Uitspraak
1.DE PROCEDURE
HR manager) en dhr. [naam F&B supervisor] (
food and beverage supervisor), en [verweerder] in persoon.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap Divi Village 1 N.V. en [verweerder]. De zaak betreft een ontslag op staande voet van [verweerder], die op 23 november 2005 in dienst trad bij Divi als bartender. Het ontslag vond plaats naar aanleiding van een incident op 11 september 2021, waarbij [verweerder] de ontvangen fooi niet in de gezamenlijke fooienpot heeft gestopt, maar deze in zijn broekzak heeft gehouden, in strijd met de regels die hij kende en had ondertekend.
Divi verzocht het Gerecht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van dringende redenen, en voerde aan dat het gedrag van [verweerder] een onherstelbare vertrouwensbreuk had veroorzaakt. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 februari 2022 erkende [verweerder] dat hij de fooi in zijn broekzak had gestopt, maar stelde dat andere collega's ook soortgelijk gedrag vertoonden zonder dat zij disciplinaire maatregelen kregen. Het Gerecht oordeelde dat de dringende reden voor ontslag was gegeven, omdat [verweerder] de regels had overtreden en zijn argumenten niet voldoende waren onderbouwd.
Het Gerecht besloot de arbeidsovereenkomst met ingang van 9 maart 2022 te ontbinden, zonder toekenning van een vergoeding, en veroordeelde [verweerder] tot betaling van de proceskosten. De beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter mr. J.M.J. Keltjens.