ECLI:NL:OGEAA:2023:185
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over consumentenkrediet en betalingsverplichtingen
In deze civiele procedure, aangespannen door ISLAND FINANCE ARUBA N.V. (hierna: IFA), is de gedaagde, wonende in Aruba, betrokken bij een geschil over een lening in verbruikleen. De overeenkomst, aangegaan op 31 augustus 2017, betrof een lening van Afl. 15.126,63, die in 48 maandelijkse termijnen moest worden terugbetaald. IFA stelt dat de gedaagde nog een bedrag van Afl. 11.256,93 verschuldigd is, terwijl de gedaagde betwist dat zij deze schuld heeft. De gedaagde heeft verschillende betalingen gedaan die volgens haar niet zijn erkend door IFA, en stelt dat zij slechts eenmaal een lening heeft afgesloten.
Tijdens de procedure zijn er verschillende producties overgelegd door beide partijen. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer en dat de door IFA overgelegde stukken de schuld van de gedaagde ondersteunen. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde nog een bedrag van Afl. 10.656,93 aan IFA moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, evenals de proceskosten aan de zijde van IFA.
De rechter heeft de vordering tot betaling van boeterente afgewezen, omdat deze in strijd zou zijn met het door het Gemeenschappelijk Hof vastgestelde maximum. De uitspraak is gedaan op 30 augustus 2023 door mr. T.A.M. Tijhuis, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.