ECLI:NL:OGEAA:2022:520

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 juli 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
AUA2022003190
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van het gezag over minderjarigen afgewezen met informatieplicht en omgangsregeling

In deze zaak heeft de vader, wonende in Nederland, verzocht om wijziging van het gezag over zijn minderjarige kinderen, die bij de moeder in Aruba wonen. De vader vroeg om alleen met het gezag belast te worden of om gezamenlijk gezag met de moeder. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van 23 februari 2021, waarin de Voogdijraad was verzocht een onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de partijen. De Voogdijraad heeft op 19 april 2022 en de Raad voor de Kinderbescherming op 25 april 2022 rapporten ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 mei 2022 waren beide ouders aanwezig, bijgestaan door hun advocaten.

De Voogdijraad concludeerde dat er weinig tot geen communicatie tussen de ouders was en dat de kinderen zich veilig voelden bij de moeder. De vader was sinds zijn verhuizing naar Nederland niet meer betrokken bij het leven van de kinderen. De moeder gaf aan geen bezwaar te hebben tegen eenhoofdig gezag met informatieplicht aan de vader, terwijl de vader stelde dat zij gezamenlijk gezag konden uitoefenen. Het gerecht oordeelde echter dat de communicatie tussen de ouders onvoldoende was om gezamenlijk gezag te rechtvaardigen, en dat het in het belang van de kinderen was om het gezag bij de moeder te handhaven.

Daarnaast werd er een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de vader elke twee weken op de hoogte moet worden gehouden van belangrijke zaken met betrekking tot de kinderen. De moeder werd verplicht om deze informatie schriftelijk te verstrekken. De beschikking werd gegeven door mr. J.M.J. Keltjens op 5 juli 2022, waarbij het verzoek van de vader werd afgewezen en de omgangsregeling werd vastgesteld.

Uitspraak

Beschikking van 5 juli 2022
Behorend bij EJ nr. AUA202003190
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoeker],
wonende in Nederland,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen
[Verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbenden:
[Minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2011 in Nederland,
[Minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2014 in Nederland,
de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 23 februari 2021, waarbij aan de Voogdijraad is verzocht een onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van partijen. De verdere procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 19 april 2022;
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, ingediend op 25 april 2022;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 31 mei 2022, waarbij zijn verschenen de vader bij zijn gemachtigde en de moeder in persoon bijgestaan door haar gemachtigde.
1.2
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag en hoofdverblijf

2.1
Aan de orde is het verzoek van de vader om hem voortaan alleen met het gezag over de minderjarigen te belasten dan wel hem gezamenlijk met de moeder te belasten met het ouderlijk gezag.
2.2
Uit het rapport van de Voogdijraad volgt dat er geen tot sporadische communicatie tussen ouders is in de periode van februari 2021 tot en met de datum van het rapport d.d. 8 april 2022. Van september 2020 tot en met februari 2021 was vader betrokken in het leven van de minderjarigen, daar zij net een traumatische ervaring achter de rug hadden. De Voogdijraad constateert dat de kinderen zich veilig en op hun gemak voelen bij moeder en haar echtgenoot, zij ontwikkelen zich buiten verwachting positief en moeder heeft inzicht in de ontwikkelingsbehoeften van de kinderen en handelt hier naar. De vader heeft een steunende partner met affiniteit in de Jeugdhulpverlening. Echter sinds het vertrek van vader naar Nederland is vader weinig betrokken in het leven van de minderjarigen. Dit is deels door ontbrekende communicatie tussen hem en de moeder en deels doordat vader zelf geen initiatieven neemt om meer betrokken te zijn in het leven van de minderjarigen. De verstandhouding tussen ouders is slecht te noemen, mede omdat vader in Nederland woont en moeder op Aruba met beide kinderen, haar nieuwe echtgenoot en hun in september 2021 geboren zoontje. Door allerlei verleden oorzaken en bemoeienis van familieleden moederszijde, voorziet de Voogdijraad niet dat er op korte termijn verandering in de communicatie tussen ouders zal komen. De Voogdijraad adviseert daarom om het gezag van rechtswege bij moeder te handhaven. Aan moeder is tevens uitgelegd dat zij informatieplicht met vader heeft over de ontwikkeling van de minderjarigen. Het hoofdverblijf van de minderjarige dient bij moeder bepaald worden, aldus de Voogdijraad.
2.3
De moeder heeft ter zitting aangegeven geen bezwaar te hebben tegen eenhoofdig gezag bij haar met informatieplicht aan de vader. De vader heeft ter zitting aangegeven dat partijen in staat zijn om invulling te geven aan het gezamenlijk gezag.
2.4
Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting oordeelt het gerecht dat niet is gebleken dat ouders omtrent de minderjarigen kunnen communiceren. Derhalve is het niet in het belang van de minderjarigen om het ouderlijk gezag te wijzigen naar gezamenlijk gezag of eenhoofdig bij de vader, temeer nu de minderjarigen met moeder op Aruba wonen. Het gerecht zal het verzoek van de vader afwijzen.
2.5
Gelet op de omstandigheid dat de minderjarigen in Aruba wonen en de vader in Nederland, zal van de moeder worden gevergd dat zij om de twee weken jegens de vader voldoet aan de wettelijke informatieplicht als neergelegd in artikel 1:377b lid 1 van het BW. Daartoe dient de moeder de vader elke twee weken schriftelijk, bij voorkeur via e-mail, te informeren omtrent belangrijke aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarigen.
Omgang
2.6
Ter zitting zijn er afspraken gemaakt met betrekking tot uitvoering van de omgangsregeling tussen de man en de minderjarige. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent aan de moeder toelating om kosteloos te mogen procederen;
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen als volgt:
- telefonisch elke dinsdag om 15:00 uur, indien de opvang het toelaat, en zaterdag en zondag om 16:00 uur Arubaanse tijd;
- als de vader naar Aruba komt tijdens de zomervakantie 2022 voor drie aaneengesloten weken. Of twee aaneengesloten weken in de kerstvakantie 2022 als zomervakantie 2022 niet lukt met alsdan een verdeling bij helfte van de twee kerstdagen en nieuwjaar.
- zomervakantie 2023 drie weken op Aruba;
- zomervakantie 2024 en daarna mogen de minderjarigen vier weken naar Nederland. Beide ouders moeten zorgen voor de veiligheid van het reizen van de minderjarigen;
veroordeelt de moeder de vader om de twee weken op de hoogte te stellen omtrent belangrijke aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarigen via e-mail;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, ter zitting van 5 juli 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 5 juli 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: E.J. nr. AUA2022003190
Inhoudsindicatie: verzoek wijziging gezag afgewezen; informatieplicht; omgang
Rechtsgebieden: Civiel recht
Rechter: mr. J.M.J. Keltjens
Bijzondere kenmerken: eerste aanleg - enkelvoudig