ECLI:NL:OGEAA:2024:213

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
AUA202300036AR
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige toepassing van commerciële elektriciteitstarieven door N.V. Elektriciteit-Maatschappij Aruba aan Vereniging van Eigenaren Oceania

In deze zaak vorderde de Vereniging van Eigenaren Oceania Resort Residences I en II (hierna: Oceania) dat het Gerecht zou verklaren dat N.V. Elektriciteit-Maatschappij Aruba (hierna: Elmar) onrechtmatig had gehandeld door het commerciële DB-tarief toe te passen voor de levering van elektriciteit aan de appartementencomplexen. Oceania stelde dat zij recht had op het goedkopere A-tarief, omdat zij geen commercieel doel had en de individuele eigenaars van de appartementen vertegenwoordigde. Elmar voerde echter aan dat de aansluiting van de appartementen op het elektriciteitsnet niet voldeed aan de voorwaarden voor het A-tarief, omdat alle appartementen individueel en rechtstreeks op het transformatorhuis van Elmar moesten worden aangesloten.

Het Gerecht oordeelde dat Elmar niet onrechtmatig had gehandeld. De keuze voor het commerciële DB-tarief was destijds bewust gemaakt door de ontwikkelaar van de appartementen, en er was geen rechtsgrond voor de stelling van Oceania dat Elmar misbruik maakte van haar monopoliepositie. Het Gerecht concludeerde dat de voorwaarden voor het A-tarief redelijk waren en dat Oceania niet kon aantonen dat Elmar onrechtmatig had gehandeld door het DB-tarief toe te passen. De vorderingen van Oceania werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en voorwaarden bij de levering van elektriciteit, en dat de keuze voor een bepaald tarief niet onterecht kan worden betwist als deze keuze in het verleden bewust is gemaakt.

Uitspraak

Vonnis van 11 september 2024
Behorend bij AUA202300036 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:

1.VERENIGING VAN EIGENAARS OCEANIA RESORT RESIDENCES I,

te Aruba,
eiseres sub 1, hierna ook te noemen Oceania I,
gemachtigde: voorheen advocaat mr. R.T.J.M. Oomen en thans mr. J.P. Sjiem Fat, en

2.VERENIGING VAN EIGENAARS OCEANIA RESORT RESIDENCES II,

te Aruba,
eiseres sub 2, hierna ook te noemen Oceania II,
gemachtigde: voorheen advocaat mr. R.T.J.M. Oomen en thans mr. J.P. Sjiem Fat,
eiseressen, gezamenlijk te noemen: Oceania,
tegen:
de naamloze vennootschap N.V. ELEKTRICITEIT-MAATSCHAPPIJ ARUBA,
te Aruba,
gedaagde, hierna te noemen: Elmar,
gemachtigde: de advocaat mr. M. Bemer.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 6 januari 2023;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek met producties;
- de akte uitlating producties tevens verzoek om pleidooi;
- de akte overlegging producties van Oceania;
- de akte overlegging producties van Elmar.
1.2
Pleidooi heeft plaatsgevonden op 27 februari 2024. Ter zitting zijn verschenen: namens Oceania [betrokkene 1], de voormalig gemachtigde mr. R.T.J.M. Oomen en de gemachtigde mr. J.P. Sjiem Fat. Namens Elmar zijn verschenen [betrokkene 2], [betrokkene 3] en de gemachtigde mr. M. Bemer. Partijen hebben het woord gevoerd, mede aan de hand van overgelegde pleitnota’s en hebben op elkaars stelling gereageerd of kunnen reageren.
1.3
Vervolgens heeft Elmar op 27 maart 2024 een akte uitlating na pleidooi met producties genomen en heeft Oceania op 24 april 2024 een antwoordakte na pleidooi genomen.
1.4
Hierna is vonnis bepaald op heden

2.DE FEITEN

2.1
Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
2.2
Oceania is een vereniging van eigenaars (hierna: VvE). Zij vertegenwoordigt 127 eigenaars van appartementsrechten in de appartementencomplexen Oceania I en Oceania II. Beide complexen bestaan uit in totaal zes gebouwen met (woon)appartementen, gelegen te Eagle aan de [adres], gebouwd in twee fasen tussen 2004 en 2010.
2.3
In 2005 heeft de ontwikkelaar van Oceania I, Kelky Geel Reality N.V. (hierna: Kelky), door tussenkomst van een installateur ten behoeve van de bouwfase een stroomaansluiting aangevraagd voor Oceania I. Op 21 september 2005 is tussen Elmar en Kelky een overeenkomst inzake levering en afname van elektriciteit (hierna: stroomleverings-overeenkomst) aan voornoemde complexen tot stand gekomen.
2.4
Elmar levert elektriciteit aan Oceania I vanuit een transformatorhuis met daarin de enige elektriciteitsmeter van Elmar van waaruit een hoofdspanningskabel loopt naar een centraal transformatorgebouw op het terrein van Oceania I. Vanuit deze centrale unit zijn de individuele appartementen aangesloten op het elektriciteitsnet en kan het stroomverbruik van ieder appartement door de VvE worden gemeten. De VvE wordt voor het totale stroomverbruik van alle eigenaars van door Elmar aangeslagen, waarna de VvE dit op basis van de individuele meters over de appartementsrechten van Oceania omslaat.
2.5
Op 15 februari 2007 heeft [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4]), projectontwikkelaar, namens Kelky bij Elmar een aanvraag gedaan voor een aansluiting op het elektrisch net volgens het DB-tarief. Elmar heeft [betrokkene 4] toen voorgehouden dat wanneer Oceania voor het residentiele tarief in aanmerking zou willen komen de installaties van de appartementen allemaal individueel met een elektriciteitsmeter aan het distributienet moesten worden gekoppeld, maar daar is door [betrokkene 4] toen niet voor gekozen. Naar aanleiding hiervan is op 8 maart 2007 een stroomleveringsovereenkomst volgens het (commerciële) DB-tarief tot stand gekomen. Op dat moment ontliepen het A-tarief en DB-tarief elkaar niet veel, later wel.
2.6
De tariefstructuur van Elmar wordt mede ingegeven door een door de minister na te streven publiek belang. De minister beslist of deze door het verlenen van goedkeuring aan een bepaalde tariefstructuur de energiekosten beïnvloedt van onder meer huishoudens of bepaalde soorten grootverbruikers en hoe.
2.7
Bij Landsbesluit van 16 oktober 2006 is het volgende bepaald:

7. Voorwaarden en tarieven
a. De voorwaarden, waaronder stroomverbruikers aansluiting verkrijgen aan de netten – daaronder begrepen de tarieven voor stroomlevering, welke mogen worden toegepast – zijn per categorie stroomverbruikers in het concessiegebied gelijkluidend en worden door de concessiehoudster vastgesteld in overeenstemming met de minister belast met energiezaken.b. Tarieven worden door concessiehoudster vastgesteld in overeenstemming met de minister belast met economische zaken.
c. Een herziening van de in punt 7a bedoelde voorwaarden zal kunnen plaatsvinden indien een van de genoemde partijen daartoe schriftelijk de wens te kennen geeft, en wel telkens na verloop van 5 (vijf) jaren, te rekenen vanaf de datum der laatste vaststelling. Tussentijds zal slechts tot herziening worden overgegaan indien zich belangrijke feiten voordoen, welke – naar het oordeel van de minister belast met economische zaken – een herziening wettigen.”
2.8
Tussen Elmar en Oceania I is op 15 juni 2011 een nieuwe schriftelijke stroomleveringsovereenkomst tot stand gekomen, voor de duur van zes maanden ingaande op 1 juli 2011, waarop de algemene voorwaarden van Elmar van toepassing zijn verklaard.
2.9
Bij brief van 19 september 2011 heeft Elmar aan Oceania I bericht dat zij de bestaande stroomleveringsovereenkomst beëindigt met ingang van 1 januari 2012, omdat zij bezig is om tezamen met de bevoegde autoriteiten in Aruba de tarieven voor het leveren van elektriciteit te herstructureren en de aansluitvoorwaarden en algemene bepalingen te wijzigen.
2.1
Bij brief van 28 december 2011 heeft Elmar Oceania I een nieuwe DB-overeenkomst aangeboden gelijkluidend aan de op dat moment geldende overeenkomst. Daarmee is de aangegane stroomleveringsovereenkomst voortgezet.
2.11
Op 7 december 2012 zijn namens Elmar nieuwe, in samenspraak met de verantwoordelijke ministers, vastgestelde algemene voorwaarden, algemene bepalingen en tarievenregeling bij het Gerecht gedeponeerd, waaronder bijlage 4: Tarievenregeling voor de levering van elektriciteit.
2.12
In de Aansluitvoorwaarden Algemene Bepalingen Tarieven van Elmar is in artikel 5 bepaald, dat de aansluiting tot stand wordt gebracht indien: de aan te sluiten installatie gelegen is aan een weg waarlangs reeds een verdeelnet van voldoende afmeting, waardoor de elektriciteit onder aan de verbruiker te leveren spanning wordt overgebracht, aanwezig is. In artikel 7 is bepaald dat het door de verbruiker aan het elektriciteitsbedrijf verschuldigde wordt bepaald overeenkomstig de vastgestelde tarieven.
2.13
In artikel 5 van de tussen partijen geldende stroomleveringsovereenkomst is bepaald dat het elektriciteitsbedrijf bepaalt op welke wijze de verbruiker aan het elektriciteitsnet aangesloten wordt.
2.14
In de Algemene voorwaarden voor de levering van elektrische energie door N.V. Elektriciteit-Maatschappij “Aruba” is in artikel 4 lid 7 sub b bepaald:

de aan te sluiten Installatie gelegen is aan een weg waarlangs reeds een verdeelnet van, ter uitsluitende beoordeling van de Leverancier, voldoende capaciteit waardoor de elektriciteit onder aan de Afnemer te leveren spanning wordt overgebracht, aanwezig is.”
2.15
In de hiervoor onder 2.11 genoemde bijlage 4 (hierna: de Tarievenregeling) hanteert Elmar acht tariefgroepen, waaronder:

A-tarief.
Uitsluitend voor verbruik van elektrische energie (kWh) voor huishoudelijke doeleinden, waaronder maar niet beperkt tot verlichting, ventilatoren, kooktoestellen, koel- en vrieskasten, stofzuigers, wasmachines drogers, radio- en televisietoestellen, computers, airconditioning apparaten en dergelijke.
(…)
6. Het tarief per Verbruiksperiode bestaat uit 2 componenten:
a. Een vast bedrag exclusief verbruikskosten. De hoogte van dit bedrag wordt door de Leverancier jaarlijks bepaald. Van de hier bedoelde jaarlijkse vaststelling van het vast bedrag kan de Leverancier slechts afwijken in uitzonderlijke gevallen van bedrijfseconomische aard. Het vast bedrag wordt uiteengezet in de tabel die als bijlage 1 is gehecht aan dit document.
b. Een te bepalen bedrag zijn de verbruikskosten, gebaseerd op een maandelijks variabel tarief per verbruikte kWh, zoals uiteengezet in Bijlage 1. Dit kWh tarief is gebaseerd op de maandelijkse inkoopkosten van elektriciteit door de Leverancier bij de producenten van elektrische energie. Maandelijks kan dit bedrag eenzijdig door de Leverancier worden aangepast (met een verhoging of verlaging). De ingangsdatum van een dergelijke aanpassing wordt door de Leverancier bepaald.
(…)
DB-tarief.
Uitsluitend voor Installaties met een ter beschikking gesteld vermogen van 500 kVA of meer, waaronder maar niet beperkt tot hotels, condominium gebouwen, industrieën, kantoor en bedrijfspanden, scholen, kerken en overige instellingen.
(…)
4. Het tarief per Verbruiksperiode bestaat uit 2 componenten:
a. Een maandelijks te bepalen bedrag zijnde het vastrecht gebaseerd op een vast tarief per kVA. De hoogte van dit tarief wordt door de Leverancier jaarlijks bepaald. Van de hier bedoelde jaarlijkse vaststelling van het tarief kan de Leverancier slechts afwijken in uitzonderlijke gevallen van bedrijfseconomische aard. Het tarief en de wijze waarop het vastrecht maandelijks wordt bepaald, wordt uiteengezet in de tabel met daarbij behorende beschrijving per tarief die als Bijlage 1 is gehecht aan dit document.
b. Een te bepalen bedrag zijnde de verbruikskosten, gebaseerd op een maandelijks variabel tarief per verbruikte kWh, zoals uiteengezet in Bijlgae 1. Dit kWh tarief is gebaseerd op de maandelijkse inkoopkosten van elektriciteit door de Leverancier bij de producenten van elektrische energie. Maandelijks kan dit bedrag eenzijdig door de Leverancier worden aangepast (met een verhoging of verlaging). De ingangsdatum van een dergelijke aanpassing wordt door de Leverancier bepaald.
(…)
2.16
Oceania I wordt door Elmar aangeslagen volgens het (commerciële) DB-tarief, een tarief dat ook van toepassing is op condominiumgebouwen als Oceania.
2.17
Bij brieven van 29 juli en 14 december 2020 heeft Oceania Elmar verzocht om in aanmerking te komen voor het residentiële A-tarief, omdat zij de individuele eigenaars van appartementen vertegenwoordigt en geen commercieel doel heeft. Volgens Oceania heeft de ontwikkelaar destijds om die reden voor de huidige bekabeling gekozen.
2.18
Bij brief van 15 juli 2020 heeft Elmar Oceania bericht dat, om voor het verzochte tarief in aanmerking te kunnen komen, de voorwaarde geldt dat alle appartementen individueel en rechtstreeks op het transformatorhuis van Elmar moeten worden aangesloten. Daarbij heeft Elmar opgemerkt dat zij de ontwikkelaar destijds een dergelijke aansluiting als optie heeft voorgehouden, maar dat deze heeft gekozen voor de huidige wijze van aansluiting.
2.19
De daarna tussen partijen gevoerde besprekingen en correspondentie hebben niet tot een oplossing geleid.
2.2
Op 18 augustus en 19 augustus 2022 heeft een voorlopig getuigenverhoor plaatsgevonden waarvan proces-verbaal is opgemaakt (zie productie XIV bij het verzoekschrift).

3.HET GESCHIL

3.1
Oceania vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
1. te verklaren voor recht dat Elmar onrechtmatig heeft gehandeld door voor de levering van elektriciteit aan Oceania het commerciële DB-tarief toe te passen;
2. Elmar te bevelen om aan Oceania een schadevergoeding te betalen bestaande uit een bedrag gelijk aan het verschil tussen de bedragen die Oceania vanaf 1 januari 2012, althans vanaf 15 april 2016, volgens het commerciële DB-tarief heeft betaald aan Elmar en de bedragen die gedurende die periode volgens het residentieel A-tarief zouden hebben gegolden, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 15 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
3. Elmar te bevelen om na betekening van dit vonnis de eerstvolgende rekening voor de levering van elektriciteit aan Oceania vast te stellen volgens het residentieel A-tarief;
subsidiair:
4. een zodanige beslissing te nemen als het Gerecht in goede justitie als redelijk en billijk zal oordelen;
primair en subsidiair:
5. met veroordeling van Elmar in de kosten van de procedure.
3.2
Elmar voert verweer en concludeert dat Oceania II niet-ontvankelijk verklaard moet worden in haar vordering, althans tot afwijzing van de vorderingen van Oceania, en tot veroordeling van Oceania in de proceskosten.
3.3
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de uitspraak van belang, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Allereerst is in geschil of Oceania II kan worden ontvangen in haar vordering nu Elmar aanvoert dat zij geen overeenkomst heeft met deze vereniging van eigenaars en deze vereniging ook niet beschikt over een eigen, van de installatie van Oceania I afgescheiden, installatie. Oceania voert hier primair tegen aan dat Oceania II op basis van een (mondelinge) stroomleveringsovereenkomst een vordering tegen Elmar kan instellen. Het complex heeft weliswaar één aansluiting op naam van Oceania I, maar het stroomgebruik wordt via het net van Oceania I doorgeleid naar het gehele complex. De kosten voor stroom worden door zowel Oceania I als Oceania II gedragen. Subsidiair stelt Oceania dat de belangen van Oceania II zo nauw betrokken zijn bij behoorlijke uitvoering van de stroomleveringsovereenkomst met Oceania I dat Elmar haar gedrag in de contractuele relatie met Oceania I op grond van de maatschappelijke zorgvuldigheid mede moet laten bepalen door de belangen van Oceania II.
4.2
De opeenvolgende stroomleveringsovereenkomsten zijn gesloten tussen Elmar en Oceania I. Het is juist dat Oceania II daarbij geen contractspartij was. Aangezien Oceania II voor de stroomlevering feitelijk wel gebonden is aan de afspraken tussen Elmar en Oceania I, afhankelijk is van aansluitingseisen van Elmar en eveneens rechtstreeks getroffen wordt door de gewijzigde tarieven, en de gestelde onrechtmatige daad ten aanzien van Oceania II daarop is gegrond, is zij daarom mede gerechtigd de onderhavige vordering tegen Elmar in te stellen.
4.3
Het Gerecht is van oordeel dat Elmar niet onrechtmatig heeft gehandeld dan wel is tekort geschoten jegens Oceania door voor de levering van elektriciteit het commerciële DB-tarief toe te passen en niet het goedkopere A-tarief; Elmar is niet schadeplichtig jegens Oceania. Het Gerecht overweegt daartoe het volgende .
4.4.
De stelling van Oceania, samengevat, dat er geen rechtsgrond is voor het door Elmar gehanteerde commerciële DB-tarief is dat volgens de voorwaarden van Elmar het gebruiksdoel van de elektriciteit in dit geval residentieel/huishoudelijk gebruik doorslaggevend moet zijn. Elmar maakt misbruik van haar monopoliepositie door Oceania al jaren het duurste commerciële tarief in rekening te brengen. Daarmee handelt Elmar onrechtmatig jegens Oceania, althans pleegt zij wanprestatie als gevolg waarvan Oceania en de appartementseigenaren die zij vertegenwoordigt aanzienlijke schade lijden. Die schade bestaat uit hetgeen zij in de loop der jaren ten onrechte meer hebben betaald dan het residentiële A-tarief: vanaf 2016 tot en met eind november 2022 is dat Afl. 2.911.815,48.
Er is geen basis in de algemene voorwaarden van Elmar dat een afnemer van stroom, om voor het A-tarief in aanmerking te kunnen komen, voor ieder appartement een aparte aan de openbare weg gelegen aansluiting zou moeten hebben op het distributienet van Elmar. Evenmin zijn er bepalingen in de Tarievenregeling die vereisen dat een afnemer om in aanmerking te komen voor een bepaald tarief, op een bepaalde wijze zou moeten worden aangesloten op het distributienet van Elmar, aldus Oceania.
4.5
Zoals hiervoor onder 2.3 en 2.5 is weergegeven is op 21 september 2005 tussen Elmar en Kelky een stroomleveringsovereenkomst aan de betreffende complexen tot stand gekomen. Vervolgens heeft [betrokkene 4] namens Kelky op 15 februari 2007 bij Elmar een aanvraag gedaan voor een aansluiting op het elektrisch net volgens het DB-tarief. Naar aanleiding hiervan is op 8 maart 2007 een stroomleveringsovereenkomst gesloten.
4.6
Uit het proces-verbaal van voorlopig getuigenverhoor dat op 18 augustus 2022 is gehouden blijkt dat [betrokkene 4] onder meer het volgende heeft verklaard. Toen [betrokkene 4] in 2004/2005 onderhandelde met Elmar over elektriciteitslevering aan Oceania I, heeft Elmar aan hem uitgelegd dat zij een commercieel en een residentieel tarief hanteert. Met betrekking tot Oceania I staat in de erfpachtvoorwaarden dat het een residentieel project is. Elmar heeft een commercieel tarief voorgesteld en niet een residentieel tarief. Elmar heeft toen wel uitgelegd dat er een verschil is tussen commercieel en residentieel tarief en welke verschillende eisen daarbij horen. De criteria voor het residentieel tarief en commercieel tarief verschilden. Het belangrijkste criterium voor het residentieel tarief is dat er een elektriciteitsmeter is voor elk appartement met van daaruit een aparte stroomaansluiting, zodat iedere eigenaar c.q. gebruiker van die appartementen een aparte energieleverings-overeenkomst kan sluiten met Elmar. Bij de aanvraag in 2004/2005 bij Elmar werd [betrokkene 4] bijgestaan door technische adviseurs uit Caracas en Aruba. Zij hebben met Elmar gesproken. Het klopt dat het aanleggen van elektrische infrastructuur met aparte energiemeter per appartement veel duurder is dan een centrale energiemeter in verband met de materiaalkosten, met name het koper is duur, aldus [betrokkene 4].
4.7
Uit het voorgaande volgt dat destijds bij het tot stand komen van de stroomleverings-overeenkomst na diverse overleggen tussen de (adviseurs van de) rechtsvoorganger van Oceania I en Elmar bewust is gekozen voor een aansluiting op het elektrisch net van Elmar volgens het DB-tarief. Zoals Elmar heeft aangevoerd, hetgeen bevestiging vindt in de verklaring van [betrokkene 4], heeft Elmar daarbij uitgelegd dat er een verschil is tussen het commercieel tarief en het residentieel tarief en welke verschillende eisen daarbij horen. Daaraan doet niet af dat beide tarieven elkaar destijds niet veel ontliepen en dat dat nu wel het geval is. Dat konden partijen immers toen niet voorzien. Naar alle waarschijnlijkheid heeft bij de toentertijd door de rechtsvoorganger van Elmar gemaakte keuze voor het DB-tarief meegespeeld dat daarmee werd bespaard op kosten voor het trekken van elektrakabels van elk condominium naar een transformatorhuis gelegen aan de openbare weg. Voldoende is gebleken dat Elmar bij de aanvraag in 2004/2005 haar plicht om juiste informatie te verstrekken niet heeft geschonden en daarmee niet onrechtmatig heeft gehandeld dan wel is tekort geschoten jegens (de rechtsvoorganger van) Oceania I door, op basis van de keuze van destijds voor het commerciële DB-tarief, dit tarief ook toe te passen. De stelling van Oceania dat er geen rechtsgrond is voor het door Elmar gehanteerde commerciële DB-tarief en dat Elmar misbruik maakt van haar monopoliepositie wordt daarom niet gevolgd.
4.8
Bij het aangaan van de nieuwe stroomleveringsovereenkomst in 2011 heeft Oceania ervoor gekozen om deze wijze van stroomlevering en tariefindeling voort te zetten. Oceania heeft daarmee de overeenkomst onder dezelfde voorwaarden gecontinueerd. Zij heeft het door Elmar in rekening gebrachte tarief al die jaren aanvaard, zonder dat zij daarover heeft geklaagd. Daarom kan niet worden gezegd dat Elmar sinds het aangaan van de nieuwe stroomleveringsovereenkomst in 2011 onrechtmatig heeft gehandeld dan wel is tekortgeschoten jegens Oceania. Dat het DB-tarief intussen drastisch en eenzijdig is verhoogd maakt dat niet anders. Elmar heeft immers geen invloed op de vastgestelde tarieven. Zij is met betrekking tot de hoogte van de verschillende tarieven afhankelijk van door de minister genomen besluiten.
4.9
Er is evenmin grond voor het oordeel dat Elmar onrechtmatig heeft gehandeld door het verzoek van Oceania bij brieven van 29 juli en 14 december 2020 om (alsnog) in aanmerking te komen voor het residentiële A-tarief, omdat zij de individuele eigenaars van appartementen vertegenwoordigt en geen commercieel doel heeft, af te wijzen. Ook is Elmar hierdoor niet tekort geschoten in haar verplichtingen jegens Oceania. Elmar handelt volgens het Landsbesluit installatievoorschriften elektrische inrichtingen en de door de minister vastgestelde voorwaarden en tarieven. Op grond hiervan heeft Elmar de bevoegdheid, indien Oceania in aanmerking wenst te komen voor het A-tarief, de voorwaarde te stellen dat alle appartementen individueel en rechtstreeks op het transformatorhuis van Elmar moeten worden aangesloten. Voor het koppelen van een installatie aan het distributienet van Elmar is vereist dat de installatie is gelegen aan de openbare weg, zoals volgt uit artikel 4 lid 7 sub b van de aansluitvoorwaarden en artikel 5 van de stroomleveringsovereenkomst. Uit het oogpunt van (brand)veiligheid, storingen in het distributienet, controles op meetinrichtingen in verband met schade en manipulatie, heeft Elmar groot belang bij deze vereisten. Het standpunt van Oceania dat zij beschikt over een door Elmar goedgekeurde aansluiting die voldoet aan de voorwaarden, is onvoldoende om in aanmerking te komen voor het A-tarief. Uit hetgeen hiervoor onder 2.11 tot en met 2.14 is weergegeven vloeit voort dat Elmar de hiervoor vermelde voorwaarden mag stellen. Het standpunt van Oceania dat er in de algemene voorwaarden van Elmar geen basis is dat een afnemer van stroom, om voor het A-tarief in aanmerking te kunnen komen, voor ieder appartement een aparte aan de openbare weg gelegen aansluiting zou moeten hebben op het distributienet van Elmar, wordt dan ook verworpen.
4.1
Het subsidiaire standpunt van Oceania dat het onder de omstandigheden van dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de individuele appartementen elk apart op het distributienet van Elmar moeten zijn aangesloten om aanspraak te kunnen maken op het A-tarief, volgt het Gerecht ook niet. Om in aanmerking te komen voor het A-tarief is het niet onredelijk te verlangen dat alle appartementen individueel en rechtstreeks op het transformatorhuis van Elmar moeten worden aangesloten. Voor het koppelen van een installatie aan het distributienet van Elmar is vereist dat de installatie gelegen is aan een openbare weg, zoals volgt uit artikel 4 lid 7 sub b van de aansluitvoorwaarden, artikel 5 lid 4 sub b van de voormalige voorwaarden en artikel 5 van de stroomleveringsovereenkomst. Uit het laatste artikel volgt ook dat Elmar bepaalt op welke wijze de verbruiker aan het elektriciteitsnet wordt gekoppeld. Dat volgt tevens uit artikel 5 lid 1 van het Landsbesluit installatievoorschriften elektrische inrichtingen. Elmar is bereid stroom te leveren volgens het A-tarief aan de individuele appartementen als wordt voldaan aan de aansluitvoorwaarden. Het plaatsen van smartmeters op de wijze zoals Oceania dit voorstaat is niet mogelijk. Elmar kan dergelijke meters dan niet controleren op manipulatie. De meter dient te allen tijde toegankelijk te zijn voor en eigendom te blijven van Elmar zoals volgt uit de stroomleveringsovereenkomst. Gelet op het gerechtvaardigde belang dat Elmar hierbij heeft, brengt naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid mee dat het niet onaanvaardbaar is dat Elmar aan dit vereiste vasthoudt. Het doel waarvoor de stroom wordt verbruikt bij de aanspraak die een afnemer kan maken op een bepaald tarief is hierbij niet doorslaggevend en leidt niet tot een ander oordeel.
4.11
Het beroep van Oceania op het gelijkheidsbeginsel in welk verband zij verwijst naar de condominiumgebouwen Aruba Breeze en Jardines del Mar, slaagt niet. De situatie van Oceania is niet vergelijkbaar met genoemde condominiumgebouwen. De installatie van Aruba Breeze bevindt zich wel aan de openbare weg en de plaats van overgang tussen de aansluiting en de installatie van de afnemer (hierna: het aansluitpunt) bevindt zich aan een vrij toegankelijke parkeerplaats die altijd bereikbaar is voor Elmar, evenals de laagspanningskasten met daarin de meetinrichtingen. Aruba Breeze is schriftelijk erop aangesproken dat het transformatorstation niet met zwaar materieel bereikbaar is, wat een vereiste is. Deze toegang is inmiddels gegarandeerd. Ook de installaties van Jardines del Mar zijn gelegen aan de openbare weg. Het aansluitpunt bevindt zich op de parkeerplaats, eveneens gelegen aan een openbare weg. De laagspanningskasten moeten altijd toegankelijk zijn voor Elmar. Ook Jardines del Mar is erop aangesproken dat het transformatorstation en de laagspanningskasten niet vrij toegankelijk zijn, wat zal worden gegarandeerd. Er is daarom geen sprake van gelijke gevallen.
4.12
Gelet op het voorgaande behoeven de overige stellingen van partijen geen bespreking meer.
4.13
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Oceania worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de kant van Elmar.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Oceania in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak begroot op
Afl. 10.000 aan salaris van de gemachtigde;
- verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 11 september 2024 in aanwezigheid van de griffier.