ECLI:NL:OGEAA:2022:382
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Onterecht ingekort loon van onderwijzeres door het Land Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 oktober 2022 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een onderwijzeres en het Land Aruba. De onderwijzeres, die sinds 2004 in dienst was van het Land, had een verzoek ingediend omdat haar loon ten onrechte eenzijdig was ingekort. Het Land voerde aan dat het geen deugdelijk verweer had kunnen voeren, omdat de gemachtigde geen informatie had ontvangen van de Dienst Publieke Scholen (DPS). De onderwijzeres vorderde een bedrag van Afl. 13.781,87, vermeerderd met wettelijke rente en kosten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2022 heeft het Land een beroep gedaan op rechtsverwerking, stellende dat de inkorting van het loon in 2019 had plaatsgevonden en dat de onderwijzeres daarin had berust. Het Gerecht oordeelde echter dat het beroep op rechtsverwerking niet was onderbouwd en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit beroep konden rechtvaardigen. Het Gerecht concludeerde dat het Land de vordering van de onderwijzeres niet had weersproken, waardoor deze voor toewijzing in aanmerking kwam.
De uitspraak resulteerde in een veroordeling van het Land om het gevorderde bedrag aan de onderwijzeres te betalen, vermeerderd met een gematigde wettelijke verhoging van maximaal 15% en de wettelijke rente. Daarnaast werd het Land veroordeeld in de proceskosten van de onderwijzeres, die op Afl. 1.050,- werden begroot. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met afwijzing van het meer of anders verzochte.