ECLI:NL:OGEAA:2023:96

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
AUA202001710
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over verzet tegen verstekvonnis inzake geldvordering en procedurele punten

In deze civiele procedure heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzet tegen een eerder verstekvonnis. De zaak betreft een geschil tussen een opposant, tijdelijk verblijvend in Aruba, en de naamloze vennootschap Trans Amico Trust Company (Aruba) N.V. (TATC). De opposant, vertegenwoordigd door mr. M.M.M.C. Ecury, heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis dat hem veroordeelde tot betaling van een bedrag van Afl. 24.705,68 aan TATC, vermeerderd met wettelijke rente. De opposant betwistte de vordering en stelde dat hij geen onbekende woon- en/of verblijfplaats had in Aruba, en dat het verstekvonnis nooit aan hem was betekend.

De procedure begon met een verzoekschrift van TATC, ingediend op 13 januari 2020, en leidde tot een verstekvonnis op 24 juni 2020. De opposant diende op 20 juli 2020 een verzetschrift in. Tijdens de comparitie op 16 januari 2023 werd de zaak verder behandeld. Het Gerecht oordeelde dat het verzet tijdig was ingesteld en dat de opposant niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn verzet, omdat hij onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen.

Uiteindelijk heeft het Gerecht het verstekvonnis gedeeltelijk vernietigd, maar de opposant werd alsnog veroordeeld tot betaling van Afl. 21.194,03 aan TATC, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden toegewezen aan TATC, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door rechter mr. J.M.J. Keltjens.

Uitspraak

Vonnis van 22 februari 2023
Behorend bij A.R. AUA202001710 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam opposant],
wonende te Canada,
ten tijde van de indiening van het verzetschrift tijdelijk verblijvende te Aruba,
opposant, hierna te noemen [opposant],
gemachtigde: voorheen de advocaat mr. S.M. Paesch,
thans de advocaat mr. M.M.M.C. Ecury,
tegen:
de naamloze vennootschap
TRANS AMICO TRUST COMPANY (ARUBA) N.V.,
gevestigd te Aruba,
geopposeerde, hierna te noemen: TATC,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het oorspronkelijke verzoekschrift van TATC met producties, ingediend ter griffie op 13 januari 2020;
- het verstekvonnis van 24 juni 2020 met zaaknummer AUA202000064 AR;
- het verzetschrift van [opposant] met producties 1 tot en met 8, ingediend ter griffie op 20 juli 2020;
- de conclusie van antwoord in oppositie van TATC met producties A tot en met I;
- de conclusie van repliek in oppositie van [opposant] met producties 9 tot en met 12;
- de akte houdende uitlating producties, tevens akte vermindering van eis van TATC;
- het vonnis van 22 juni 2022 waarin een comparitie van partijen is gelast;
- de akte overlegging op 31 augustus 2022 van bijlagen 1 tot en met 10 met toelichting van TATC;
- de comparitie van partijen gehouden op 16 januari 2023. Aanwezig waren [opposant] vertegenwoordigd door mr. Ecury, de directeur van TATC, mevrouw [naam directeur], en TATC vertegenwoordigd door mr. De Hoogd.
1.2 [
opposant] heeft op 11 januari 2023 te 12:02 uur ter griffie een akte uitlating ingediend van 25 pagina’s, overwegend opgesteld in de Engelse taal, naar aanleiding van de door TATC op 31 augustus 2022 ingediende akte overlegging bijlagen.
TATC heeft op 11 januari 2023 te 12:11 uur bezwaar gemaakt tegen de indiening.
Het gerecht heeft [opposant] bij e-mail van 12 januari 2023 te 15:35 uur in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 13 januari 2023 op gemelde akte een juridische toelichting te sturen met daarin de stellingen van [opposant] op hoofdlijnen. Het gerecht oordeelt dat de akte in verband met het bepaalde in artikel 36 procesreglement en om proceseconomische redenen in verband met de geplande (en eerder op verzoek van [opposant] uitgestelde) comparitie van partijen niet binnen de beschikbare tijd kan worden behandeld en daarom buiten beschouwing wordt gelaten.
[opposant] heeft op 13 januari 2023 volstaan met het toesturen van een Nederlandse vertaling van de akte in plaats van de door het gerecht gevraagde akte uitlating met een juridische toelichting met stellingen op hoofdlijnen te geven. Anders dan [opposant] meent, wordt het overleggen van de Nederlandse vertaling van de akte niet beschouwd als het overleggen van de gevraagde akte uitlating met juridische toelichting op hoofdlijnen. De Nederlandse vertaling van de akte wordt derhalve om dezelfde proceseconomische redenen als die voor de akte opgesteld in de Engelse taal golden in de beoordeling buiten beschouwing gelaten. Tijdens de comparitie heeft de advocaat van [opposant] gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de akte van TATC van 31 augustus 2022.
1.3
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Bij notariële akte van 17 januari 2012 is [opposant] eigenaar geworden van een complex van drie percelen eigendomsgrond gelegen te [naam perceel], [adres perceel], Aruba, met de zich daarop bevindende elf appartementen, plaatselijk bekend [adres appartementen], kadastraal bekend Land Aruba Eerste Afdeling Sectie L [kadastrale gegevens] (hierna: het Appartementencomplex).
2.2
Prima Casa Real Estate N.V. (hierna: Prima Casa), een verhuurmakelaar, is het Appartementencomplex in het kader van de verhuur van tien tot dat complex behorende appartementen gaan beheren. Directeur van Prima Casa is mevrouw [naam directeur] (hierna: [directeur]).
2.3 [
opposant] en Prima Casa hebben in verband met het beheer een ‘Exclusivity Rental Agreement’ (hierna: ERA) en een ‘Management Agreement’ (hierna: MA) gesloten. In beide overeenkomsten wordt Prima Casa aangeduid als ‘trustee’ en [opposant] als ‘owner’.
2.3.1
In de ERA (van 7 maart 2012) staat, voor zover thans relevant, vermeld:
“(…)
Commission
For long term rentals Prima Casa Real Estate will charge a 10% commission fee of the total rental price. After receiving the rental money Prima Casa Real Estate will deduct the 10% of the rental money after which it will be deposit[ed] to the bank account of the owner.
Financial overview
The trustee is obligated to show a financial overview every 2 months.
(…)
Maintenance and reparation
If it is necessary that certain activities need to be done, the trustee will always discuss(…) this in advance with the owner before executing these activities.
If the owner agrees to the execution of the activities the owner is obligated to send the approval by letter to the trustee.
Costs and/or damage resulting of not being able to reach the owner in time (1 day) for the letter of approval are for account of the owner considering the clause which is registered in the lease contract where the tenant is hold responsible for the repairs.
(…)”
2.3.2
In de MA (waarvan alleen een niet ondertekende versie, gedateerd 7 maart 2012, is overgelegd) staat, voor zover thans relevant, vermeld:
“(…)
Management
The management costs are amounting US $ 450,- / Afl. 801,- a month […]. By signing this contract, the person named at sub B (gerecht: lees [opposant]) is obligated to transfer the costs of management for 6 months […] on the account number of the trustee, named at sub B (gerecht: lees sub A, Prima Casa), in advance. […]. The last mentioned should be repeated on September 2012.
Financial overview
The trustee is obligated to show a financial overview every 2 months.
Activities
The trustee is obligated to take care of the following activities:
 Bring a visit to the Appartment Complex at [adres] in Aruba once a week, which the trustee inspects:
 The inside as well as the outside of the residence.
 Any disturbances will be reported to the owner by phone or mail;
 check the activities concerning the work on the garden if necessary.
 The coordination of the emptying and the maintenance of the sceptic tank which are present;
 Take care of paying bills if necessary, these costs are always on the account of the owner
Any costs that arrive due to the mentioned points will be settled afterwards with the owner.
Maintenance and reparation
If it is necessary that certain activities to be done, the trustee will always discuss(…) this in advance with the owner before executing these activities.
If the owner agrees to the execution of the activities the owner is obligated to send the approval by letter to the trustee.
Costs and/or damage resulting of not being able to reach the owner in time (1 day) for the letter of approval are for account of the owner considering the clause which is registered in the lease contract where the tenant is hold responsible for the repairs.
(…)”
2.4 [
opposant] heeft in 2014 een ernstig ongeluk gehad. Hierdoor is hij tot 2019 feitelijk niet bereikbaar geweest voor Prima Casa en was er niet of nauwelijks contact tussen [opposant] en [directeur].
2.5 [
opposant] heeft de ERA en de MA, naar het gerecht begrijpt met onmiddellijke ingang, op 18 november 2019 opgezegd. Prima Casa heeft op 19 november 2019 verklaard die opzegging niet aan te vechten. Na de opzegging heeft Prima Casa feitelijk onverplicht nog zes weken het beheer gevoerd.
2.6
Prima Casa heeft bij akte van cessie tot incasso van 9 december 2019 haar vordering van Afl. 24.705,68, te vermeerderen met wettelijke rente, op [opposant] gecedeerd aan TATC. Directeur van TATC is ook [directeur].
2.7
Op 6 juli 2020 is op verzoek van TATC uit hoofde van het door dit gerecht tussen TATC als eiseres en [opposant] als gedaagde gewezen en onder 3.3 nader aangeduide verstekvonnis van 24 juni 2020 (hierna: het Verstekvonnis) ten laste van [opposant] onder Aruba Living Today N.V. derdenbeslag gelegd.
2.8
De huidige door [opposant] aangetrokken beheerder van het Appartementencomplex is Aruba Living Today N.V.

3.HET GESCHIL

De oorspronkelijke vordering
3.1
TATC heeft in de verstekprocedure gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en alle dagen en uren, [opposant] te veroordelen aan TATC een bedrag van Afl. 24.705,68 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [opposant] in de kosten van het geding.
3.2
TATC heeft aan het gevorderde ten grondslag gelegd, samengevat weergegeven, dat Prima Casa een vordering heeft op [opposant], die [opposant] nalaat te betalen, ondanks dat hij daartoe op 19 november 2019 is aangemaand. Prima Casa heeft deze vordering volgens TATC op 9 december 2019 aan haar gecedeerd, zodat zij thans aanspraak kan maken op het gevorderde bedrag.
Het verstekvonnis
3.3
In het Verstekvonnis heeft het gerecht tegen [opposant] verstek verleend en [opposant] uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld om tegen kwijting aan TATC te betalen een bedrag van Afl. 24.705,68, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2019 tot de dag der voldoening, met veroordeling van [opposant] in de kosten van het geding.
De vordering in verzet van [opposant], de gronden daarvoor en het verweer in verzet van TATC
3.4
In verzet heeft [opposant] het gerecht verzocht het Verstekvonnis te vernietigen, TATC primair niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering dan wel het gevorderde af te wijzen, het door TATC ten laste van [opposant] gelegde derdenbeslag op te (doen) heffen, op straffe van verbeurte van een dwangsom, dan wel een andere beslissing te nemen die het gerecht juist voorkomt, [opposant] tot goed opposant te verklaren en TATC te veroordelen in de proces- en nakosten.
3.5
Daartoe stelt [opposant] dat hij geen onbekende woon- en/of verblijfplaats in Aruba had, zoals vermeld in het oorspronkelijke verzoekschrift, maar dat hij tijdelijk woonde op een adres te Aruba. Nu TATC dat wist dan wel had behoren te weten, heeft zij misbruik gemaakt van het procesrecht. Voorts is het Verstekvonnis nooit aan [opposant] betekend en is er geen rechtsgeldige cessie tot stand gekomen. TATC moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in het gevorderde. Indien TATC toch ontvankelijk wordt verklaard, dan moet het gevorderde volgens [opposant] worden afgewezen. [opposant] betwist dat hij het genoemde geldbedrag aan TATC verschuldigd is en hij stelt dat TATC haar vordering niet voldoende heeft onderbouwd.
3.6
TATC heeft in verzet verweer gevoerd en verzocht om [opposant] tot kwaad-opposant te verklaren, althans hem in zijn verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, althans de vordering van [opposant] af te wijzen, met veroordeling van [opposant] - uitvoerbaar bij voorraad - in de kosten van de verzetprocedure.
3.7
In de akte houdende eisvermindering vordert TATC het saldo uit hoofde van het Verstekvonnis op een bedrag van Afl. 21.194,03 te bepalen en [opposant] te veroordelen tot betaling van alle buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten die voor/in deze zaak zijn gemaakt, alsmede de wettelijke rente.
3.8
Tegen de vermindering van eis maakt [opposant] geen bezwaar.
3.9
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.DE BEOORDELING

Procedurele punten/beroep op niet-ontvankelijkverklaring
4.1
Het gerecht gaat op de eerste plaats voorbij aan de stelling van [opposant] dat TATC het oorspronkelijke verzoekschrift op onjuiste wijze heeft laten betekenen. De vraag of dat moet leiden tot de niet-ontvankelijkverklaring van TATC kan daarom onbesproken blijven. TATC heeft uitdrukkelijk betwist dat [opposant] ten tijde van de indiening van het verzoekschrift tijdelijk verbleef op het adres van het Appartementencomplex althans dat zij dit wist dan wel had behoren te weten, zoals [opposant] stelt. [opposant] heeft dit vervolgens met de enkele verwijzing naar (o.a.) een WhatsApp-conversatie tussen partijen van oktober/november 2019 onvoldoende onderbouwd, zodat hier niet vanuit kan worden gegaan.
4.2
Verder valt niet in te zien waarom de omstandigheid dat het Verstekvonnis nooit aan [opposant] in persoon is betekend of bekend gemaakt, zou moeten leiden tot de niet-ontvankelijkverklaring van TATC in haar verzoek, zoals [opposant] heeft betoogd.
Deze momenten zijn wel relevant voor de datum waarop [opposant] bekend kan worden verondersteld met het verstekvonnis en de aanvang van de termijn om verzet aan te tekenen tegen het Verstekvonnis. Dit in het kader van het betoog van TATC dat [opposant] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzet, omdat hij dit te laat heeft aangetekend.
Het gerecht volgt TATC niet in dat betoog. [opposant] stelt dat hij op 6 juli 2020 bekend is geraakt met het Verstekvonnis nu de derdenbeslagene, aan wie het vonnis die dag is betekend, hem daar toen van op de hoogte heeft gesteld. Enig aanknopingspunt om aan te nemen dat [opposant] al eerder bekend is geraakt met het Verstekvonnis, laat staan dat hij dit al op of omstreeks de datum van het wijzen van dat vonnis in handen heeft gekregen, zoals TATC heeft betoogd, is gesteld noch gebleken.
Het gerecht gaat er daarom vanuit dat het verzet overeenkomstig artikel 84 lid 1 Rv tijdig is ingesteld.
4.3
Aan de stelling van [opposant] dat er geen rechtsgeldige cessie tot stand is gekomen omdat er geen mededeling van de cessie aan hem is gedaan, gaat het gerecht ook voorbij. De akte van cessie die dateert van 9 december 2019 is immers bij het oorspronkelijke verzoekschrift gevoegd en rechtsgeldig mee betekend met dat verzoekschrift. Daarmee wordt op grond van artikel 3:94 BWA geacht tijdig mededeling van de cessie aan [opposant] te zijn gedaan.
4.4
Het Gerecht gaat over tot een inhoudelijke beoordeling van het geschil tussen partijen.
Inhoudelijke beoordeling
4.5
Het geschil in de onderhavige procedure spitst zich enkel toe op de vraag of [opposant] gehouden is om aan TATC het in het Verstekvonnis toegewezen en de in de verzetprocedure verminderde vordering van Afl. 21.194,03 te betalen. De oorspronkelijke vordering is verminderd omdat WEB de eindafrekening van oktober en november 2019 heeft gecrediteerd voor het volledige bedrag van Afl. 3.511,65.
4.6 [
opposant] betwist dat hij een geldbedrag aan TATC verschuldigd is. Hij stelt bovendien dat TATC deze vordering onvoldoende heeft onderbouwd.
4.7 [
opposant] stelt voorts dat Prima Casa slecht beheer heeft gevoerd zonder ooit enig financieel inzicht te hebben gegeven in wat zij heeft gedaan. [opposant] stelt, zo begrijpt het gerecht, dat hij hierdoor aanzienlijke schade heeft geleden die hij op Prima Casa wenst te verhalen. Indien en voor zover [opposant] zijn stellingen op dit punt al geacht kan worden voldoende te hebben onderbouwd, heeft hij daartoe in de verzetprocedure geen formele tegenvordering ingesteld. Daarbij laat het gerecht, los van enig verweer van TATC, in het midden of een dergelijke tegenvordering, gelet op de overeengekomen voorwaarden van de cessie, zich (mede) tot TATC uitstrekt. De discussie hierover valt buiten het beoordelingskader van de verzetprocedure.
4.8
De verminderde vordering van TATC, die - dat staat vast - is gebaseerd op bepalingen uit de ERA en de MA, bestaat op de eerste plaats uit een bedrag van Afl. 14.769,99 aan “outstanding balance”. TATC heeft ter onderbouwing van dat bedrag als productie 3 bij het oorspronkelijke verzoekschrift een kopie van een “Account QuickReport”, gedateerd 19 november 2019, overgelegd en deels nader toegelicht in de door haar in deze procedure ingediende akten. In het Quick Report staan vermeld:
i) een - niet nader toegelicht - balansbedrag per 1 januari 2019 van -/- Afl. 30.203,36;
ii) totale inkomsten over het jaar 2019 van Afl. 102.932,15 waarbij per appartement de ontvangen huur en de ontvangen bijkomende kosten zijn opgenomen, en
iii) alle uitgaven over het jaar 2019 van in totaal Afl. 87.498,78, met een onderverdeling in 11 verschillende soorten kosten.
Dit overzicht resulteert in een saldo van -/- Afl.14.769,99.
TATC vermeerdert dit bedrag vervolgens met vijf nog openstaande bedragen voor:
1) Elmar: Afl. 4.323,85 (oktober en november 2019),
2) Ecotech Container: Afl. 377,19 (november 2019),
3) poolservice: Afl. 516,00 (oktober en november 2019),
4) Setar: Afl. 607,00 (november 2019), en
5) schade in verband met drie ontvreemde routers ten bedrage van Afl. 600,00.
TATC stelt, naar het gerecht begrijpt, dat zij die kosten heeft betaald/voorgeschoten, maar dat deze voor rekening van [opposant] komen.
4.9
Het gerecht overweegt als volgt:
-
het Quick Report
4.9.1 [
opposant] heeft nagelaten de meeste van de door TATC genoemde posten in het overgelegde Quick Report die optellen tot het openstaande bedrag van Afl. 14.769,99 aan ‘outstanding balance’ concreet te betwisten. Ten aanzien van het startbedrag per 1 januari 2019 van -/- Afl. 30.203,36 stelt hij wel dat onduidelijk is waar dat bedrag vandaan komt en over de financiële verplichtingen van mevrouw [naam voormalig huurder] ((voormalig) huurder van appartement [x]) stelt hij dat deze niet kloppen, maar gelet op de plausibele verklaringen die TATC daarvoor heeft gegeven, gaat het gerecht aan die betwisting voorbij. [opposant] is derhalve slechts blijven steken in een algemene ontkenning van (de verschuldigdheid en omvang van) het openstaande bedrag van Afl. 14.769,99. De stelling dat iedereen een Quick Report in elkaar kan draaien, dat het rapport is gemanipuleerd en dat dit, zonder toelichting, geen bewijs oplevert van de verschillende posten heeft hij niet concreet gemaakt, zodat daaraan geen voor hem voordelig rechtsgevolg kan worden verbonden. Dit geldt ook indien en voor zover Prima Casa jegens [opposant] tijdens de looptijd van de ERA en de MA niet aan haar informatieplicht op grond van gemelde overeenkomsten zou hebben voldaan. Andersom geldt dat immers in gelijke mate. Gegeven is dat [opposant] voor Prima Casa jarenlang onbereikbaar is geweest en zich heeft gehuld in (als instemmend op te vatten?) stilzwijgen over het handelen van Prima Casa. De stelling van [opposant] dat Prima Casa slecht beheer heeft gevoerd komt dan in een ander daglicht te staan. Anders dan [opposant] meent is het gerecht met TATC bovendien van oordeel dat het Quick Report met de daarop gegeven toelichting voldoende inzicht verschaft.
-
de utiliteits- en servicekosten
4.9.2
Het Gerecht volgt TATC in haar stelling dat met de opzegging van de ERA en de MA de utiliteitscontracten die in het kader van het beheer op naam van Prima Casa, dan wel [directeur], stonden, (moeten) zijn overgeschreven op naam van [opposant] als eigenaar van het Appartementencomplex (dan wel op naam van de huidige beheerder). [directeur] heeft ter zitting gesteld dat zij, na de beëindiging van de ERA en de MA en daarmee van de beheerderspositie van Prima Casa, van de betreffende utiliteitsaanbieders (eind-) afrekeningen heeft ontvangen die alle, anders dan [opposant] beweert, ondanks de verschillende tenaamstellingen van de respectieve contracten, gebaseerd zijn (en waren) op hetzelfde zakelijke tarief. Nadien was het voor Prima Casa feitelijk onmogelijk om in het systeem van de aanbieders te komen, facturen op te vragen en betalingen te verrichten, waartoe zij contractueel bovendien ook niet meer kon worden gehouden. [opposant] als eigenaar had die mogelijkheid en bevoegdheid wel, doch heeft deze kennelijk niet benut. [opposant] had bijvoorbeeld de inlogcodes voor toegang tot het systeem van de betreffende utiliteitsaanbieder kunnen (doen) aanvragen voor zover hij over dergelijke codes niet beschikte, om zo de verschillende facturen in te zien. Hoe dan ook, de eindverantwoordelijkheid om te voldoen aan de verplichting tot betaling van de utiliteiten en de gemeenschappelijke services, zoals Elmar, Ecotech, Setar, Web en de poolservice, heeft steeds, ook toen de contractuele beheerdersrelatie nog bestond, zie de MA onder ‘Activities’, bij [opposant] gelegen. Die verantwoordelijkheid kan [opposant] niet afschuiven op zijn voormalig beheerder. In het licht van het gebrek aan communicatie mocht Prima Casa er ter uitvoering van haar beheertaken ook van uitgaan dat [opposant] (stilzwijgend) instemde met de door Prima Casa vanwege bestaande tekorten gehanteerde methodiek van verrekening van de door haar steeds voorgeschoten utiliteiten en servicekosten met de inkomende huurinkomsten van [opposant]. Evenmin kan [opposant] zijn betalingsverplichtingen in deze afwentelen op de huurders. Prima Casa hanteerde het feitelijk gehanteerde verrekeningssysteem niet alleen in verband met het uitblijven van voor het beheer noodzakelijke rekeningcourantstortingen van [opposant], en dus gebrek aan liquiditeiten, maar ook de verouderde wijze van aansluiting van de utiliteiten in het Appartementencomplex noopte hiertoe. Omdat het complex voorheen een woonhuis was, beschikken de afzonderlijke appartementen niet over aparte (water-)aansluitingen of tussenmeters, maar delen deze een aansluiting. Dit vergt een andere wijze van afrekening met de huurders dan in het geval van het bestaan van een tussenmeter per huurder.
4.9.3
Gelet op het gebruikelijk gehanteerde systeem van voorschieten van de gevorderde utiliteits- en servicekosten, die Prima Casa, zo staat niet ter discussie, niet eerder heeft verrekend met enige inkomsten van [opposant], is het gerecht van oordeel dat TATC recht heeft op betaling door [opposant] van een bedrag van Afl. 5.824,04 aan haar. Het gerecht overweegt daartoe als volgt.
1) Elmar oktober en november 2019 ad Afl. 4.323,85
Deze post is toewijsbaar. TATC heeft bij het oorspronkelijk verzoekschrift ter onderbouwing van haar stelling productie 5 overgelegd. [opposant] heeft de verschuldigdheid en omvang van deze post verder niet betwist. Hoewel uit gemelde productie 5 blijkt dat dit bedrag enkel betrekking heeft op de maand november 2019 en niet expliciet ook op de maand oktober 2019 doet dit verder niet af aan de toewijsbaarheid van deze post. Het gerecht beschouwt deze factuur als een door Prima Casa ontvangen eindafrekening.
2) De post Ecotech Container november 2019 ad Afl. 377,19 komt als niet concreet weersproken voor toewijzing in aanmerking.
3) De poolservice oktober en november 2019 ad Afl. 516,00
De verschuldigdheid en omvang van deze post heeft [opposant] evenmin concreet weersproken. Uit het Quick Report blijkt bovendien dat het gevorderde bedrag overeenkomt met de bedragen die in de maanden voor oktober 2019 verschuldigd waren voor de poolservice. Deze post wordt daarom als voldoende concreet en onderbouwd toegewezen.
4) Ook de post Setar november 2019 ad Afl. 607,00 is als door [opposant] onweersproken gebleven toewijsbaar.
-
de schade als gevolg van de ontvreemding van drie routers
4.9.4
De door TATC gevorderde schade als gevolg van de ontvreemding van drie routers van Afl. 600,00 heeft [opposant] onbetwist gelaten en komt daarom voor toewijzing in aanmerking.
4.1
Het voorgaande leidt ertoe dat het Verstekvonnis, voor zover het de veroordeling tot betaling van het bedrag van Afl. 3.511,65, te vermeerderen met wettelijke rente, betreft, niet in stand kan blijven en wordt vernietigd. Voor het overige wordt het Verstekvonnis bekrachtigd. Daarmee bestaat geen juridische grond om tot opheffing van het ten laste van [opposant] onder Aruba Living Today N.V. gelegde beslag over te gaan, zoals gevorderd door [opposant].
4.11.
De gevorderde incassokosten worden afgewezen, nu niet gesteld en gebleken is dat daadwerkelijk en in redelijkheid kosten zijn gemaakt, waarvoor de proceskosten niet reeds een vergoeding plegen in te sluiten.
4.12 [
opposant] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van TATC veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
5.1
vernietigt het Verstekvonnis, voor zover [opposant] daarbij is veroordeeld tot betaling tegen kwijting van een bedrag van Afl. 3.511,65, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2019 tot de dag der voldoening,
en opnieuw rechtdoende:
5.2.
veroordeelt [opposant] om tegen kwijting aan TATC te betalen de somma van Afl. 21.194,03, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2019 tot de dag der voldoening,
5.3
veroordeelt [opposant] in de kosten van de verzetprocedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van TATC vastgesteld op Afl. 204,15 aan explootkosten en Afl. 2.000,00 aan gemachtigdensalaris (2 punten, tarief 4),
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
5.6.
bekrachtigt het Verstekvonnis voor het overige.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 22 februari 2023 in aanwezigheid van de griffier.