Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.UITGANGSPUNTEN
3.HET GESCHIL
4.DE BEOORDELING
Het gevorderde voorschot op de opleveringsschade zal eveneens worden afgewezen, omdat thans onzeker is of van dergelijke schade sprake zal zijn.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser een kort geding aangespannen tegen gedaagde wegens huurachterstand en ontruiming van een gehuurde woning. De huurovereenkomst, aangegaan op 6 augustus 2021, verplichtte gedaagde tot betaling van een maandelijkse huur van $ 1.900, met boetes voor te late betalingen. Eiser heeft gedaagde op 13 april 2024 geïnformeerd over een huurachterstand van meer dan drie maanden en heeft de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Ondanks pogingen tot een regeling zijn partijen er niet in geslaagd om tot een oplossing te komen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2024 heeft eiser zijn vordering toegelicht, waarbij hij stelde dat gedaagde in gebreke is gebleven met de huurbetalingen en de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Gedaagde heeft betwist dat hij in gebreke is, en voerde aan dat hij recht had op verrekening vanwege gebreken aan de gehuurde woning. Het gerecht heeft vastgesteld dat gedaagde tot en met 13 april 2024 een bedrag van Afl. 9.320,66 aan huur onbetaald heeft gelaten en dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd.
Het gerecht heeft geoordeeld dat gedaagde het gehuurde uiterlijk op 3 juni 2024 moet ontruimen en heeft hem veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, nutsvoorzieningen en een gebruiksvergoeding. De vordering tot betaling van een voorschot op opleveringsschade is afgewezen, omdat onduidelijk is of er schade zal zijn. Gedaagde is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.M.J. Keltjens op 30 mei 2024.