daarvan over de periode 1 januari 2019 tot en met 12 augustus 2019 nog 50/50 moet worden verrekend.
Betaling van het euro-bedrag mag in Arubaanse florin plaatsvinden, in dat geval tegen de interbancaire wisselkoers van de dag van de betaling.
4.18
Omdat de procedure onderdeel uitmaakt van de afwikkeling van de huwelijkse relatie tussen partijen bepaalt het gerecht dat elke partij de eigen proceskosten draagt.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
verdeelt de huwelijkse goederengemeenschap van partijen als weergegeven in rov 4.16 van dit vonnis;
veroordeelt de man om aan de vrouw ter zake van overbedeling Afl. 39.186,11 plus € 22.238,14 te betalen,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van de procedure aldus dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 november 2024 in aanwezigheid van de griffier.