Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 10 maart 2022,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 17 mei 2022, waarbij alleen aanwezig was verzoekster in persoon, vergezeld door [X].
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderbewindstelling en instelling van mentorschap. Verzoekster, die in persoon procedeerde, vroeg om onderbewindstelling van haar broer, de betrokkene, die in Aruba woont. Het verzoek was gebaseerd op de veronderstelling dat de betrokkene als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat zou zijn zijn belangen zelf te behartigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 mei 2022 was alleen verzoekster aanwezig, vergezeld door een derde. De betrokkene en andere belanghebbenden, waaronder zijn broers en zussen, waren niet verschenen.
De rechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de betrokkene niet in staat was zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. De enkele terughoudendheid van de betrokkene om juridische stappen te ondernemen tegen zijn nicht, die in zijn woning was getrokken, was niet voldoende om aan te nemen dat hij niet in staat was om zijn belangen te behartigen. Ook voor het mentorschap werd geoordeeld dat niet voldaan was aan de wettelijke criteria, aangezien er geen aanwijzingen waren dat de betrokkene als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand niet in staat was zijn niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen.
Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek tot onderbewindstelling en mentorschap afgewezen, met de overweging dat de gronden zoals vermeld in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek niet aanwezig waren. De beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van 28 juni 2022.