In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.M. de Sousa, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen, omdat de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat het niet langer in het belang van het kind is om het gezag gezamenlijk uit te oefenen. De vader is niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 16 mei 2022 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 augustus 2022 was de moeder aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, en was er een raadsonderzoeker van de Voogdijraad aanwezig. De rechter heeft vastgesteld dat er sinds jaren geen gezamenlijk overleg meer heeft plaatsgevonden tussen de ouders, wat een vereiste is voor het uitoefenen van gezamenlijk gezag. Dit gebrek aan communicatie heeft geleid tot de conclusie dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder voortaan alleen het gezag uitoefent.
De rechter heeft ook besloten dat de moeder kosteloos kan procederen, gezien het bewijs van haar onvermogen dat zij heeft overgelegd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie tussen ouders voor gezamenlijk gezag en de noodzaak om het gezag aan te passen wanneer de omstandigheden dat vereisen.