ECLI:NL:OGEAA:2022:545

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
AUA202103841
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure inzake huurkoopovereenkomst en schuldvordering tussen vennootschap en vader en zoon

In deze civiele procedure, aangespannen door de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [V.B.A.], werd de vader en zoon, gezamenlijk aangeduid als [gedaagden c.s.], aangeklaagd voor het niet nakomen van betalingsverplichtingen voortvloeiend uit een huurkoopovereenkomst. De vennootschap vorderde een bedrag van Afl. 19.701,68, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vader had in 2018 een huurkoopovereenkomst gesloten met [V.B.A.], maar was in gebreke gebleven met de betalingen. De zoon had een vaststellingsovereenkomst ondertekend, maar ook hij voldeed niet aan zijn verplichtingen. Ondanks dat de gedaagden de hoofdsom niet betwistten, voerden zij aan dat de zoon door betalingsonmacht niet kon voldoen aan zijn verplichtingen. Het Gerecht oordeelde dat betalingsonmacht hen niet ontsloeg van hun verplichtingen. De vennootschap ging akkoord met een beperking van de rente tot de wettelijke rente. Het Gerecht wees de vordering toe, met inachtneming van eerder gedane betalingen door de vader. De gedaagden werden veroordeeld tot betaling van Afl. 17.256,68, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [V.B.A.] werden begroot op Afl. 750,- griffierecht, Afl. 1.649,50 aan verschotten en Afl. 3.000,- aan gemachtigdensalaris. De uitspraak vond plaats op 28 september 2022.

Uitspraak

Vonnis van 28 september 2022
Behorend bij A.R. AUA202103841
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[NAAM V.B.A.],
gevestigd in Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: [V.B.A.],
gemachtigde: mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:

1.GEDAAGDE 1,

2.
GEDAAGDE 2,
te Aruba,
GEDAAGDEN, hierna ook gezamenlijk te noemen: [gedaagden c.s.], respectievelijk vader en zoon ,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 juli 2022;
- de producties van [V.B.A.], ingediend op 27 juli 2022;
- de producties van de [gedaagden c.s.], ingediend op 1 augustus 2022;
- de comparitie na antwoord op 1 augustus 2022;
- de akte van [V.B.A.], ingediend op 3 augustus 2022.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 23 november 2018 respectievelijk 23 mei 2018 hebben [V.B.A.] Aruba en vader overeenkomsten van huurkoop gesloten waarbij vader een totaalbedrag van Afl. 19.701,68 goederen in verbruikleen heeft ontvangen.
2.2
Vader is in gebreke geraakt met de uit voormelde overeenkomst voor hem
voortvloeiende betalingsverplichtingen.
2.3
Op 8 september 2021 heeft [V.B.A.] vader gesommeerd tot betaling van een bedrag van Afl. 19.701,68, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.
2.4
Op 17 september 2021 heeft de zoon een vaststellingsovereenkomst ondertekend, waarin hij zich verbindt Afl. 546,- per maand te betalen vanaf 5 oktober 2021 tot aan de algehele voldoening.
2.5
Op 17 november 2021 heeft vader aan [V.B.A.] een bedrag van Afl. 445,- betaald.
2.6
Op 18 november 2021 heeft het Gerecht [V.B.A.] verlof verleend voor het leggen van conservatoir derdenbeslag onder het Land Aruba (Pensioen ex-ambtsdragers) ten laste van de vader.
2.7
Op 26 november 2021 heeft [V.B.A.] dat beslag doen leggen.
2.8
Vader heeft hierna een totaalbedrag van Afl. 2.000,- (4x Afl. 500,-) betaald. Laatste betaling is op 10 maart 2022 verricht.

3.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

3.1 [
V.B.A.] vordert - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [gedaagden c.s.] tot betaling van Afl. 19.701,68,- te vermeerderen met de overeengekomen rente vanaf 8 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 1.500,- en met veroordeling van [gedaagden c.s.] in de kosten van het geding.
3.2 [
V.B.A.] grondt de vordering erop dat vader uit de huurkoopovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen niet is nagekomen, dat de zoon uit de vaststellingsovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen niet is nagekomen, dat de vordering opeisbaar is geworden en dat zij in verband daarmee incassokosten heeft gemaakt. Ondanks aanmaning zijn [gedaagden c.s.] tekort geschoten in de nakoming van de uit de huurkoopovereenkomst respectievelijk vaststellingsovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichting.
3.3 [
Gedaagden c.s.] hebben de gevorderde hoofdsom niet weersproken. [Gedaagden c.s.] hebben voorts aangevoerd dat zij onderling hebben afgesproken dat de zoon de openstaande schuld bij [V.B.A.] zal aflossen. Echter, heeft de werkgever van de zoon zijn loon te laat betaald en kon hij daarom niet op tijd aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. Hoe vervelend deze situatie voor [gedaagden c.s.] ook is, betalingsonmacht ontslaat hen niet van hun betalingsverplichting. Vast staat dat [gedaagden c.s.] tekort zijn geschoten in de nakoming van hun betalingsverplichtingen jegens [V.B.A.] en dat de hoofdsom zal worden toegewezen, met dien verstande dat het door de vader betaald bedrag ad Afl. 2.445,- in mindering wordt gebracht.
3.4
Bij akte van 3 augustus 2022 heeft [V.B.A.] te kennen gegeven dat zij akkoord gaat om de rente te beperken tot de wettelijke rente. Het Gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.
3.5
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen, nu voldoende aannemelijk is dat [V.B.A.] buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt.
3.6 [
Gedaagden c.s.] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld, aan de zijde van [V.B.A.] begroot op Afl. 750,- griffierecht, Afl. 1.649,50 aan verschotten en Afl. 3.000,- aan gemachtigdensalaris (naar rato van 3 punten van het liquidatietarief 4).

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt [gedaagden c.s.] tot betaling aan [V.B.A.] van een bedrag van Afl. 17.256,68, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 september 2021 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald, alsmede tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 1.500,-;
veroordeelt [gedaagden c.s.] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [V.B.A.] worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 1.649,50 aan explootkosten en Afl. 3.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Keltjens rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 september 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 28 september 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR nr. AUA202103841
Inhoudsindicatie: Civiel. Huurkoopovereenkomst. Schuldvordering
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.M.J. Keltjens
Bijzondere kenmerken: eerste aanleg – enkelvoudig