ECLI:NL:OGEAA:2022:406
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om opleggen van een dwangsom wegens niet-naleving van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door drs. M.L. Hassell, een verzoek ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) om verweerder, de Minister van Justitie en Sociale Zaken, te verplichten gevolg te geven aan een eerdere uitspraak van het gerecht. Deze eerdere uitspraak, gedaan op 28 september 2021, had verweerder opgedragen om binnen drie maanden een beslissing te nemen op het bezwaar van verzoeker tegen een uitzettingsbevel. Verweerder heeft echter nagelaten om deze beslissing te nemen, wat aanleiding gaf tot het huidige verzoek.
Het gerecht heeft vastgesteld dat verweerder niet heeft voldaan aan de eerdere uitspraak en heeft besloten om verweerder een dwangsom op te leggen van Afl. 500,- per dag voor elke dag dat hij in gebreke blijft om een beslissing te nemen, met een maximum van Afl. 25.000. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan verzoeker, begroot op Afl. 350,-. Het gerecht heeft ook overwogen dat er geen grondslag bestaat voor het toekennen van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, aangezien de procedure enkel een instrument is om verweerder te dwingen tot het nemen van een beslissing en geen inhoudelijk geschilpunt beslecht.
De uitspraak is gedaan op 1 juni 2022 en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Het gerecht heeft de zaak behandeld op verschillende zittingen, waarbij verweerder niet is verschenen, ondanks behoorlijke oproeping. De rechter heeft de zaak uiteindelijk beslist en de voorwaarden voor de dwangsom en kostenvergoeding vastgesteld.