ECLI:NL:OGEAA:2022:363

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
AUA202201387
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatelestelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, hierna aangeduid als verweerder. Het verzoek is ingediend door verzoekster, die de dochter van verweerder is. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 17 mei 2022 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 juni 2022, waarbij verzoekster en andere belanghebbenden aanwezig waren. Een huisbezoek op 29 juni 2022 werd uitgevoerd om verweerder te horen.

Het verzoek tot ondercuratelestelling is gegrond op artikel 1:378, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een meerderjarige onder curatele te stellen wegens een geestelijke stoornis. Tijdens de zitting is gebleken dat verweerder lijdt aan dementie en niet in staat is zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Ondanks het bezwaar van verweerder tegen de benoeming van zijn dochter tot curatrice, heeft het gerecht geoordeeld dat deze benoeming in het belang van verweerder is.

De beschikking houdt in dat verweerder onder curatele wordt gesteld en dat verzoekster als curatrice wordt benoemd. De curatrice is verplicht om binnen acht weken na aanvang van haar taak een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en andere activa te doen, en binnen acht maanden een boedelbeschrijving in te dienen. Daarnaast moet zij jaarlijks rekening en verantwoording afleggen. De beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van 23 augustus 2022.

Uitspraak

Beschikking van 23 augustus 2022
behorend bij AUA202201387 EJ
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Naam verzoekster],
wonende in Aruba, te [AdresI],
VERZOEKSTER, hierna te noemen [verzoekster].
procederend in persoon,
om ondercuratelestelling van:
[Naam verweerder],
wonende in Aruba, te [Adres II],
VERWEERDER,
in persoon.
Belanghebbenden:
[Belanghebbende I], dochter,
[Belanghebbende II], dochter.

1.DE PROCEDURE

1.1
De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 17 mei 2022,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 21 juni 2022, waarbij aanwezig waren [verzoekster] en belanghebbenden in persoon.
  • het huisbezoek van 29 juni 2022, teneinde verweerder te horen.
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerder onder curatele wordt gesteld met benoeming van [verzoekster] tot zijn curatrice. Daartoe wordt aangevoerd dat hij lijdt aan dementiet en niet in staat is zijn belangen behoorlijk waar te nemen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Uit de verklaringen van [verzoekster], de andere familieleden, de specialist ouderengeneeskunde, drs. E. Johanns, en de ondervraging van verweerder is gebleken dat hij lijdt aan dementie en niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.2
Verweerder heeft te kennen gegeven bezwaar te hebben tegen benoeming van zijn dochter tot zijn curatrice (en de ondercuratelestellling in het algemeen). Echter gelet op de gesteldheid van verweerder acht het gerecht de benoeming van [verzoekster] het meest in belang is van verweerder. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.3
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht weken(uiterlijk op 18 oktober 2022) na aanvang van haar taak als curatrice een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts
binnen acht maanden(uiterlijk op 25 april 2023) na aanvang van haar taak als curatrice een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.4
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van zijn bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2021.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerder], geboren op [geboortedatum] in ARUBA, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatrice zijn dochter, [verzoekster], geboren op [geboortedatum] in Aruba en wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curator binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
bepaalt dat de curatrice uiterlijk
18 oktober 2022, een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht doet van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes,
bepaalt dat de curatrice uiterlijk
25 april 2023een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht indient.
bepaalt dat de curatrice uiterlijk op
1 juni 2024een rekening en verantwoording bij de griffie van dit gerecht indient.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 23 augustus 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.