ECLI:NL:OGEAA:2023:107

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202101416
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek in erfrechtelijke verdeling van registergoed met onduidelijkheid over de erflater

In deze zaak, die op 8 maart 2023 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de erfrechtelijke verdeling van een registergoed, een perceel bouwland met daarop een woonhuis. De eisers, die de achterkleinkinderen en erfgenamen zijn van de overleden erflater, vorderen onder andere dat wordt vastgesteld dat de erflater dezelfde persoon is als de eigenaar die in het kadaster staat vermeld. Er is onduidelijkheid over de identiteit van de erflater, wat de verkoop van het registergoed bemoeilijkt. De eisers zijn voornemens het registergoed te verkopen, maar kunnen dit niet zonder juridische duidelijkheid over de eigendom.

Tijdens de procedure zijn er verschillende stappen ondernomen, waaronder het indienen van verzoekschriften en het houden van mondelinge behandelingen. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van akten en er is een comparitie van partijen gelast. De rechter heeft vastgesteld dat de bij de wet voorgeschreven formaliteiten zijn nageleefd en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen belanghebbenden. De rechter heeft ook bepaald dat de griffier zorgdraagt voor de oproeping van de bewindvoerder, die de belangen van de niet verschenen erfgenamen moet behartigen.

De rechter heeft aangegeven dat er nadere inlichtingen nodig zijn en heeft de eisers verzocht om aanvullende stukken te overleggen. Tevens is er een comparitie van partijen gelast, waarbij eisers en de bewindvoerder aanwezig moeten zijn. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen, waarbij de rechter de mogelijkheid openlaat voor partijen om hun zaak ter comparitie te bepleiten.

Uitspraak

Vonnis van 8 maart 2023
Behorend bij A.R. AUA202101416 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:

1.[naam eiser 1],

2.
[naam eiser 2],
3.
[naam eiser 3],
allen wonende in Aruba,
eisers,
gemachtigde: mr. G.L. Griffith.
Belanghebbenden:
1.
de (andere) erfgenamen van wijlen [naam erflater],
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats(en),
hierna te noemen: belanghebbenden,
niet verschenen,
2. [
[naam deurwaarder], deurwaarder,
in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over het aandeel van belanghebbenden in de nalatenschap van wijlen [naam erflater],
hierna te noemen: de bewindvoerder,
kantoorhoudende in Aruba,
nog in de procedure op te roepen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met 3 producties, ter griffie ingediend op 28 mei 2021 in de procedure E.J. nr. AUA202101689;
- de mondelinge behandeling gehouden op 12 oktober 2021 in de procedure E.J. nr. AUA202101689;
- de beschikking van 15 maart 2022 behorend bij E.J. nr. AUA202101689;
- de brief van 4 mei 2022 van mr. Griffith met 3 producties behorend bij E.J. nr. AUA202101689;
- de openbare oproeping van belanghebbenden voor de mondelinge behandeling op 24 augustus 2022 om 8:30 uur in de procedure A.R. AUA202101416;
- de mondelinge conclusie van eis op 24 augustus 2022.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE FEITEN

2.1.
Centraal in deze zaak staat de erfrechtelijke verdeling van het perceel bouwland met daarop een woonhuis te [adres woning]), [stad], Aruba, groot 23.010 m², kadastraal bekend [kadastraal nummer] (hierna: het Registergoed).
2.2.
Het Registergoed is op 7 april 2017 door ing. [naam taxateur] getaxeerd op een marktwaarde van Afl. 1.725.750,- en een executiewaarde van Afl. 1.208.025,-.
2.3.
Uit de rekeninginformatie van de Departamento di Impuesto is op 6 juli 2020 een overzicht gegenereerd met een totaal openstaand bedrag van Afl. 22.341,67 aan kennelijk voor het Registergoed nog verschuldigde grondbelasting en rente.

3.HET GESCHIL

3.1.
Eisers vorderen (zakelijk weergegeven) om bij vonnis:
voor recht te verklaren dat wijlen [naam erflater] (hierna: [erflater]) dezelfde persoon is als [naam erflater] (hierna: [erflater A]) die op het kadastraal uittreksel als eigenaar van het Registergoed staat vermeld;
vast te stellen dat de personen, zoals genoemd in de als productie 1 overgelegde stamboom, de erfgenamen zijn van [erflater] (die zonder bekende geboorte- en overlijdensdatum is);
de deelgerechtigheid van de erfgenamen in de nalatenschap van [erflater] vast te stellen, nu, aldus eisers, sprake is van onbekende erfgenamen c.q. deelgenoten;
eisers, als deelgenoten in de nalatenschap van [erflater], vervangende toestemming te geven om over te gaan tot de onderhandse verkoop van het Registergoed;
dan wel elke andere beslissing te nemen welke het gerecht in goede justitie vermeent te behoren;
te bepalen dat de kosten verbonden aan de onderhavige procedure ten laste van de nalatenschap van [erflater] zullen komen.
3.2.
Aan hun vorderingen leggen eisers - samengevat - ten grondslag dat zij de achterkleinkinderen en (mede)erfgenamen zijn van [erflater]. Tot de nalatenschap van [erflater] behoort het Registergoed. Eisers menen dat zij niet gehouden kunnen worden om nog langer in de onverdeeldheid van het Registergoed te blijven. Zij zijn voornemens het Registergoed te verkopen. Meerdere geïnteresseerde kopers hebben zich gemeld. Nu echter in het kadaster is opgenomen dat het Registergoed aan [erflater A] in eigendom toebehoort en niet aan [erflater], terwijl er bij de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister geen nadere gegevens van [erflater] bekend zijn, kan de notaris niet zonder meer overgaan tot de verkoop en levering van het Registergoed. Een complicatie daarbij is nog dat sprake is van een langdurig onverdeeld gebleven nalatenschap en dat een aantal van de erfgenamen van [erflater] niet te achterhalen is, aldus eisers.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Bij de oproeping van belanghebbenden zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen. Nu zij niet zijn verschenen, kan tegen hen verstek worden verleend.
4.2.
In de E.J. beschikking van 15 maart 2022 van dit gerecht is op de grondslag van artikel 1:409 lid 1 BW tot bewindvoerder benoemd deurwaarder [naam deurwaarder]. De benoeming van de bewindvoerder dient om de belangen van de niet verschenen//onbekende belanghebbenden te behartigen en om hen te traceren. De bewindvoerder is niet opgeroepen voor de zitting van 24 augustus 2022. Dit moet worden hersteld. Het gerecht zal bepalen dat de griffier alsnog voor oproeping van de bewindvoerder op de hierna bepaalde rolzitting zorgdraagt. De bewindvoerder wordt geacht zich dan te stellen.
4.3.
Het gerecht heeft kennis genomen van de gedingstukken en acht het noodzakelijk om nadere inlichtingen te verkrijgen. Concreet wenst het gerecht de volgende stukken van eisers te ontvangen:
  • een complete stamboom;
  • stukken waaruit blijkt dat [erflater] en [erflater A] dezelfde persoon zijn;
  • een uittreksel uit het testamentenregister van [erflater] en van haar inmiddels overleden beweerdelijke erfgenamen;
  • een verklaring voor erfrecht van [erflater] en van haar inmiddels overleden beweerdelijke erfgenamen.
De zaak zal naar de rol worden verwezen voor het verstrekken van deze stukken bij akte aan de zijde van eisers, waarna de bewindvoerder daarop bij akte kan reageren. De bewindvoerder wordt tevens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de aan hem gegeven opdracht in de beschikking van 15 maart 2022.
4.4.
Het gerecht acht het, gelet op de verstreken tijd in deze procedure en uit praktische en proceseconomische redenen, zinvol om vervolgens, alvorens verder te beslissen, een comparitie van partijen te gelasten. Daarop dienen eisers, deugdelijk vertegenwoordigd, samen met hun gemachtigde, en de bewindvoerder te verschijnen. Als een partij niet verschijnt, kan het gerecht daaraan het gevolg verbinden - ook in het nadeel van die partij - dat het passend acht. De partij die zich gedurende de comparitie op nadere schriftelijke (bewijs)stukken wil beroepen, dient die stukken tijdig - dat wil zeggen uiterlijk een week voor de dag van de zitting - in fotokopie aan zijn wederpartij en aan het gerecht over te leggen. Voor de comparitie wordt in beginsel anderhalf uur uitgetrokken. Partijen kunnen hun zaak ter comparitie vijf minuten bepleiten. Als een partij de vastgestelde spreektijd overschrijdt, kan de rechter haar het woord ontnemen.
4.5.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
5.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen belanghebbenden,
5.2.
bepaalt dat de griffier zorgdraagt voor oproeping van de bewindvoerder om op de rolzitting van
woensdag 12 april 2023te verschijnen,
5.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 29 maart 2023voor een akte overlegging producties ter zake van het hiervoor onder 4.3. vermelde aan de zijde van eisers (P1), waarna de bewindvoerder daarop op de rolzitting van
woensdag 12 april 2023bij akte kan reageren en zich tevens kan uitlaten ter zake van het hiervoor onder 4.3 vermelde aan zijn zijde (P1),
5.4.
gelast een verschijning van eisers en de bewindvoerder op
dinsdag 25 april 2023 om 8:30 uurin het gerechtsgebouw in Aruba,
5.5.
bepaalt dat eisers en de bewindvoerder uiterlijk een week voor de zitting van
dinsdag 25 april 2023bij de griffie nadere stukken kunnen indienen met afschrift aan de wederpartij,
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 maart 2023 in aanwezigheid van de griffier.