In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 7 juni 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van het gezag en de omgangsregeling van minderjarigen. De verzoekers, de vader en de grootvader vaderszijde, hebben een verzoek ingediend tot wijziging van het gezag over de minderjarigen, die zijn geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. De moeder oefent momenteel alleen het gezag uit. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 mei 2022 is het verzoek tot vaststelling van een alimentatiebijdrage door de vader aan de moeder ingetrokken. De vader verzocht om gezamenlijk gezag met de moeder en om een omgangsregeling tussen hem, de grootvader en de minderjarigen.
De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de mogelijkheid van gezamenlijk gezag, zoals vastgelegd in artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De rechter oordeelde dat het in het belang van de minderjarigen wenselijk is dat de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, gezien hun vermogen om met elkaar te communiceren en afspraken te maken. De moeder stemde in met de voorgestelde omgangsregeling, die onder andere inhoudt dat de minderjarigen om de week bij de vader en de grootvader verblijven, met specifieke afspraken voor feestdagen en vakanties.
De rechter heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, en is een belangrijke uitspraak in het kader van gezags- en omgangsregelingen binnen het familierecht.