ECLI:NL:OGEAA:2023:61

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
AUA202201293
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van arbeidsovereenkomst en overgang van onderneming in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen R & A Elektrotechniek Aruba N.V. en een werknemer, aangeduid als [verzoeker]. De werknemer had een verzoek ingediend tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, nadat hij was ontslagen door Rotech Automation. De werknemer stelde dat er sprake was van een overgang van onderneming, waardoor zijn dienstverband automatisch was overgegaan naar Rotech Technical. Het Gerecht oordeelde dat er geen gewichtige redenen waren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat de werknemer niet in gebreke was gebleven. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werknemer, ondanks zijn ontslag, bereid was om te werken en dat er geen bewijs was dat hij niet op het werk was verschenen zonder geldige reden. Het verzoek tot ontbinding werd afgewezen en Rotech Technical werd veroordeeld in de proceskosten van de werknemer. De uitspraak benadrukt de bescherming van werknemersrechten in het geval van een overgang van onderneming en de noodzaak voor werkgevers om hun verplichtingen na te komen.

Uitspraak

Beschikking van 24 januari 2023
Behorend bij AUA202201293 EJ
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
R & A ELEKTROTECHNIEK ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen:
Rotech Technical,
gemachtigde: de advocaat mr. M.H.J. Kock
tegen:
[Naam verzoeker],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- het verweerschrift;
- de pleitaantekeningen van partijen;
- de behandeling van de zaak ter zitting van vrijdag 24 juni 2022, waarbij aanwezig waren:
Rotech Technicalbij mr. Kock en [verzoeker] bijgestaan door mr. P. Smit, die occupeerde voor mr. D.G. Kock,
- de akte uitlating, waarbij het Gerecht is bericht dat partijen geen regeling hebben bereikt.
1.2
De datum van beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
bestuurder] is bestuurder van de vennootschap R&A Technical Holding N.V., die op haar beurt bestuurder is van R&A Elektrotechniek Aruba N.V. h.o.d.n. Rotech Technical Services (hierna:
Rotech Technical).
2.2 [
bestuurder] is tevens bestuurder van [naam bestuurder] Management N.V. Deze vennootschap was bestuurder van onder meer de onderneming [ naam bestuurder] Alarm Systems N.V. h.o.d.n.
Rotech Automation(hierna:
Rotech Automation).
2.3 [
Verzoeker] was vanaf 1 december 2014 in dienst van één van de vennootschappen van de
Rotech-groep. Hij is met ingang van 1 juni 2017, op grond van een arbeidsovereenkomst, in dienst getreden bij
Rotech Automation, in de functie van “eerste elektriciën/voorman”, tegen een brutoloon van Afl. 3.500,- per maand.
2.4
Op 1 september 2020 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van
Rotech Automationbesloten om deze vennootschap te ontbinden.
Blijkens de Landscourant van Aruba van 12 februari 2021 is de vereffening van voormelde vennootschap voltooid en is de handelsnaam van de vennootschap op 28 december 2020 in het handelsregister doorgehaald.
2.5 [
Verzoeker] is in de tussentijd werkzaamheden gaan verrichten voor
Rotech Technical.
2.6
Bij brief van 12 februari 2021 is het volgende aan [verzoeker] bericht.
“Naar aanleiding van de economische omstandigheden in verband met de pandemie heeft het bedrijf [naam bestuurder] Alarm Systems N.V. geen werkzaamheden meer kunnen aantrekken, waardoor het bedrijf geen inkomen meer heeft. Dientengevolge zien wij ons genoodzaakt om het personeel te ontslaan.”
2.7 [
Verzoeker] heeft vanaf 13 februari 2021 geen werkzaamheden meer verricht.
2.8
Bij brief van 30 maart 2021, gericht aan onder meer
Rotech Technicalen
Rotech Automation, heeft [verzoeker] de nietigheid van het ontslag ingeroepen. Daarbij heeft hij tevens verklaard bereid te zijn de werkzaamheden te hervatten en heeft hij aanspraak gemaakt op doorbetaling van zijn loon.
2.9
Op 14 september 2021 is [verzoeker] een procedure begonnen onder andere tegen
Rotech Technical, waarbij hij het Gerecht onder meer heeft verzocht om voor recht te verklaren dat er sprake is van overgang van ondernemingen en dat het dienstverband van [verzoeker] van rechtswege is overgegaan naar
Rotech Technical.
2.1
Op 22 februari 2022 heeft het Gerecht op voormeld verzoek een beslissing genomen. De beschikking geregistreerd onder nummer
EJ nr. AUA202102639(hierna: de beschikking van het Gerecht) luidt voor zover van belang als volgt.
“4.11 Het Gerecht oordeelt dat de hiervoor weergegeven omstandigheden, in onderling samenhang bezien, een voldoende sterke aanwijzing bieden dat de identiteit van de geliquideerde onderneming behouden is gebleven door het daadwerkelijk voortzetten of hervatten van dezelfde soortgelijke activiteiten door Rotech Technical. (…).
4.12
Nu sprake is van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW gaan de rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomsten, die op dat moment bij de overdragende werkgever bestond, over op de verkrijger. De vroegere werkgever houdt op werkgever te zijn en de werknemer gaat van rechtswege over op de verkrijgende ondernemer. De gevorderde verklaring voor recht zoals opgenomen onder sub a is in zoverre toewijsbaar.

5.DE BESLISSING

Het rechter in dit Gerecht:
(…);
5.2
verklaart voor recht dat sprake is van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW en daardoor de vorderingen van [verzoeker] voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst met Rotech Automation per 28 december 2020 van rechtswege zijn overgegaan op Rotech Technical;
5.3
beveelt Rotech Technical om [verzoeker] binnen vijf (5) dagen na betekening van deze beschikking weder te werk te stellen in zijn reguliere functie en werktijden (…).”
2.11
Op 11 maart 2022 is
Rotech Technicalin beroep gegaan tegen voormelde beschikking.
2.12
Bij brief van 14 juni 2022 heeft
Rotech Technicalhet volgende aan [verzoeker] bericht.
“Beste [verzoeker]
Op 25 Mei heb je de beschikking betekend en aangegeven dat je wenst te werken.
Je diende op 30 Mei 2022 op werk te verschijnen. Echter, op maandag 30 Mei ben je niet verschenen op werk. Wij hebben je advocaat hierop gewezen.
Ook de volgende dag verscheen je niet. Wij hebben je advocaat weer daarna verschillende malen erop gewezen dat jet niet op werk verschijnt en dus ook geen salaris zal ontvangen.
Intussen zijn al 2 weken verstreken dat je niet heb gemeld. Wij concluderen hieruit dat je niet wenst te werken.
Wij verzoeken je om morgen 15 juni om 8.00 uur te melden op werk/Kantoor te [stad] om dit te bespreken.
2.13
Op 13 december 2022 heeft het Hof een beslissing op voormeld beroep van [verzoeker] genomen. Die beschikking luidt voor zover van belang als volgt.
“2.8 Naar het oordeel van het Hof is de identiteit van het bedrijf van Rotech Automation behouden in het bedrijf van Rotech Technical. (…). Op grond van het voorgaande, in samenhang beschouwd en met inachtneming van alle overige omstandigheden van het geval, moet worden aangenomen dat de onderneming van Rotech Automation daadwerkelijk is voortgezet door Rotech Technical en dus is overgegaan op Rotech Technical.
(…)
BESLISSING
Het Hof:
(…);
vernietigd de beschikking waarvan beroep, maar uitsluitend voor zover Rotech Energy is veroordeeld in de proceskosten;
bevestigd de beschikking waarvan beroep voor het overige”

3.HET VERZOEK

3.1
Rotech Technicalverzoekt het Gerecht om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (indien er sprake zou zijn van een dienstverband) met onmiddellijke ingang te ontbinden, zonder toekenning van enige vergoeding, met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten.
3.2
Rotech Technicalheeft zich allereerst op het standpunt gesteld (hoewel de rechter in eerste aanleg, zoals weergegeven in punt 2.10 anders heeft besloten) dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen [verzoeker] en haar, nu er nimmer sprake is geweest van een overgang van onderneming. Mocht de rechter in de onderhavige procedure ook beoordelen dat
Rotech Technicalhet bedrijf
Rotech Automationheeft overgenomen, waardoor [verzoeker] automatisch bij
Rotech Technicalin dienst is getreden, dan dient de arbeidsovereenkomst tussen
Rotech Technicalen [verzoeker] ontbonden te worden.
Rotech Technicalheeft aan haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, samengevat, ten grondslag gelegd dat er sprake is van gewichtige redenen, bestaande uit - naar het Gerecht begrijpt - een dringende reden dan wel verandering in de omstandigheden. De gewichtige redenen zijn gelegen in de omstandigheid dat [verzoeker], ondanks negen keer daarop te zijn aangesproken niet op het werk is verschenen. Aldus is er sprake van grof plichtsverzuim. Daar komt bij dat
Rotech Technicalgeen werk heeft voor [verzoeker] en zij hoe dan ook het salaris van [verzoeker], vanwege de financiële problemen, niet kan dragen.
3.3 [
verzoeker] verzoekt het Gerecht om hem toestemming te verlenen om kosteloos te procederen en concludeert tot afwijzing van het verzoek tot ontbinding, dan wel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning aan hem van een ontbindingsvergoeding, en met veroordeling van
Rotech Technicalin de kosten van de procedure, alles uitvoerbaar bij voorraad.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het door [verzoeker] overgelegde bewijs van onvermogen blijkt dat hij niet in staat is de kosten van deze procedures te dragen. Aan [verzoeker] zal daarom verlof tot kosteloos procederen worden verleend.
4.2
Voordat wordt toegekomen aan de vraag of enige arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden, dient eerst beantwoord te worden de vraag of [verzoeker] - vanwege een overgang van onderneming - in dienst is getreden van
Rotech Technical. Rotech Technicalheeft zich in deze procedure, om de door haar aangedragen redenen, op het standpunt gesteld dat dat niet het geval is. [Verzoeker] heeft die stelling betwist.
Het Gerecht stelt voorop dat zowel het Gerecht in eerste aanleg als het Hof in eerdere procedures tussen partijen, ten aanzien van dit vraagstuk een beslissing hebben genomen. Het Gerecht verwijst ter beantwoording van voormelde vraag dan ook naar bedoelde uitspraken, zoals hierboven weergegeven.
Het Gerecht in eerste aanleg heeft bij beschikking bepaald, nadat de stellingen van partijen uitvoerig zijn gewogen, dat er sprake was van een overgang van onderneming en dat de vorderingen van [verzoeker] voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst met
Rotech Automationvan rechtswege zijn overgegaan op
Rotech Technical.Het Hof heeft de beschikking van het Gerecht op dit punt bevestigd. Gelet hierop en nu verder geen feiten en omstandigheden zijn aangevoerd die tot een ander oordeel moeten leiden, ziet het Gerecht aanleiding om het oordeel van het Hof over te nemen en het de zijne te maken. Uitgangspunt in deze procedure is derhalve dat er een arbeidsovereenkomst bestaat tussen [verzoeker] en
Rotech Technical, nu het dienstverband van [verzoeker] vanwege een overgang van onderneming is overgegaan naar
Rotech Technical.
4.3
Aan de orde is dan vervolgens de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden dient te worden. Ingevolge artikel 7:685 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) is iedere partij te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in het eerste lid van artikel 7:677 BW zouden hebben opgeleverd, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranderingen in de omstandigheden, kan hij op grond van het achtste lid van bedoeld artikel, zo hem dat met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt, aan een der partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toekennen.
dringende reden
4.4
Rotech Technicalheeft primair gesteld - zo begrijpt het Gerecht - dat er sprake is van een dringende reden, nu [verzoeker] zich, door te weigeren het werk te verrichten, schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim.
Na de beschikking van dit Gerecht van 22 februari 2022 heeft [verzoeker] zich niet op het werk gemeld, noch aangegeven bereid te zijn te willen werken, aldus
Rotech Technical.
Nadat [verzoeker] op 25 mei 2022 voormelde beschikking heeft laten betekenen, met een termijn van vijf dagen, is hij op 30 mei 2022 wederom niet op het werk verschenen. De gemachtigde van
Rotech Technicalheeft toen de gemachtigde van [verzoeker] via e-mail bericht dat [verzoeker] zich niet op het werk heeft gemeld.
Op 31 mei 2022 is [verzoeker] weer niet op het werk verschenen. Ook toen heeft de gemachtigde van
Rotech Technicaleen bericht aan de gemachtigde van [verzoeker] gestuurd met de mededeling dat [verzoeker] zonder enige uitleg afwezig was.
Op 2 juni en 6 juni 2022 is wederom contact opgenomen met de gemachtigde van [verzoeker], met de mededeling dat [verzoeker] zonder opgaaf van redenen niet op het werk is verschenen, terwijl hij wel op het werk verwacht wordt.
Nadat [verzoeker] zich weer niet op het werk heeft gemeld, heeft de gemachtigde van
Rotech Technicalop 14 juni 2022 een e-mailbericht gestuurd naar [verzoeker], waarbij zij aangeeft dat [verzoeker] zonder enig bericht al twee weken niet op het werk verschijnt en dat zolang hij geen arbeid verricht, hij ook geen salaris ontvangt. [Verzoeker] wordt verzocht om zich op het werk te melden. Ter onderbouwing hiervan heeft
Rotecht Technicaleen brief d.d. 14 juni 2022 gericht aan [verzoeker] in de procedure gebracht.
[verzoeker] is op 15 juni 2022 op het werk verschenen. Niet om te werken, maar slechts om zijn belastingpapieren op te halen.
4.5
Anders dan
Rotech Technicalis het Gerecht van oordeel dat niet gesteld kan worden dat [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan enige vorm van plichtsverzuim. Daartoe is het volgende redengevend. Bij beschikking van dit Gerecht van 22 februari 2022 is
Rotech Technicalbevolen om [verzoeker] weder te werk te stellen. Het Gerecht stelt voorop dat [verzoeker] met de door hem gevoerde procedure duidelijk heeft gemaakt dat hij wil werken. De stelling dat [verzoeker] niet heeft aangegeven bereid te zijn om te werken, kan het Gerecht daardoor niet volgen. Niet is gesteld noch uit de stukken is gebleken dat
Rotech Technical- nadat beschikking is gegeven - [verzoeker] op constructieve- en adequate wijze heeft opgeroepen om te komen werken, terwijl dat, gelet op de uitspraak van het Gerecht, wel op haar weg had gelegen. Dat [verzoeker] niet op het werk is verschenen kan hem dan ook - gelet op het bovenstaande - niet worden tegengeworpen.
Vast staat dat [verzoeker] op 25 mei 2022 voormelde beschikking aan
Rotech Technicalheeft laten betekenen. Niet in geschil is tussen partijen dat er in de periode vanaf 30 mei tot en met 6 juni 2022 correspondentie is geweest tussen de gemachtigden van partijen. [verzoeker] heeft gesteld dat hij in die periode niet is opgeroepen om zich op het werk te melden. Dit kan ook worden afgeleid uit de stellingen van
Rotech Technical, waaruit volgt dat zij de gemachtigde van [verzoeker] op bepaalde dagen slechts heeft bericht dat [verzoeker] afwezig was en dat hij daarom geen salaris ontvangt. Dat de gemachtigde van [verzoeker] voormelde berichten als een oproeping diende te interpreteren, kan het Gerecht niet beoordelen, nu zij verder van de inhoud van de berichten niet op de hoogte is. Dat [verzoeker] in voormelde periode op één of andere wijze is opgeroepen om op het werk te verschijnen is verder nergens uit gebleken. De stelling van gemachtigde van
Rotech Technicalin de pleitnota dat de advocaat van [verzoeker] op 6 juni 2022 een e-mail heeft ontvangen met als inhoud dat [verzoeker] op het werk verwacht wordt, treft hetzelfde lot nu die e-mail niet is overgelegd. Gesteld nog gebleken is dat [verzoeker] zelf een bericht met dergelijk inhoud heeft ontvangen van
Rotech Technical.
4.6
Bij brief van 14 juni 2022, gericht aan [verzoeker], is [verzoeker] opgeroepen om zich op 15 juni 2022 op het werk te melden. Gelet hierop en hetgeen hiervoor is overwogen, is het Gerecht van oordeel dat deze brief als de eerste oproeping van [verzoeker] heeft te gelden. Nu gebleken is dat [verzoeker] zich op de verzochte dag op het werk heeft gemeld, is het Gerecht van oordeel dat niet gesteld kan worden dat [verzoeker] geweigerd heeft om arbeid te verrichten. Dat [verzoeker] toen op het werk verschenen is alleen om belastingpapieren op te halen, zoals
Rotech Technicalheeft gesteld, is gemotiveerd betwist door [verzoeker] en komt daarom niet vast te staan.
4.7
De conclusie is dan ook dat [verzoeker]
Rotech Technicalgeen dringende reden heeft gegeven die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Dit geldt temeer nu
Rotech Technicalzelf geen disciplinaire maatregel heeft getroffen tegen [verzoeker], maar hem steeds via zijn gemachtigde heeft aangesproken op het feit dat hij niet op het werk is verschenen.
Het Gerecht komt met het bovenstaande dan ook toe aan de vraag of zich zodanige veranderingen in de omstandigheden hebben voorgedaan dat van
Rotech Technicalniet gevergd kan worden het dienstverband met [verzoeker] voort te zetten
verandering van omstandigheden
4.8
Rotech Technicalheeft gesteld dat er sprake is van veranderingen in de omstandigheden, nu zij a) geen werk heeft voor [verzoeker], aangezien
Rotech Technicalandere diensten aanbiedt dan
Rotech Automationen zij b) het salaris van [verzoeker], gelet op de financiële problemen, niet kan dragen. Ter onderbouwing van dit laatste heeft
Rotech Technicaljaarrekeningen van het jaar 2020 in de procedure gebracht.
4.9 [
Verzoeker] heeft de stelling onder a) betwist. Hij heeft onweersproken gesteld dat de doelstellingen van beide bedrijven, gelet op het uittreksel uit de registers van de Kamer van Koophandel, overeenkomen, en dat hij daarnaast, nadat
Rotech Automationis opgehouden te bestaan, zijn werkzaamheden tot halverwege februari 2021, zijnde het moment waarop hij is ontslagen, bij
Rotech Technicalheeft voortgezet.
Gelet op de gemotiveerde betwisting van [verzoeker] die niet langer door
Rotech Technicalis weersproken, en nu uit de beschikking van het Gerecht bovendien is gebleken dat [verzoeker], nadat
Rotech Automationop 28 december 2020 opgehouden heeft te bestaan, in de maanden januari en februari 2021 door is blijven werken en samen met de andere werknemers van
Rotech Technicalwerd ingeroosterd, is het Gerecht van oordeel dat
Rotech Technicalonvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat zij geen werk heeft voor [verzoeker]. De enkele stelling dat
Rotech Technicalandere diensten aanbiedt, waardoor zij geen werk heeft voor [verzoeker], is daartoe onvoldoende. Aan die stelling van
Rotech Technicalzal daarom worden voorbijgegaan.
4.9
Het bovenstaande geldt ook voor de stelling van
Rotech Technicalinhoudende dat zij het salaris van [verzoeker] niet kan dragen, nu zij in financiële problemen verkeerd. Niet alleen heeft [verzoeker] die stelling betwist, maar ook heeft
Rotech Technicalhaar stelling op geen enkele wijze onderbouwd. Immers, de jaarrekeningen waarnaar
Rotech Technicalverwijst hebben geen betrekking op haar, maar op het niet meer bestaande bedrijf
Rotech Automation.
4.1
De conclusie is gelet op het bovenstaande dan ook dat de door
Rotech Technicalgestelde feiten en omstandigheden geen verandering in de omstandigheden opleveren die van dien aard zijn dat niet van haar kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] voort te laten duren.
4.11
Al het bovenstaande leidt tot de slotsom dat geen sprake is van gewichtige redenen. Dat brengt met zich dat het verzoek zal worden afgewezen.
4.12
Rotech Technicalzal, als zijnde de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verzoeker], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5).

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent [verzoeker] toestemming om kosteloos te procederen;
5.2
wijst het verzoek af;
5.3
veroordeelt
Rotech Technicalin de kosten van de procedure, die tot de datum van de beschikking aan de kant van [verzoeker] worden begroot op Afl. 2.500, aan salaris van de gemachtigde.
5.4
Verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 januari 2023 in aanwezigheid van de griffier.