ECLI:NL:OGEAA:2022:559

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 augustus 2022
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
AUA202202057
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kortgeding over rectificatie van beschuldigingen van pedofilie tegen een muzikant

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser, een bekende muzikant, rectificatie van beschuldigingen die door gedaagde op Facebook waren geuit. Eiser, die in 2011 was veroordeeld voor het bezit van kinderporno, werd door gedaagde publiekelijk als pedofiel neergezet, wat leidde tot annuleringen van zijn optredens. Eiser vorderde dat gedaagde de beschuldigingen zou rectificeren en de betreffende post van zijn Facebookpagina zou verwijderen. Tijdens de zitting op 21 juli 2022 werd de zaak besproken, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. Het Gerecht oordeelde dat de uitlatingen van gedaagde onrechtmatig waren, omdat deze niet op voldoende feitelijke grondslag berustten. Het belang van eiser om zijn eer en goede naam te beschermen woog zwaarder dan het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting. Het Gerecht besloot dat gedaagde de beschuldigingen moest rectificeren en een dwangsom moest betalen bij niet-nakoming. De uitspraak werd gedaan op 10 augustus 2022, waarbij het Gerecht de vorderingen van eiser toewijsde en gedaagde in de proceskosten veroordeelde.

Uitspraak

Vonnis van 10 augustus 2022
Behorend bij K.G. nr. AUA202202057
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiser],
te Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 21 juli 2022.
1.2
Partijen zijn ter zitting verschenen samen met hun respectieve gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota, beiden voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
eiser] is een in Aruba alom bekende muzikant, die heel veel optredens geeft met zijn eveneens alom bekende muzikale groep “
[eiser] y su Grupo [naam muzikale groep]” (hierna: [muzikale groep]).
2.3 [
eiser] is in 2011 door dit Gerecht veroordeeld voor het in bezit hebben van (in zijn laptop aangetroffen) kinderporno.
2.4
Op of omstreeks 21 juni 2022 is door “
Old Musicians From San Nicolas” op Facebook een post geplaatst waarin werd aangekondigd dat [eiser] op 16 juli 2022 zal worden gehuldigd. [eiser] verschijnt met diverse foto’s en met zijn naam in die post.
2.5 [
gedaagde] heeft voormelde post gedeeld op zijn eigen Facebookpagina, met daarbij de volgende door hem geschreven teksten: “
But Pedophiles Get Honored” en “
Pedophile Paradise”.
2.6
Het aan [gedaagde] gerichte schrijven van de gemachtigde van [eiser] van 23 juni 2022, waarin met “
cliënt” wordt bedoeld [eiser], vermeldt onder meer het volgende:
“(…).
Op 21 juni 2022 heeft u op uw Facebook-pagina een post van Old Musicians From San Nicolas gedeeld, welke post aankondigt dat cliënt op 16 juli 2022 zal worden gehuldigd. U heeft bij het delen en op uw pagina plaatsen van de post, die voorzien van de tekst “.. But Pedophiles Get Honored” en boven de post zelf de tekst “Pedophile Paradise”.
In de voornoemde post wordt duidelijk de naam van cliënt genoemd en bevat deze duidelijke foto’s van cliënt. Het is dan ook duidelijk dat u met uw tekst en opmerkingen insinueert dat cliënt een pedofiel is. Dit zal blijkbaar zijn grond vinden in het feit dat cliënt ooit in het jaar 2009 is veroordeeld voor het bezit van kinderporno op zijn laptop. Dit laatste zal cliënt ook niet ontkennen.
U zult mogelijk niet weten dat dit laatste het geval is geweest. Het is echter wel zo dat hetgeen waartoe cliënt ooit is veroordeeld niets met pedofilie te maken heeft. Ook in de jurisprudentie is bepaald dat de kwalificatie “pedofiel” in het dagelijks spraakgebruik gelijk gesteld wordt aan het seksueel misbruik van kinderen, hetgeen een zeer ernstig strafrechtelijk vergrijp is, hetgeen gepaard gaat met grote maatschappelijke verontwaardiging en minachting jegens de dader.
Zoals gezegd zult u niet op de hoogte zijn geweest van hetgeen waartoe cliënt was veroordeeld, maar u wordt er hier uitdrukkelijk op gewezen dat dit nimmer voor enig seksueel misbruik van minderjarige kinderen is geweest. Daaruit volgt dan ook dat u op uw Facebook pagina cliënt ten onrechte beschuldigt van pedofilie. U dient zich hier dan ook van te onthouden en dit te rectificeren.
U wordt hierbij dan ook verzocht en voor zover nodig gesommeerd, om de voormelde post uiterlijk binnen 24 uren na ontvangst van dit schrijven van uw Facebookpagina te verwijderen en verwijderd te houden.
Voorts wordt u verzocht en voor zover nodig gesommeerd om binnen 24 uren na ontvangst van dit schrijven de volgende tekst op uw Facebookpagina te plaatsen en voor minimaal 7 dagen geplaatst te houden:
“Cu esaki mi kier confirma cu mi tin ningun prueba cu [eiser] ta pedofiel of cu e la wordo condena door di un Huez pa abuso sexual cu menornan di edad. Y cu esaki mi ta rectifica cu mi a post anteriormente cu [eiser] lo ta un pedofiel.”.
Ik hoop dat u vrijwillig tot het voorgaande zult overgaan. Mocht u daar echter niet aan voldoen dan zal cliënt gedwongen zijn om u zonder nadere aankondiging in kort geding daartoe te laten overgaan.
(…).”.
2.7
Naar aanleiding van voormeld schrijven heeft [gedaagde] meteen een nieuwe post geplaatst op zijn Facebookpagina waarin hij voormeld aan hem gerichte schrijven heeft gepubliceerd met daarbij de volgende tekst:

See you in court [eiser].
Ima Be The Infamous Children’s Advocate.
ESAKI LO BIRA UN KORT GEDING DI: E MUCHA NAN CU A WORDO MARKA FOR LIFE DOOR DI MONSTERS CONTRA 1 Di e Monster Nan.
C u In Court 100.
Quien Dijo Miedo?”.
2.8
Na jarenlang zonder problemen te hebben opgetreden zijn er als gevolg van de hiervoor onder 2.5 vermelde door [gedaagde] verrichte publicatie diverse optredens van [eiser]’ muziekgroep [muzikale groep] afgezegd.

3.HET GESCHIL

3.1 [
eiser] vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. [gedaagde] beveelt om binnen 24 uren na de betekening aan hem van dit vonnis de hiervoor onder 2.5 omschreven post (hierna ook: de post) van zijn Facebookpagina te verwijderen en verwijderd te houden, en bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiser] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor iedere dag of deel daarvan dat [gedaagde] dat bevel niet opvolgt;
b. [gedaagde] beveelt om binnen 24 uren na de betekening aan hem van dit vonnis de volgende eventueel door het Gerecht aan te passen rectificatietekst zonder enig commentaar of weerwoord te plaatsen op de Facebookpagina van [gedaagde] en aldaar geplaatst te houden voor minimaal 2 weken:

Den e veredicto den caso summario di e huez di Corte di Prome Instancia di Aruba di fecha 10 augustus 2022, mi a wordo condena pa pone un rectificacion relatando na e acusacion cu mi a haci contra di [eiser], esta cu e ta un pedofiel of abusador di mucha. Huez a conclui cu pa e acusacion ey no tin base, y/o cu e acusacion aki ta un acto inhusto pasobra sin prueba e ta ataka e honor y e bon nomber di [eiser].”,
en bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiser] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- per dag of deel daarvan dat [gedaagde] dat bevel niet opvolgt;
c. ten opzichte van vorenstaande enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
d. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
3.2 [
gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiser] verzochte en tot veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiser] bij zijn rectificatievordering ligt besloten in de aard van die vordering en de daaraan door [eiser] ten gronde gelegde stellingen.
4.2
In deze procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek en met inachtneming van de beperkingen van de procedure in kortgeding, de vraag worden beantwoord of de rectificatievordering van [eiser] in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de door hem gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
4.3
Het door [eiser] gevorderde vormt een beperking op het grondrecht van vrijheid van meningsuiting dat aan een ieder, derhalve ook aan [gedaagde], op grond van het eerste lid van artikel I.12 van de Staatsregeling van Aruba en het in de Arubaanse rechtsorde rechtstreeks doorwerkende eerste lid van artikel 10 van het EVRM toekomt. Dit grondrecht geldt volgens voormeld artikel van de Staatsregeling van Aruba “
behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens landsverordening” en kan volgens het tweede lid van voormeld verdragsartikel slechts worden beperkt indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen. Volgens vaste jurisprudentie van het EHRM komt dat erop neer dat de beperking ingegeven moet zijn door een “
pressing social need”, en dat die “
relevant and sufficient” en voorts “
proportionate to the legitimate aims persued” moet zijn. Van een beperking die in Aruba bij (formele) wet is voorzien is sprake wanneer de onder 2.5 vermelde post van [gedaagde] op zijn Facebookpagina jegens [eiser] onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW.
4.4
Bij de beantwoording van de vraag of dit zich hier voordoet staan twee, ieder voor zich hoogwaardige en maatschappelijke en persoonlijke belangen tegenover elkaar: aan de ene kant het belang van [eiser] om niet door een uitlating in [gedaagde] te worden aangetast in zijn eer, goede naam en persoonlijke integriteit; aan de andere kant het belang van [gedaagde] om zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en/of waarschuwend te kunnen uitlaten over een (publiekelijke) persoon ter signalering van misstanden waaronder begrepen seksueel misbruik van een kind of kinderen.
4.5
De vrijheid van meningsuiting betreft niet alleen de inhoud van meningen, maar ook de vorm waarin zij worden geuit en strekt zich in beginsel ook uit tot uitingen die kwetsend, schokkend of verontrustend (kunnen) zijn (“
information” or “
ideas” “
thatoffend, shock or disturb”; zie onder meer EHRM 8 juli 1999, Baskaya, NJ 2001, 62). In de rechtspraak is verder onderscheid gemaakt tussen feitelijke verklaringen en waardeoordelen. In zijn uitspraak van 11 juli 2006 in de zaak Brasilier heeft het EHRM overwogen dat feitelijke verklaringen die de persoonlijke levenssfeer van een ander in negatieve zin raken van een voldoende feitelijke grondslag moeten worden voorzien, om het onrechtmatige karakter daaraan te ontnemen, terwijl dat bij waardeoordelen niet geldt. In het licht van dit alles wordt het volgende overwogen. Daarbij wordt vooropgesteld dat de kwalificatie pedofiel in het dagelijks algemeen Arubaanse spraakgebruik gelijkgesteld wordt met seksueel misbruik van kinderen; een zeer ernstig strafbaar vergrijp, dat - als hiervan sprake is - gepaard gaat met grote maatschappelijke verontwaardiging en minachting jegens de dader [1] .
4.6
Vast staat in deze procedure dat [gedaagde] de hiervoor onder 2.4 vermelde door “
Old Musicians From San Nicolas” op Facebook geplaatste post heeft gedeeld op zijn eigen Facebookpagina, met daarbij de volgende door hem geschreven teksten: “
But Pedophiles Get Honored” en “
Pedophile Paradise”. Met de toevoeging van die teksten op voormelde door hem gedeelde door “
Old Musicians From San Nicolas” op Facebook geplaatste post heeft [gedaagde] naar het oordeel van het Gerecht [eiser] publiekelijk neergezet als pedofiel, ofwel als een persoon die kinderen seksueel misbruikt, terwijl volgens [eiser] daarvan geen sprake is.
4.7
Het publiekelijk neerzetten door [gedaagde] van [eiser] als pedofiel op de wijze zoals hiervoor omschreven betreft naar het oordeel van het Gerecht een feitelijke uitlating die de persoonlijke levenssfeer van [eiser] in ernstig negatieve zin raakt. Om het onrechtmatig karakter daaraan te nemen dient [gedaagde] zijn uitlating van voldoende feitelijke grondslag te voorzien. [gedaagde] meent dat de hiervoor omschreven veroordeling van [eiser] voor het in bezit hebben van kinderporno voldoende feitelijke grondslag oplevert om [eiser] als pedofiel neer te zetten. Die door [eiser] bestreden stelling volgt het Gerecht niet, omdat het enkele (weliswaar strafbare) bezit van [eiser] van zich in zijn laptop bevindende kinderporno zonder meer niet met zich brengt dat [eiser] een pedofiel is in de hiervoor omschreven zin. Dat betekent dat [gedaagde] alvorens [eiser] neer te zetten als pedofiel daarvoor geen feitelijke grondslag voorhanden had. [gedaagde] heeft bedoelde uitlating evenmin achteraf van voldoende feitelijke grondslag kunnen voorzien. Met name levert de door [gedaagde] overgelegde ter zitting deels uitgekeken video-opname, die hij naar aanleiding van zijn door [eiser] gewraakte uitlating toegestuurd heeft gekregen, geen voldoende feitelijke grondslag op. Het betreft een opname met zeer slechte beeldkwaliteit van een onherkenbare anoniem gebleven vrouwelijke persoon die een niet goed volgbare verklaring doet met betrekking tot het verleden toen zij 7 jaar oud was. Niet valt uit die door [eiser] gemotiveerd bestreden verklaring af te leiden of op te maken welke feitelijke handelingen [eiser] volgens die persoon precies zou hebben verricht op grond waarvan kan worden vastgesteld of voorshands aangenomen dat sprake is van door hem gepleegd seksueel misbruik van een minderjarige.
4.8
Bij de hiervoor vermelde stand van zaken valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat bedoelde uitlating van [gedaagde] voldoende feitelijke grondslag mist en dat [gedaagde] zich aldus jegens [eiser] toerekenbaar schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatige schending van zijn eer en goede naam, hetgeen met zich brengt dat [gedaagde] schadeplichtig is jegens [eiser]. In het licht daarvan valt in een bodemprocedure het verdere oordeel te verwachten dat de vorderingen van [eiser] zullen worden toegewezen.
4.9
Vorenstaande brengt mee dat de thans door [eiser] verzochte voorzieningen zullen worden toegewezen als na te melden. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen dragen.
4.1
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande ook niet anders, omdat het Gerecht bij de hiervoor geschetste stand van zaken geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [gedaagde] bij afwijzing van het door [eiser] verzochte ten opzichte van de belangen van [eiser] bij toewijzing daarvan.
4.11
Dwangsommen zullen gemaximeerd worden opgelegd aan [gedaagde]. Ook daarvan gaat voldoende prikkel uit naar [gedaagde] tot stipte nakoming van dit vonnis.
4.12 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk stelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiser], tot aan deze uitspraak begroot op
(450,-- + 246,84 =) Afl. 696,84 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt [gedaagde] om binnen 24 uren na de betekening aan hem van dit vonnis de hiervoor onder 2.5 omschreven post van zijn Facebookpagina te verwijderen en verwijderd te houden, en bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiser] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor iedere dag of deel daarvan dat [gedaagde] dat bevel niet opvolgt tot een maximum van Afl. 25.000,--;
-beveelt [gedaagde] om binnen 24 uren na de betekening aan hem van dit vonnis de volgende rectificatietekst zonder enig commentaar of weerwoord te plaatsen op de Facebookpagina van [gedaagde] en aldaar geplaatst te houden voor minimaal 2 weken:

Den e veredicto den caso summario di e huez di Corte di Prome Instancia di Aruba di fecha 10 augustus 2022, mi a wordo condena pa pone un rectificacion relatando na e acusacion cu mi a haci contra di [eiser], esta cu e ta un pedofiel of abusador di mucha. Huez a conclui cu pa e acusacion ey no tin base, y/o cu e acusacion aki ta un acto inhusto pasobra sin prueba e ta ataka e honor y e bon nomber ie [eiser].”,
en bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiser] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- per dag of deel daarvan dat [gedaagde] dat bevel niet opvolgt tot een maximum van
Afl. 25.000,--;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiser], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 696,84 aan verschotten en Afl. 1.500, -- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door [eiser] verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 augustus 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 10 augustus 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: KG AUA202202057
Inhoudsindicatie: Kortgeding. Rectificatie
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: eerste aanleg - enkelvoudig

Voetnoten

1.Het Gerecht heeft dit al eerder overwogen in zijn vonnis van 19 augustus 2020 behorend bij K.G. AUA202001639, met als vindplaats ECLI:NL:OGEAA:2020:323.