BESLISSING
De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 september 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.
Rijkswet op het Nederlanderschap
Artikel 1
In deze Rijkswet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
(…)
g. instemming door het bevoegd gezag met het bestendig verblijf van de vreemdeling in het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
1. Na het afleggen van een daartoe strekkende schriftelijke verklaring verkrijgt door een bevestiging als bedoeld in het derde lid het Nederlanderschap:
g. de vreemdeling die gedurende tenminste drie jaren de echtgenoot is van een Nederlander en gedurende een onafgebroken periode van tenminste vijftien jaren toelating en hoofdverblijf heeft in het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba,
3. De autoriteit die de verklaring in ontvangst neemt, beoordeelt aan de hand van de haar overgelegde stukken de gronden waarop de verklaring berust. Indien aan de vereisten is voldaan, bevestigt zij schriftelijk de verkrijging van het Nederlanderschap.
Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap
Artikel 2
Tot het in ontvangst nemen van optieverklaringen en naturalisatieverzoeken en tot uitreiken van uittreksels van naturalisatiebesluiten zijn bevoegd
(…)
c. in Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur van Aruba, van Curaçao onderscheidenlijk van Sint Maarten;
1. Behoudens in de gevallen waarin toelating niet is vereist, onderzoekt de Gouverneur de verblijfsrechtelijke status van de optant en van de personen die in de optieverklaring zijn genoemd. Zo nodig verwijst hij de optant voor een bewijs van toelating naar de daartoe bevoegde instanties.
Artikel 72
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit besluit.
Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap
Tenzij in deze regeling anders is bepaald, oefent de uitvoeringsautoriteit de hem in het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en het Besluit bericht omtrent opgedragen werkzaamheden uit in overeenstemming met de Handleiding, alsmede met de nadere instructies terzake die in het betreffende Rijksdeel gelden. (…)
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba
Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g
Paragraaf 1. Algemeen.
Of en vanaf welk moment sprake is van toelating is op zich een vreemdelingenrechtelijke vraag en moet door het bevoegd gezag in Aruba beantwoord worden. In het Arubaans vreemdelingenrecht moet rekening worden gehouden met de toepasselijke Landsverordening toelating, uitzetting en verwijdering (LTUV) en jurisprudentie.
(…)
Toelating in Aruba moet door de vreemdeling worden aangetoond aan de hand van een verblijfsdocument. (…)
Paragraaf 2. Toelating
“‘Toelating’ betekent in de Arubaanse situatie concreet dat een vreemdeling (niet-Nederlander) verblijfsrecht heeft in Aruba op grond van de LTU(V). Het verblijfsrecht voor een niet‑Nederlander kan voor een bepaalde of onbepaalde tijd zijn. De vreemdeling verblijft in de volgende gevallen rechtmatig in Aruba, als hij in het bezit is van één van de volgende documenten:
1. een vergunning tot tijdelijk verblijf (artikel 6, tweede lid, LTUV jo. Artikel 7 LTUV); of
2. een vergunning tot verblijf (artikel 6, derde lid, LTUV jo. Artikel 7a LTUV); of
3. een verklaring van toelating van rechtswege (artikel 3 LTU(V)); of
4. een verklaring van toelating van rechtswege op grond van het beoogde artikel 3, eerste lid aanhef en onder g, uit het voorstel (ZJ 2011-2012-736) tot aanpassing van de LTU(V).”
Landsverordening toelating en uitzetting
1. Behalve in de artikelen 1 en 3 vermelde personen wordt niemand in Aruba toegelaten zonder een vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf.
2. Een vergunning tot tijdelijk verblijf wordt voor een bepaalde termijn afgegeven.
1. Een vergunning tot tijdelijk verblijf wordt verleend door of namens de Minister, en heeft een duur van ten hoogste een jaar.
(…)
6. Aan een vergunning tot tijdelijk verblijf kunnen voorwaarden worden verbonden in het algemeen belang.
Artikel 10
Hij die in strijd handelt met de hem verleende vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf, wordt gelijkgesteld met degene die zonder vergunning in Aruba verblijft.