ECLI:NL:OGEAA:2023:233
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vervangende toestemming voor reis met minderjarigen
In deze zaak heeft de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.L. Griffith, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om vervangende toestemming te verkrijgen om met haar twee minderjarige kinderen naar Nederland te reizen. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.S. Edwards, heeft bezwaar gemaakt tegen dit verzoek. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 mei 2023, waarbij beide partijen aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Voogdijraad.
De minderjarigen zijn geboren uit het huwelijk van partijen, dat op 27 december 2011 en 26 september 2013 in Aruba heeft plaatsgevonden. De echtscheiding tussen partijen is uitgesproken op 18 mei 2020, en sindsdien zijn zij gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen. De moeder heeft aangevoerd dat de vader weigert toestemming te verlenen voor de reis naar Nederland, die gepland staat van 6 juli 2023 tot en met 9 augustus 2023.
Het Gerecht heeft overwogen dat de moeder voldoende belang heeft bij haar verzoek, gezien de tijdsdruk en de noodzaak om vliegtickets aan te schaffen. De vader heeft tijdens de zitting aangegeven bereid te zijn toestemming te verlenen onder bepaalde voorwaarden, waaraan de moeder heeft aangegeven te willen voldoen. Het Gerecht heeft vervolgens besloten om het verzoek van de moeder toe te wijzen, waarbij de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
De uitspraak is gedaan op 7 juni 2023, waarbij de moeder vervangende toestemming is verleend om met de minderjarigen naar Nederland te reizen in de genoemde periode.