ECLI:NL:OGEAA:2022:64

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
30 maart 2022
Zaaknummer
AUA202101612
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling vaderschap en oplegging van dwangsom in DNA-onderzoek

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van het vaderschap en de oplegging van een dwangsom. De verzoekster, de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, heeft verzocht om de man, de verweerder, te verplichten mee te werken aan een DNA-test. De man was niet verschenen op de zitting. De procedure is eerder gestart met een beschikking van 31 augustus 2021, waarin een DNA-test was gelast. De moeder heeft op 8 november 2021 een akte ingediend met de DNA-resultaten en er heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden op 7 december 2021, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig waren.

De moeder heeft in haar eisvermeerdering verzocht om een dwangsom van Afl. 250,- per dag voor elke dag dat de man in gebreke blijft om mee te werken aan de DNA-test, met een maximum van Afl. 25.000,-. Het gerecht heeft vastgesteld dat de man niet heeft meegewerkt aan de DNA-test zoals eerder gelast. Het belang van de minderjarige, die in deze zaak betrokken is, is dat het biologische vaderschap met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. Daarom heeft het gerecht geoordeeld dat het opleggen van een dwangsom noodzakelijk is om de man te bewegen tot medewerking aan de DNA-test.

Het gerecht heeft de man opgedragen om binnen twee weken na betekening van de beschikking zijn medewerking te verlenen aan het DNA-onderzoek. Tevens is bepaald dat de man een onmiddellijk opeisbare dwangsom verbeurt van Afl. 250,- voor elke dag dat hij in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen, met een maximum van Afl. 25.000,-. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 24 mei 2022 voor overlegging van het resultaat van het DNA-onderzoek, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Beschikking van 22 maart 2022
behorend bij zaaknummer EJ nr. AUA202101612
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKST, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen
[verweerder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna de man,
niet verschenen.
Belanghebbende:
[naam minderjarige],geboren op [geboortedatum] in Aruba,
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 31 augustus 2021, waarbij onder meer een DNA test is gelast. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de akte overlegging DNA-resultaat tevens vermeerdering eis, ingediend op 8 november 2021;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 7 december 2021, waar zijn verschenen de moeder bij haar gemachtigde. Ter zitting was tevens aanwezig mr. [naam raadsonderzoeker] van de Voogdijraad.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
De moeder heeft bij eisvermeerdering verzocht om te bepalen dat de man een dwangsom verbeurt van Afl. 250,- per dag dat hij in gebreke blijft aan een DNA test mee te werken tot een maximum van Afl. 25.000,- en om de moeder te machtigen om, indien de man na betekening van deze beschikking zijn medewerking aan het afgifte van DNA-materiaal blijft weigeren, binnen twee dagen na het bevel tot betaling lijfsdwang met behulp van de sterke arm te bewerkstelligen door de man voor elke keer dat hij niet meewerkt aan het DNA-onderzoek, in gijzeling te doen nemen voor de duur van 7 dagen.
2.2
Vast staat dat de man niet heeft meegewerkt aan de DNA-test zoals bepaald bij beschikking van dit gerecht van 31 augustus 2021. Het is in het belang van de minderjarige dat het biologische vaderschap met voldoende zekerheid kan worden bewezen. Gelet hierop acht het gerecht het opleggen van een dwangsom geboden voor elke dag dat de man weigerachtig blijft om aan een DNA test mee te werken. Indien de aan de man opgelegde dwangsom als financiële prikkel om zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de beschikbare vaderschapstest niet het beoogde effect heeft opgeleverd, zal het gerecht overgaan tot een beslissing omtrent lijfsdwang c.q. gijzeling.
2.3
De zaak zal naar een hierna te noemen zittingsdatum worden verwezen voor overlegging van het resultaat van het te verrichten DNA-onderzoek.
2.4
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
draagt de man op om uiterlijk twee weken na de betekening van deze beschikking zijn medewerking te verlenen aan het DNA-onderzoek, zoals omschreven in de beschikking van dit gerecht van 31 augustus 2021;
bepaalt dat de man een onmiddellijk opeisbare dwangsom verbeurt en verschuldigd is aan verzoekster van Afl 250,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat hij in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen, met een maximum van Afl. 25.000,-;
verwijst de zaak naar de rolzitting van dinsdag
24 mei 2022 om 8:30 uur, vooroverlegging van het resultaat van voornoemd DNA-onderzoek zijdens de moeder,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van 22 maart 2022 in aanwezigheid van de griffier.