ECLI:NL:OGEAA:2023:41
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.C.E. Winfield
- A.B. Bennett
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak in Arubaanse strafzaak wegens mishandeling met wapens
In deze Arubaanse strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 14 april 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1997 in Aruba. De verdachte was aangeklaagd voor mishandeling met gebruikmaking van wapens, zoals gedefinieerd in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het eerste feit betrof de beschuldiging dat de verdachte op 27 april 2022 een andere persoon met een fles tegen het hoofd zou hebben geslagen, terwijl het tweede feit betrekking had op een vermeende mishandeling van een andere persoon met een scherp voorwerp op 21 augustus 2022.
Tijdens de rechtszittingen op 12 januari en 24 maart 2023 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N.S. Gravenstijn, zijn onschuld volgehouden. De officier van justitie, mr. A. Vroomhout, eiste een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. In het bijzonder werd opgemerkt dat de alternatieve verklaring van de verdachte over het eerste feit niet in strijd was met de beschikbare bewijsmiddelen en niet als ongeloofwaardig kon worden afgewezen. Voor het tweede feit ontbrak bewijs uit andere bronnen dan de verklaring van de aangever, wat in strijd is met de wettelijke vereisten voor bewijsvoering.
Uiteindelijk heeft het Gerecht geconcludeerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastegelegde feiten, en heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs en de noodzaak om niet uitsluitend te vertrouwen op getuigenverklaringen zonder ondersteunend bewijs.