In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, een verzoek ingediend tot vernietiging van de erkenning van zijn minderjarige kind. De man heeft op 2 mei 2022 een DNA-test laten uitvoeren, waaruit bleek dat hij niet de biologische vader is van de minderjarige, die hij eerder had erkend. De moeder, die in persoon procedeerde, betwistte de claims van de man en stelde dat hij de enige was met wie zij een relatie had en dat hij de verwekker was van de minderjarige.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 23 augustus 2022, waarbij zowel de man als de moeder aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de Voogdijraad en de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. De Voogdijraad werd benoemd als bijzondere curator voor de minderjarige, zoals vereist door het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De rechter oordeelde dat het verzoek van de man ontvankelijk was, aangezien het binnen de wettelijke termijn was ingediend na de ontdekking van de dwaling.
De rechter heeft besloten dat er een DNA-onderzoek moet worden uitgevoerd om vast te stellen of de man de biologische vader van de minderjarige is. De zaak is aangehouden voor overlegging van de resultaten van dit onderzoek, en de bijzondere curator zal de gelegenheid krijgen om zich uit te laten over het verzoek na ontvangst van de resultaten. De beslissing werd genomen op 4 oktober 2022 door mr. J.M.J. Keltjens, in aanwezigheid van de griffier.