ECLI:NL:OGEAA:2023:290

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
256 van 2023
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor doodslag na ernstige mishandeling met fatale gevolgen

In deze Arubaanse strafzaak is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertien jaar voor doodslag. De zaak betreft een incident op 22 januari 2023, waarbij de verdachte het slachtoffer meermalen heeft opgetild en op de grond gegooid, waarna hij op de borstkast en buik van het slachtoffer is gaan springen en hem tegen zijn hoofd heeft geschopt. Het slachtoffer raakte hierdoor in comateuze toestand en werd met ernstige verwondingen, waaronder schedel- en ribfracturen, in het ziekenhuis opgenomen. Twee maanden later overleed het slachtoffer aan een longontsteking, die het gevolg was van de opgelopen letsels. De rechtbank oordeelde dat de dood van het slachtoffer een rechtstreeks gevolg was van de handelingen van de verdachte, en dat het optreden van de longontsteking niet zodanig was dat het overlijden niet meer aan de verdachte kon worden toegerekend.

Het onderzoek ter openbare terechtzitting vond plaats op 13 oktober 2023, waarbij de verdachte aanwezig was met zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo. De officier van justitie, mr. E. Stevens, eiste een gevangenisstraf van veertien jaar, maar de rechtbank legde uiteindelijk dertien jaar op. De benadeelde partij, de moeder van het slachtoffer, vorderde schadevergoeding, maar werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een ernstig feit, waarbij hij het leven van het slachtoffer had ontnomen en veel verdriet had veroorzaakt bij de nabestaanden. De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de ernst van het feit bij het bepalen van de straf.

De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en legde de gevangenisstraf op, waarbij ook de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen werd gelast. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door zittingsgriffier mr. A.B. Bennett, op 3 november 2023.

Uitspraak

Parketnummer: P-2023/00663
Zaaknummer: 256 van 2023
Uitspraak: 3 november 2023 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1992 in [land van herkomst],
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2023. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo, advocaat in Aruba.
De benadeelde partij [benadeelde partij] (de moeder van het slachtoffer) heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien (14) jaren, met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen slippers, de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van Afl. 10.000,-, de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen zij overigens heeft gevorderd en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde en heeft een strafmaatverweer gevoerd. De raadsman heeft voorts verweer gevoerd ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 22 januari 2023 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
- die [slachtoffer] een of meermalen op te tillen en (met kracht) op de grond te gooien, en/of
- een of meermalen op de borstkas en de buik van die [slachtoffer] te springen en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn gezicht en/of hoofd te schoppen
en/of
- het gooien van 1 of meer flessen, althans objecten, tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer];
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
dat hij op of omstreeks 22 januari 2023 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten:
- meerdere aangezichtsfracturen,
- meerdere ribfracturen,
- pneuomthorax,
- schedelfractuur en
- hersenletsel,
heeft toegebracht, door
- die [slachtoffer] een of meermalen op te tillen en (met kracht) op de grond te gooien, en/of
- een of meermalen op de borstkas en de buik van die [slachtoffer] te springen en/of
- die Kock tegen zijn gezicht en/of hoofd te schoppen
en/of
- het gooien van 1 of meer flessen, althans objecten, tegen het hoofd en/of lichaam van die Kock,
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
dat hij op of omstreeks 22 januari 2023 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] een of meermalen op te tillen en (met kracht) op de grond te gooien, en/of
- een of meermalen op de borstkas en de buik van die [slachtoffer] te springen en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn gezicht en/of hoofd te schoppen
en/of
- het gooien van 1 of meer flessen, althans objecten, tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer],
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair is ten laste gelegd, met dien verstande:
dat hij op
of omstreeks22 januari 2023 te Aruba
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,[slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
- die [slachtoffer]
een ofmeermalen op te tillen en
(met kracht)op de grond te gooien, en
/of
-
een ofmeermalen op de borstkas en de buik van die [slachtoffer] te springen en
/of
- die [slachtoffer] tegen zijn
gezicht en/ofhoofd te schoppen.
en/of
- het gooien van 1 of meer flessen, althans objecten, tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer];.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe - samengevat - het volgende aangevoerd. De verdachte had geen opzet danwel voorwaardelijk opzet om het slachtoffer van het leven te beroven. De verdachte heeft het slachtoffer slechts één vuistslag toegediend, waarna hij op de grond viel. Hij heeft hem vervolgens opgetild en op straat gegooid. Hij is toen met de bewoners van het huis waar het slachtoffer was gaan praten. Hij hoorde toen dat iemand het slachtoffer buiten aan het mishandelen was. Toen hij weer naar buiten ging heeft hij het slachtoffer een paar keer met de vlakke hand in het gezicht geslagen. Iemand anders heeft het slachtoffer toegetakeld. De dood van het slachtoffer kan hem daarom niet worden toegerekend, te meer uit het autopsierapport is gebleken dat het slachtoffer als gevolg van een longontsteking is gestorven.
Het Gerecht overweegt als volgt.
(Voorwaardelijk) opzet
Uit het dossier en het verhandelde ter zitting ter terechtzitting is, hoewel daartoe wel aanknopingspunten zijn, onvoldoende gebleken dat de verdachte vol opzet had op de dood van het slachtoffer. Het Gerecht ziet zich derhalve voor de vraag gesteld of sprake is geweest van opzet in voorwaardelijke zin.
Het Gerecht is van oordeel dat de door de verdachte geschetste gang van zaken (dat een ander persoon het slachtoffer heeft toegetakeld) op geen enkele wijze steun vindt in het dossier en anderszins ook niet aannemelijk is geworden. Naar het oordeel van het Gerecht ontbreekt voor het geschetste scenario ieder aanknopingspunt. De verklaring van de verdachte dat een ander persoon het slachtoffer heeft toegetakeld acht het Gerecht, gelet op de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] en de medeverdachte bij de politie, ongeloofwaardig. De verklaringen van voornoemde getuigen kunnen als betrouwbaar worden aangemerkt. Er is geen enkele reden om aan deze verklaringen te twijfelen. Op geen enkele wijze is aannemelijk geworden dat een ander persoon dan de verdachte het slachtoffer heeft toegetakeld.
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen blijkt het volgende. De verdachte is op de bewuste nacht op zoek gegaan naar het slachtoffer, nadat hij had vernomen dat het slachtoffer een portemonnee van een bezoekster in een bar in San Nicolas had gestolen. De verdachte is de woonkamer van de getuige [getuige 1] binnengerend (waar het slachtoffer zich op dat moment bevond) en heeft het slachtoffer met kracht een vuistslag in het gezicht gegeven. Het slachtoffer viel toen bewusteloos op de grond. Hierna tilde de verdachte het slachtoffer op en gooide hem buiten midden op straat. Toen de medeverdachte de gestolen portemonnee in de broekzak van het slachtoffer had aangetroffen, tilde de verdachte het slachtoffer nogmaals op en gooide hem weer op de grond. De verdachte begon, terwijl het slachtoffer nog steeds buiten bewustzijn was, op de borstkast en buik van het slachtoffer te springen en schopte het slachtoffer tegen het hoofd. Het slachtoffer werd daarna midden op straat achtergelaten, bewusteloos en in een plas bloed.
Het slachtoffer werd op 22 januari 2023 als gevolg van de mishandeling in het ziekenhuis opgenomen met ernstig hersen- en aangezichtstrauma. Het slachtoffer was opgenomen in een diep coma “as a result of brain contusions due to skull fracture and subdural brain hemorrhages.” Hij had multipele aangezichtsfracturen, ribfracturen, schedelfracturen en corticale hersenbloedingen. Hij had ook aan beide zijden pneumothorax (klaplong). Het slachtoffer werd behandel voor pneumonie. Zijn neurologische status (hersenfunctie) toonde gedurende de gehele opname geen verbetering. Het slachtoffer stabiliseerde op het niveau van een “wakend coma” (minimaal hersen functioneren). Op 9 maart 2023 is gezien de slechte prognose in overleg met de moeder van het slachtoffer besloten om alle medische behandelingen te staken, inclusief stoppen met (kunstmatige) voeding. Het slachtoffer werd overgeplaatst naar hospice en is uiteindelijk op 16 maart 2023 overleden aan longontsteking in comateuze toestand met geen zicht op genezing. De patholoog anatoom heeft in zijn autopsie rapport onder andere het volgende vermeld:” The shortened life expectancy of patients in a persistent vegetative state is due to several factors. Reported causes of death include infections usually of the pulmonary (in 52 percent of patients).”
Het is een feit van algemene bekendheid dat het hoofd een vitaal en kwetsbaar onderdeel van het lichaam is. Ook de borstkast en buik zijn plekken waar zich verschillende vitale organen bevinden, waarvan beschadiging de dood tot gevolg kan hebben. Dergelijk heftig geweld tegen een weerloos persoon, te weten het meermalen optillen van het slachtoffer en hem op de grond te gooien, het meermalen springen op de borstkast en de buik van het slachtoffer en het schoppen tegen het hoofd van het slachtoffer terwijl het slachtoffer bewusteloos op straat ligt, is zozeer gericht op en geschikt tot het toebrengen van dodelijk letsel, dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte dit in redelijkheid moet hebben beseft en de aanmerkelijke kans op het ontstaan van dit gevolg ook bewust heeft aanvaard. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van het slachtoffer.
Het namens de verdachte gevoerd verweer dat er geen causaal verband bestaat tussen de handelingen van de verdachte en de dood van het slachtoffer, nu de dood het gevolg is geweest van longontsteking, gaat niet op. Het optreden van een longontsteking, na als gevolg van mishandeling bekomen letsels als voormeld, is niet van zodanige aard dat het overlijden van het slachtoffer redelijkerwijze niet meer als gevolg van die mishandeling aan de verdachte zou kunnen worden toegerekend (vergelijk HR 12 september 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC2616). De dood van het slachtoffer is een rechtstreeks gevolg van de handelingen van de verdachte op 22 januari 2023. Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Primair:
Doodslag,
strafbaar gesteld bij artikel 2:259 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag. Hij heeft zich die nacht ongekend gewelddadig gedragen. Hij heeft het slachtoffer met kracht een vuistslag in het gezicht gegeven. Het slachtoffer viel toen bewusteloos op de grond. Hierna tilde de verdachte het slachtoffer op en gooide hem midden op straat. Daarna heeft hij het slachtoffer, die nog steeds bewusteloos was, nogmaals opgetild en op de grond gegooid. De verdachte is toen op de borstkast en buik van het slachtoffer gaan springen en heeft het slachtoffer tegen zijn hoofd geschopt. Het slachtoffer werd daarna bewusteloos en in een plas bloed midden op straat achtergelaten. Ten gevolge van dit geweld is het slachtoffer in comateuze toestand in het ziekenhuis opgenomen met diverse aangezichts-, schedel-, en ribfracturen en pneumothorax en is daarna overleden. De verdachte heeft het slachtoffer hiermee zijn kostbaarste bezit, te weten het leven dat nog voor hem lag, ontnomen en de naasten en nabestaanden van het slachtoffer een groot en onherstelbaar verlies en veel verdriet toegebracht. De verdachte is geheel voorbij gegaan aan de gevoelens van onrust en onveiligheid die door dergelijke feiten in de samenleving worden veroorzaakt, daar het feiten zijn met een agressief en gewelddadig karakter en welk feit zich op de openbare weg heeft afgespeeld.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het Gerecht heeft kennis genomen van het rapport van de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming van Aruba van 26 september 2023.
Ten nadele van de verdachte houdt het Gerecht bij de strafoplegging rekening met het feit dat de verdachte al eerder onherroepelijk is veroordeeld voor mishandeling, zoals blijkt uit zijn strafkaart. Dit heeft hem niet weerweerhouden om opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Voorts houdt het Gerecht rekening met het feit dat de verdachte ter terechtzitting geen blijk heeft gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien. De verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn zinloze daad.
Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op de door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie geformuleerde oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin wordt voor doodslag als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen 10 en 12 jaar gegeven, met als strafverhogende factoren “gebrek aan erkenning en inzicht verdachte in problematiek gedrag”, “minder weerbaar slachtoffer”, “bijzondere gewelddadigheid”, “publieke locus delicti”.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De slippers zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren immers toe aan de verdachte en het bewezen verklaarde is met behulp daarvan begaan.
Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde partij] (de moeder van het slachtoffer) heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 50.000,- aan immateriële schade.
De verdediging heeft de vordering gemotiveerd betwist.
De benadeelde partij vordert immateriële schadevergoeding als gevolg van geestelijk letsel veroorzaakt door het overlijden van het slachtoffer als gevolg van verdachtes bewezenverklaarde handelen.
Het verlies van een kind kan voor de betrokken ouder een zodanig verdriet en zodanige problemen van verwerking van het verlies van dit kind opleveren dat daardoor geestelijk letsel ontstaat dat aantasting van de persoon oplevert (affectieschade). In een dergelijk geval laat het wettelijk stelsel (anders dan in Nederland) niet toe dat aan deze ouder een schadevergoeding wegens verdriet om de dood van een kind, wordt toegekend. Het gaat de rechtsvormende taak van de rechter te buiten te dezer zake in afwijking van het wettelijk stelsel zonder meer een vergoeding toe te kennen.
Het wettelijk stelsel verzet zich echter niet tegen een vergoeding van immateriële schade, wanneer deze schade een gevolg is van de aan het onrechtmatig handelen van de veroorzaker toe te rekenen schokkende confrontatie met de ernstige gevolgen van het ongeval. Er moet dan sprake zijn van geestelijk letsel, in de zin van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld, dat is ontstaan door het waarnemen van de gebeurtenis waardoor het slachtoffer overlijdt of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen daarvan. Deze confrontatie kan ook plaatsvinden (kort) nadat de gebeurtenis die tot de dood van een ander heeft geleid, heeft plaatsgevonden.
In het schrijven van de praktijkondersteuner van POH GGZ in Bonaire wordt vermeld dat de benadeelde partij door een moeilijke rouwproces gaat. Zij ervaart klachten zoals moeite met slapen, nachtmerries, heftige gevoelens van verdriet en verlangen naar haar zoon. Overdag herbeleeft zij in gedachten deze nare ervaringen. De behandeling van de benadeelde partij richt zich op rouwverwerking en cognitieve gedragstherapie.
Het Gerecht is van oordeel dat gesteld noch gebleken is dat bij de benadeelde partij als gevolg van het waarnemen van het strafbaar feit of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, een hevige emotionele schok teweeg is gebracht, waaruit geestelijk letsel is voortgevloeid.
Bij deze stand van zaken komt de gevorderde immateriële schade niet voor toewijzing in aanmerking. In zoverre zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard en zal worden bepaald dat zij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:67 en 1:68 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
dertien [13] jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een paar witte slippers van het merk Adidas;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door mr. A.B. Bennett, (zittingsgriffier), en op 3 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:
Inhoudsindicatie:
Arubaanse strafzaak.
Veroordeling verdachte tot een gevangenisstraf van 13 jaar voor doodslag. Verdachte heeft het slachtoffer meermalen opgetild en op de grond gegooid, is toen op de borstkast en buik van het slachtoffer gaan springen en heeft het slachtoffer tegen zijn hoofd geschopt. Het slachtoffer is in comateuze toestand in het ziekenhuis opgenomen met diverse aangezichts-, schedel-, en ribfracturen en pneumothorax. Het slachtoffer is twee maanden later overleden aan een longontsteking in comateuze toestand met geen zicht op genezing. De dood van het slachtoffer is een rechtstreeks gevolg van de handelingen van de verdachte. Het optreden van een longontsteking, na als gevolg van mishandeling bekomen letsels, is niet van zodanige aard dat het overlijden van het slachtoffer redelijkerwijze niet meer als gevolg van die mishandeling aan de verdachte zou kunnen worden toegerekend.