Uitspraak
DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
[geboortedatum] 1954(onderstreping Gerecht), Dominican Republic
start paying end of august(cursief is in handschrift)
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 3 juli 2024 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiser] en [gedaagde]. De zaak betreft een schuldbekentenis die door [gedaagde] is ondertekend, waarin zij een bedrag van Afl. 5.643,00 aan [eiser] verschuldigd zou zijn. [Eiser] vordert betaling van dit bedrag, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. [Gedaagde] betwist de vordering en stelt dat de schuldbekentenis onder dwang en bedrog tot stand is gekomen. Zij heeft in reconventie vernietiging van de schuldbekentenis gevorderd en terugbetaling van hetgeen zij teveel heeft betaald.
De rechter heeft vastgesteld dat de schuldbekentenis een onderhandse akte is, waarin verbintenissen van slechts één partij zijn vastgelegd. De onderbouwing van de vordering door [eiser] is onvoldoende, en de rechter heeft geoordeeld dat de vordering van [eiser] slechts voor een bedrag van Afl. 1.400,00 is komen vast te staan. [Gedaagde] heeft aangeboden bewijs te leveren van haar stellingen, en de rechter heeft haar in de gelegenheid gesteld om dit bewijs te leveren. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 21 augustus 2024 voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering in civiele procedures en de rol van de rechter in het beoordelen van de geloofwaardigheid van de stellingen van partijen. De zaak blijft open voor verdere bewijslevering door [gedaagde], en de rechter houdt iedere verdere beslissing aan.